Transcriptie: Saskia Klep
Onze gast deze aflevering vindt dat het verschil tussen beleggen en speculeren beter mag worden uitgelegd aan het publiek. “Gevaarlijk eigenlijk is dat vooral de jeugd nu denkt toch snel rijk te kunnen worden door even in crypto currency te gaan beleggen.” Ze haalt ontzettend veel inspiratie uit boeken en kan daar schitterend over vertellen. “Dat is dan ook weer zo prachtig beschreven. Ze beschrijft eigenlijk alle gevoelens die er zijn omdat zij zegt: Het is zo ontzettend belangrijk om te snappen wat we voelen, omdat dat je denken en je doen zo beïnvloedt.” En waarom is het voor starters zo belangrijk om voor een goede baas te gaan werken?” Het belangrijke is om altijd de ruimte te krijgen om te blijven groeien en te blijven experimenteren. Ruimte krijgen om jezelf te ontwikkelen, maar ook om jouw bijdrage te leveren in een bedrijf.” Onze gast deze week is de directeur van Saxo Bank Nederland, Saskia Klep. Je host is Jeroen Broekema.
Jeroen: Welkom bij een nieuwe aflevering van Leaders in Finance. Deze week Saskia Klep, directeur Saxo Bank Nederland. Welkom, Saskia!
Saskia: Dankjewel!
Jeroen: Leuk dat je de tijd neemt om met ons te spreken. We zitten hier in Amsterdam-Zuid bij Roland Berger. Zoals gezegd, Saskia is de directeur van Saxo Bank Nederland. Ze is dat sinds ongeveer vier jaar. Daarvoor bekleedde ze meer dan twintig jaar functies bij Van Lanschot en InsingerGilissen (link naar bestuurder InsingerGilisse Tom Loonen), laatstelijk als directeur Private Banking bij InsingerGilissen. Saskia studeerde economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Ze is 52 jaar, is getrouwd en heeft drie zonen en woont in Zeist. Dat ter introductie, en toen ik dit zat voor te bereiden kwam op mijn beeldscherm een LinkedIn post over jullie dertigjarig bestaan. Gisteren, geloof ik, of in ieder geval dit jaar. Van harte gefeliciteerd!
Saskia: Dankjewel!
Jeroen: Hebben jullie daar nog een feestje van gemaakt?
Saskia: Ja, zeker. Het is het dertigjarig bestaan van Saxo bank AS. Dertig jaar geleden startte oprichter en eigenaar Kim Fournais het bedrijf. Hij was gisteren in India, waar een live broadcast was waarin hij de geschiedenis vertelde aan de rest van het bedrijf en het glas hief. In Denemarken, waar het hoofdkantoor staat, werd op de gong geslagen precies om negen uur. Wij hadden ook lokaal in Amsterdam met ons kantoor een feestelijkheid en bekeken de town hall. Het was wel een heel leuk en mooi moment om bij stil te staan.
Jeroen: Ja, dat kan ik me voorstellen. Dan willen we natuurlijk meer weten over Saxo Bank en de rechtsvoorgangers daarvan. Je vertelde in het voorgesprek dat je ook naar Leaders in Finance hebt geluisterd, dus dat is hartstikke leuk om te horen! Dan weet je dat ik dat graag structureer aan de hand van stakeholders. Ik dacht zelf te starten bij klanten, zou je daar meer over willen vertellen? Wie zijn eigenlijk jullie klanten en hoeveel zijn dat er? Hoe kunnen we ze typeren?
Saskia: Klanten zijn voor mij eigenlijk de allerbelangrijkste in die zin dat wij in alles wat wij doen proberen vanuit die klantgedachte te denken. Onze klanten zijn heel divers. Wat wij aanbieden is beleggen. We hebben een platform waar men orders op kan inleggen, exclusion only, of online asset management. Dat is een andere dienst die wij hebben. Het zijn ervaren en minder ervaren beleggers, het is van alles wat, zou ik willen zeggen. Groot en klein, alles door elkaar.
Jeroen: En in financiële termen, of wat andere getallen?
Saskia: We hebben een kleine 200.000 klanten in Nederland. Saxo zelf zit rond de 860.000 klanten wereldwijd. We zijn nu onderdeel geworden van het wereldwijde concern.
Jeroen: Kan je iets delen over hoeveel mensen gemiddeld bijvoorbeeld via jullie beleggen? Of is dat geheime informatie?
Saskia: Dat is eigenlijk bijna niet te zeggen. Het heeft niet zoveel zin om zoiets te zeggen, omdat je hele grote en hele kleine klanten hebt. Wat dat zegt is dat wij er eigenlijk willen zijn voor iedereen. In het verleden in Nederland was het toen nog Binck Bank (hier link naar interview met Kalo Bagijn, de oprichter van Binck Bank), dat is ook hoe het destijds is gestart. Dat was namelijk vanuit de gedachte dat beleggen mogelijk gemaakt moest worden voor iedereen. Dat is misschien dan de stakeholder maatschappij een beetje, dan komen we daar een beetje op. Het was het openbreken van de markt waarbij destijds beleggen alleen mogelijk was via private banks voor redelijk behoorlijke prijzen per transactie. De gedachte was, “Dat moeten wij ook voor de gewone mens beschikbaar maken.” Dat heeft er ook toe geleid dat wij zo’n diverse groep klanten hebben.
Jeroen: Helder. Dat is wel grappig, dat je start als challenger en nu eigenlijk de gevestigde orde bent. Hoe wordt dat ervaren? Zijn er nog mensen die toen ook al werkten bij de club die er nog steeds zijn?
Saskia: Ja, die zijn er. Dat vind ik ontzettend mooi en dat is dus ook bij Saxo Bank, want die zijn dus ook dertig jaar geleden zo begonnen. Die passie voor die missie om dat dan open te breken en voor mensen beschikbaar te maken, die passie voor het beleggen, het belang daarvan, dat is wel heel erg mooi om te zien, dat dat in het bedrijf bestaat.
Jeroen: Ik kan me voorstellen, je hebt een heel ander soort cultuur en challenger die helemaal begint, tegen de gevestigde orde aanschopt versus de partij die al 200.000 klanten heeft. Dat is natuurlijk een heel ander verhaal.
Saskia: Ja. Maar nogmaals, die Binck, afgeleid van ketelbinkie destijds, dat ketelbinkie gevoel zit er nog steeds wel in. Het wordt alleen steeds moeilijker als je groter wordt omdat er zo ontzettend veel zaken zijn waarin bijvoorbeeld ook een stakeholder toezichthouders aandacht voor vragen. Innovatief blijven in zo’n context wordt steeds ingewikkelder. Dat is natuurlijk ook de reden waarom partijen steeds meer samengaan, waarom wij ook destijds de handen ineen geslagen hebben met Saxo Bank.
Jeroen: Je raakte al even de medewerkers aan. Kan je daar nog iets meer over vertellen? Dus over het Nederlandse deel, hoeveel mensen er werken?
Saskia: Voor de Nederlandse klant werken meer dan negentig medewerkers, maar dan hebben we ook nog allerlei mensen in Amsterdam werken die meer in global rollen zitten. Er zitten ongeveer 350 mensen in Amsterdam. Ik kan niet anders zeggen dan mensen die met passie in dit werk zitten een enorme affiniteit hebben met het beleggen, een enorme affiniteit hebben met de klant. Ik noemde het woord ‘passie’, maar zo is het ook echt. Ik vind dat er veel passie zit in het bedrijf.
Jeroen: Leuk! Dat kan geen kwaad bij een bedrijf, denk ik. Dat is heel goed! En concurrenten, hoe kijk je nu naar het landschap? Want ik kijk daar vooral als consument naar. Je ziet daar heel veel verschillende partijen, aan de ene kant de banken, je hebt de brokers, de buitenlandse brokers, nichebrokers. Ik noem maar wat, maar jij kent het landschap veel beter dan ik. Hoe kijk jij daarnaar?
Saskia: Je ziet twee dingen. Je ziet dat het aantal Nederlandse aanbieders steeds kleiner wordt en aan de andere kant zie je een grote consolidatieslag. Als ik kijk naar, “Wie is dan onze concurrent?”, is dat een heel breed veld. Dat is aan de ene kant de grootbanken en het zijn aan de andere kant de brokers en daarin zijn onze grote concurrenten de Giro en Lynx (link naar CEO van Lynx, Ellen van Ginkel).
Jeroen: Is dat moordende concurrentie?
Saskia: Dat weet ik niet. Ik denk dat er echt plek is voor meerdere partijen, en met name ook Lynx heeft heel erg een niche klantengroep waar zij zich op richten. De Giro en Saxo zitten wat dichter tegen elkaar aan, maar hebben ook echt wel een hele andere aanpak.
Jeroen: Er is heel veel reuring geweest rondom het verhandelen van aandelen aan de achterkant, als onderpand gebruiken. Doen jullie dat? Hoe kijk je daarnaar?
Saskia: Bedoel je dan het verkopen van order flows als extra inkomsten?
Jeroen: Exact, ja.
Saskia: Dat is een verdienmodel waar wij ons niet aan gewaagd hebben, en dat heeft dan te maken met hoe transparant je wil zijn naar je klant over waar je geld aan verdient en waar je geen geld aan verdient. Dus dat is niet een manier waarop wij geld verdienen. Dat maakt het intransparant, als je dat soort orderstromen gaat verkopen aan de achterkant. Dat zie je niet als klant.
Jeroen: Nee, maar ik kan me wel voorstellen, dat zie je niet als klant, dus je voelt ook niet de nadelen tot het tot een probleem leidt. Maar aan de voorkant zie je misschien wel dat het daardoor goedkoper kan en ik denk dat in deze business toch ook vaak mensen kijken naar, “Waar kan ik het goedkoper doen?” Dat is niet het enige waar mensen naar kijken, maar een grote groep zal daar wel al primair naar kijken, denk ik.
Saskia: Ja, daar hebben we natuurlijk ook mee te maken, dat het gratis beleggen op die manier wordt gepositioneerd maar eigenlijk onvoldoende wordt uitgelegd dat dat niet gratis is. Dat er wel ergens een kost in zit. We willen daar niet per se tegen ageren, we willen alleen uitleggen hoe wij het doen en waarom wij denken dat dat de goede manier is en de eerlijke prijs die wij vragen voor onze dienstverlening. En zo zien wij het ook. We zullen niet concurreren op prijs; we willen graag concurreren op kwaliteit en op toegevoegde waarde. En dan nog steeds vind ik dat wij een hele eerlijke goede prijs in rekening brengen.
Jeroen: We hebben ondertussen al klanten gehad, medewerkers gehad, concurrenten, samenleving. Dan heb ik nog staan: toezichthouder. Geen onbelangrijke stakeholder, denk ik.
Saskia: Nee, zeker niet.
Jeroen: Onder wiens toezicht staan jullie en hoe is die relatie?
Saskia: Wij staan onder toezicht van De Nederlandsche Bank (hier link naar Klaas Knot, de president van De Nederlansche Bank) en ook de AFM (hier link naar Laura van Geest, de bestuursvoorzitter van de AFM), uiteraard. We investeren natuurlijk heel veel in die relatie, omdat het een belangrijke stakeholder is met een belangrijk doel in Nederland, het financiële systeem weerbaar en gezond houden. Daar willen wij ook aan voldoen, uiteraard. Het is ook zo dat dat heel complex is, vooral als je veel klanten hebt, dat het hebben van open normen vanuit toezichthouders tot discussie kan leiden. Dat hoort erbij, dat is iets waar we doorheen moeten met z’n allen in Nederland. Elke financiële partij en ook wij.
Jeroen: Maar ik hoor ook een beetje dat het ongelooflijk veel tijd, geld en aandacht kost.
Saskia: Niet alleen bij ons, maar bij alle financiële partijen is dat het geval. Uiteindelijk geloof ik dat we daarin hetzelfde doel nastreven. Na de kredietcrisis en nog een aantal crises die we achter de rug hebben was het destijds heel erg nodig om in te grijpen in de financiële instellingen om heldere regels te krijgen om na te denken over bescherming van de klant en belang van de klant. Gezamenlijk met de toezichthouders moeten we werken aan dat nog beter maken zonder door te slaan, dat dan ook wel weer.
Jeroen: Waarom ik het ook vraag is, je had het over consolidatie, je lijkt een bepaalde schaalgrootte nodig te hebben in deze wereld. Alhoewel je ook wel nichespelers ziet, zoals je zelf ook al aanhaalde. Maar ook door intensere regelgeving en alles waar je aan moet voldoen, kan je je voorstellen dat dat ook leidt tot consolidatie omdat die burden zo groot wordt, die kan je toch omslaan over meer klanten.
Saskia: Dat is zo. Ik ben het met je eens.
Jeroen: Dat is niet eens een vraag, maar ik zat even hardop na te denken. En dan de laatste stakeholder die ik met je wilde bespreken is de aandeelhouder. Ik heb het een beetje bestudeerd, maar het is misschien goed om het vanuit jouw mond te horen hoe dat precies zit met Saxo.
Saskia: Wij zijn 100% in handen van Saxo Bank AS, dus wij zijn eigenlijk een volle dochter van Saxo AS in Denemarken.
Jeroen: En daarboven zit weer Geely, de grote Chinese partij?
Saskia: Dat klopt. Die hebben geïnvesteerd, ze zijn wel een investeerder op afstand, dus het is niet zo dat zij zich bemoeien met de bedrijfsvoering van Saxo Bank. We staan als dochter onder toezicht van De Nederlandsche Bank (link naar bestuurder Olaf Sleijpen van De Nederlandsche Bank) met alle bescherming van dien, want er zijn inderdaad ook wel klanten die zich soms zorgen maken over deze Chinese aandeelhouder. Maar goed, alle bescherming ten aanzien van data en geld van onze klanten is echt heel goed beschermd in Europa. En dan hebben we nog een verzekeraar, Sampo, en een grote aandeelhouder, Kim Fournais zelf, de oprichter/eigenaar.
Jeroen: Sampo is een Finse partij, toch?
Saskia: Klopt, ja.
Jeroen: Helder. En dan wil ik het met je hebben over beleggen zelf. Beleg je zelf?
Saskia: Ja, zeker.
Jeroen: Actief of passief?
Saskia: Voornamelijk passief, periodiek met name. Dus ik leg vaak opnieuw wat in.
Jeroen: In ETFs of trackers?
Saskia: Het zijn ETFs en mutual funds waar ik in beleg en een enkel individueel aandeel als ik dat bedrijf echt heel interessant vind om in te beleggen en ik daar dan ook de moeite voor neem om me daarin te verdiepen. Want dat is het: je moet ook de tijd hebben, vind ik, als je in individuele aandelen belegt om daar meer tijd in te stoppen. En die vind ik nu niet. Ik beleg ook echt met langere termijn doelen, dus ik weet precies waarom ik het doe en dat maakt ook dat ik probeer iedere maand weer bij te leggen in die portefeuilles, te distantiëren van de marktbewegingen.
Jeroen: Dat is wel mooi. Je hoort vaak dat longartsen roken, maar jij weet ook echt in jouw functie wat je aan het doen bent. Dus dat je als belegger zelf niet daar een strategie op nahoudt. Wat ik wel leuk vond in de voorbereiding op dit onderwerp, jij hebt gezegd, “Vrouwen zijn beter in beleggen. Ze zijn minder snel afgeleid.” Dat vond ik wel leuk om even aan te halen. Is dat zo?
Saskia: Dat komt uit heel veel onderzoek. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan waaruit zou blijken dat vrouwen beter zijn in beleggen dan mannen en dat betekent dan meer rendement halen. Dat zit hem in een paar zaken, want er wordt vaak gezegd dat het is omdat ze minder risico’s nemen. Dat is niet altijd het geval. Maar het zit vaak in de voorbereiding, langer nadenken over: Wat wil ik en waarom ga ik hierin beleggen? Dan vervolgens een plan maken en daaraan vasthouden. Dus dat betekent dat je niet ingaat op mogelijke mooie kansjes op de beurs of er ineens uitstappen omdat de economische omstandigheden dat misschien zouden vragen. Maar stick to your plan, met het oog op die horizon. Dat leidt uiteindelijk tot betere rendementen.
Jeroen: Ja, dat is wel grappig. En zie je dat ook om je heen, als je vrienden of collega’s hebt, dat je het idee hebt dat de vrouwen daar uiteindelijk toch wel beter mee omgaan? Dat ze wat minder volatiel aan het handelen zijn en daardoor uiteindelijk meer winst maken?
Saskia: Wat ik vooral zie is dat veel te weinig vrouwen beleggen en dat vind ik eigenlijk heel zorgelijk.
Jeroen: Is het echt heel veel minder?
Saskia: Ja. Er was een groot onderzoek in Nederland over hoeveel vrouwen beleggen en hoeveel mannen beleggen. We hebben intern bij Saxo zelf op een gegeven moment een onderzoek gedaan met een groep vrouwen binnen Saxo Bank om te kijken van alle vrouwelijke collega’s binnen Saxo Bank, afgezet tegen een grote groep mannelijke collega’s van Saxo Bank, wat nou de verschillen waren in wel of niet beleggen. Dat waren echt grote verschillen. En ook de redenen waarom vrouwen dan minder beleggen is dat het vaak vooroordelen zijn die in mijn beleving niet altijd terecht zijn. En dan werken ze nog bij een bank waar belegd wordt, wat de core business is. Maar dan zit het in: het kost heel veel tijd, je moet daar heel veel van afweten voordat je kan beleggen en je moet heel veel geld hebben om te beleggen. Alle drie de vooroordelen zijn niet terecht in mijn ogen. Je kunt het zo complex en ingewikkeld maken als je zelf wil. Je had het net over ETFs en andere trackers. Als je daarin gaat beleggen is het niet ingewikkeld. Je moet wel nadenken, je moet een keuze maken over welke tracker je wil. Dat is op zichzelf best al een lastige keuze, maar er zijn best ook veel hulpmiddelen beschikbaar bij allerhande brokers om daarin een keuze te maken. Het gaat er ook over dat je er zelf over nadenkt: Wil ik duurzaam beleggen? Vind ik een bepaalde sector interessant? Geloof ik in technologie? Je kunt jezelf dat soort vragen stellen. Dus dat gaat over complexiteit en kennis. Tijd zit daar ook in. En dan gaat het over veel geld hebben, dat is ook niet per se nodig. Je kunt heel goed met een kleiner startkapitaal starten en dan vervolgens maandelijks een bedrag inleggen en zo je kapitaal opbouwen. Ik moet er wel bij zeggen, beleggen kan natuurlijk echt alleen als je daar geld voor over hebt. Het is ook bekend dat heel veel huishoudens in Nederland veel te weinig spaargeld hebben en situaties waar we dan vandaag in zitten met hoge inflatie en hoge energiekosten, zie je dat deze huishoudens per direct in de problemen komen.
Jeroen: En als je het belangrijk vindt dat meer vrouwen gaan beleggen, wat kunnen we/jij/men aan doen om dat dan voor elkaar te krijgen?
Saskia: Het is ook wel missiewerk, vind ik. Het is een onderwerp wat ik eigenlijk heel vaak aansnijd, waar ik ook maar kan. Ook nu weer hier. Dus dat is één. Twee: het is ook een bewustwording. Dus het gaat ook heel erg over empoweren van vrouwen die het te gemakkelijk overlaten aan hun partner of zich er niet in verdiepen en dan geld op een spaarrekening hebben staan waarbij in een context van een terugtrekkende overheid je voorziet dat ze in de toekomst, als ze met pensioen gaan, daar een probleem mee gaan krijgen. Maar het zit hem ook in de financiële sector zelf. Het is toch heel lang, en nog steeds wel een beetje, voor mannen en door mannen. Dat zit hem ook in hoe we communiceren, hoe een website eruitziet, hoe er gesproken wordt over beleggen. Dat veel toegankelijker maken, niet omdat vrouwen dom zijn, maar we praten toch met z’n allen heel erg veel in een soort businesstaal.
Jeroen: Hebben jullie bijvoorbeeld ook weleens een marketingcampagne gedaan, specifiek gericht op vrouwen?
Saskia: Nee, omdat ik denk dat wat ik nu zeg ook voor heel veel mannen van toepassing is. Dus het gaat mij echt met name om de toegankelijkheid van de sector, maar ook van het product van het beleggen zelf, daar kunnen we echt nog heel veel stappen zetten.
Jeroen: Dus je hebt nog geen intern target gezet als Nederlandse CEO op het percentage vrouwen die bij jullie beleggen?
Saskia: Dat wel. Dat is voor mij wel iets waar ik naar kijk.
Dit is Leaders in Finance met Jeroen Broekema.
Jeroen: Dan nog een andere vraag over beleggen die ik je ook wilde stellen. Het is ook een quote van je, ik weet even niet de bron, moet ik eerlijk zeggen. Maar je zegt, “Ik vind crypto’s gokken.”
Saskia: Ja. Waar ik tegenaan loop, met name in gesprekken met toezichthouders, is dat beleggen en speculeren vaak in één adem worden genoemd. Voor mij zijn dat twee hele verschillende dingen. Dat zit hem dan ook in vanuit een toezichthouder het waarschuwen voor beleggen. We moeten in alle uitingen in even grote letters de waarschuwing geven als dat wij de boodschap willen geven op ons product of onze service. En het is goed om te waarschuwen voor beleggen, maar ik zeg ook weleens, “Het is ook goed om te waarschuwen voor niet beleggen.” Dan kom je weer even op dat onderwerp waar ik het net over had. Maar als je al niet echt het verschil goed uitlegt tussen beleggen en speculeren, wordt het ook heel erg lastig. Ik heb dat een keer gezegd omdat beleggen naar mijn mening lange termijn is met een doel op een lange termijn waarin je niet continu koopt en verkoopt. Dat kan voor een stukje van je vermogen, maar zeker niet met alles. Crypto beleggen is korte termijn en inderdaad vaak toch echt een beetje gokken. Speculeren op stijgingen of dalingen. Dat is op zichzelf helemaal niet raar of verkeerd, als je dat maar met een heel klein percentage doet van je totale vermogen. Het gevaarlijke is dat vooral jeugd nu toch heel graag, en ik zie het ook bij mijn eigen kinderen, nu denkt toch snel rijk te kunnen worden door even in crypto currency te gaan beleggen. Ik denk dat we dus goed moeten uitleggen wat het verschil is tussen beleggen en speculeren.
Jeroen: Helder. Beleggen versus speculeren, actief versus passief beleggen vind ik ook interessant. Want ik hoor jou eigenlijk ook wel pleidooi houden voor toch wat passiever beleggen. Maar jouw organisatie is er in zekere zin wel bij gebaat dat er ook actief belegd wordt, denk ik. Of zeg ik dat verkeerd?
Saskia: Het is een beetje hoe ik zelf doe, dat heb ik uitgelegd. Maar we hebben inderdaad heel veel klanten die juist op korte termijn beleggen. Wat ook heel goed kan, als jij daar tijd en kennis voor hebt om dat te doen. Dus voor mij is het helemaal niet zo dat het ene beter is dan het ander. Alleen, de vooroordelen, tijd, heel veel vermogen hebben en heel veel kennis, dat zie je inderdaad bij klanten die heel actief beleggen, heel kort op de bal zitten, zich heel veel verdiepen in wat er gebeurt in de wereldeconomie binnen een bedrijf, met derivaten handelen. Dat is prachtig. Ik vind dat zelf heel erg interessant en mooi om te zien. Maar dan moet je daar inderdaad de tijd en de kennis voor hebben en je moet ook het vermogen hebben om het te kunnen doen. Want daar zit natuurlijk een extra risico in. Maar het hoeft niet; het kan ook anders.
Jeroen: Ik snap het, helemaal duidelijk! Ik weet niet hoe ik een bruggetje kan maken naar jou privé, maar ik doe het maar gewoon door over privé te beginnen. Eén ding vond ik heel interessant, als ik het goed heb bestudeerd, is dat jij in Zuid-Afrika gestudeerd hebt of een thesisonderzoek gedaan hebt.
Saskia: Ja, dat klopt. Ik heb daar mijn scriptie geschreven van mijn studie.
Jeroen: Hoe kwam het zo?
Saskia: Ik had gewoon een enorme drang om naar het buitenland te gaan en een tijd in het buitenland te wonen. Ik dacht, “Dan ga ik lekker mijn scriptieonderzoek doen.” Zuid-Afrika leek me gewoon een heel interessant land en daar was geen uitwisseling met de Erasmusuniversiteit en een universiteit uit Zuid-Afrika. Dus ik ben gaan bellen naar Stellenbosch University en gezocht naar een professor die mij daar dan zou willen begeleiden. Die heb ik gevonden.
Jeroen: Wat heb je onderzocht?
Saskia: Ik deed mijn onderzoek naar toeleveren en uitbesteding, wat voor een rol dat speelt in de ontwikkeling van een klein bedrijf. Waarom ik dat interessant vond in Zuid-Afrika specifiek is omdat daar destijds de politieke macht inmiddels in zwarte handen was. Nelson Mandela was daar inmiddels de president. Maar de economische macht zat nog heel erg in witte handen. Dus de armoede onder de zwarte bevolking was nog steeds heel erg groot en het geld zat bij de witte bevolking, maar dat moest natuurlijk veranderen. Er werden een heleboel programma’s en NGOs opgezet om te zorgen dat het witte bedrijfsleven ging uitbesteden aan de kleinere zwarte ondernemer. En ik heb onderzocht of dat werkte en zoden aan de dijk zetten en wat daarvoor nodig was. Het was echt heel interessant.
Jeroen: Hoe lang ben je er geweest in totaal?
Saskia: Vier maanden.
Jeroen: Was dat een beetje aan het einde van je studententijd?
Saskia: Ja. Dus je hebt het theoretisch kader waaruit je het onderzoek doet, dan het onderzoek zelf en daarna ga je je scriptie schrijven en afstuderen.
Jeroen: Je hebt in Rotterdam gestudeerd. Hoe typeer je je studententijd?
Saskia: Ik heb echt een fantastische studententijd gehad. Ik kan het niet anders zeggen.
Jeroen: De luisteraars kunnen het niet zien, maar je glimlacht helemaal!
Saskia: Ja, het is ook echt zo, ik kijk daar met zoveel plezier naar terug. En misschien ook wel omdat onze oudste zoon nu studeert, hij heeft één jaar Delft gedaan. Hij is nu toch ingeloot geneeskunde, hij is nu net weer in Leiden begonnen. And it also brings back memories, als je zijn ervaringen nu hoort. Het is een tijd waarin je ook de tijd aan jezelf hebt, dus dat is toch echt wel heel mooi, waarin je de mooiste vriendschappen en de meest dierbare vriendschappen smeedt. Dat is in ieder geval voor mij gebeurd, het is zo’n intense tijd waarin je met z’n allen toch volwassen wordt. Dus tot op de dag van vandaag heb ik hele dierbare vriendinnen en vrienden overgehouden aan die tijd. Ik heb mijn man leren kennen in die tijd, ook niet onbelangrijk. Het is een tijd waarin je veel ontdekt en ik heb dat ook echt gedaan door verschillende dingen te doen. Ik was lid van de studentenvereniging, ik ben daar actief geweest, dat vond ik ongelooflijk leuk. Ik dacht toen ook, “Dit is ook wel een heel beperkte groep, laat ik daar nou ook eens even buiten gaan kijken.” Toen ben ik bestuur van Integrand gaan doen in Rotterdam, wat de blik echt verbreedde en een link had met het bedrijfsleven wat ik interessant vond. Ik ben dus inderdaad naar het buitenland gegaan voor mijn studie. Ik vond het prachtig.
Jeroen: Feesten?
Saskia: Zeker. Niet in de laatste plaats, maar mijn man speelde destijds in Hermes House Band, dus ik heb heel wat feestjes meegemaakt.
Jeroen: Mooi! Studeren vond je dus ook niet heel ingewikkeld, dat kon je er goed naast doen? Het feesten kon je er goed naast doen of de studie kon je er goed naast doen?
Saskia: Het werd inderdaad gecombineerd. Hoe kun je je nog weleens afvragen, maar ik moet eerlijk zeggen dat er in ons huis – ik woonde in een studentenhuis met acht andere meiden destijds – vooral ook de ouderejaars was streng toegesproken: We hebben nu tentamenweek volgende week, er wordt nu gestudeerd.” Dan werd ik gewoon als jongerejaars aan het studeren gezet.
Jeroen: Dat is wel goed!
Saskia: Dat was een beetje cultuur ook in dat huis. Er zit ook gewoon een enorme opvoeding in zo’n periode. Dus er werd ook gestudeerd. Ik wilde het natuurlijk ook gewoon halen, het is niet aan mij besteed om iets dan niet te halen.
Jeroen: Als we dan teruggaan naar voor je studententijd, hoe ben je opgegroeid?
Saskia: Ik vind dat ik een vrolijke jeugd heb gehad. Ik heb één broer, die is jonger dan ik. Niet heel veel jonger, anderhalf jaar. Ik ben nog steeds heel dik met hem, we hebben een hele goede hechte band. Mijn ouders zijn heel vroeg gescheiden, ik was vijf. Mijn ouders gingen uit elkaar, we zijn altijd bij mijn moeder blijven wonen. Dat is dan ook heel vormend geweest, vind ik. Destijds was het een vrouw van 32 die met twee kleine kinderen er alleen voorstond en toen een aantal jaar niet had gewerkt, want dat was heel normaal in het katholieke milieu om dan te stoppen met werken. Zij is toen wel weer gestart met werken en we hadden daardoor veel zelfstandigheid en vrijheid. We bezochten mijn vader regelmatig en dat was altijd een feestje als we dan bij mijn vader waren.
Jeroen: Waar vond dit allemaal plaats?
Saskia: Uiteindelijk, waar ik ook de meeste herinneringen aan heb, is dat wij in Zwolle woonden. Daar heb ik de middelbare school gedaan en mijn vader in Vught, dan wel Den Bosch woonde.
Jeroen: Je zegt ‘het katholieke milieu’, dat was dan meer het zuiden?
Saskia: Ja, daar komen mijn ouders vandaan?
Jeroen: Ging je ook naar de kerk?
Saskia: Nee, wijzelf zijn niet katholiek opgevoed, maar mijn ouders kwamen uit dat milieu en hadden daar zoveel van meegekregen in hun jeugd dat ze besloten daar niets meer van mee te geven aan ons.
Jeroen: Wat voor soort werk deden je ouders?
Saskia: Mijn moeder is begonnen als verpleegkundige en is na haar scheiding doorgegroeid binnen het maatschappelijk werkwezen. Mijn vader is planoloog van huis uit. Hij heeft lang bij allerlei gemeentes gewerkt en is op het laatst eigenlijk meer voor zichzelf begonnen in allerlei adviesklussen enzovoort.
Jeroen: Dus geen link met de financiële sector.
Saskia: Nee.
Jeroen: Hoe kwam jij daar dan terecht?
Saskia: Best wel toevallig. Ik ben economie gaan studeren, wel heel bewust omdat de psychologische kant van de economie als ook het bedrijfsleven, maar ook de samenleving, in die driehoek, mijn interesse had. Ik ben ook de macro-economische kant opgegaan, niet de bedrijfseconomische kant. Ik was klaar met die studie en wilde toen eigenlijk consultant worden, had ik bedacht. Dat leek mij heel erg leuk, omdat ik het leuk vind om problemen op te lossen of vraagstukken op te lossen. Daarvoor werd ik niet aangenomen. Toen paste dat blijkbaar niet. Achteraf ben ik daar ook niet rouwig om, ik denk dat het goed is om toch even met je voeten in de klei te staan in plaats van in zo’n adviseursrol te zitten.
Jeroen: Sorry dat ik je onderbreek. Dat is achteraf, maar baalde je toen heel erg dat je werd afgewezen? Deed het wat met je zelfvertrouwen?
Saskia: Ja, natuurlijk. Elke afwijzing is voor iedereen wel heel erg lastig. Maar wat dan ook heel moeilijk is, omdat je voor jezelf dan zo’n plan hebt gemaakt en dat plan wordt eigenlijk een beetje gedwarsboomd. Dus dan is het ook een beetje, “Wat nu?” En toen zei een vriendin van mij, “Weet je wat volgens mij heel erg bij jou past? Dat is een meer private banking rol bij een bank. Een adviesrol bij een bank, daar moet je eens over nadenken.” En ik had daar helemaal geen voorstelling bij, maar ik dacht, “Laat ik dat eens proberen.” Dus ik ben gaan solliciteren bij Van Lanschot en dat was meteen een enorme klik. Dat had te maken met het bedrijf zelf, de cultuur in het bedrijf. Wat ik meteen heel erg leuk vond was het feit dat het toen nog een traineeship was, dat hadden ze daar ook. Dan kon je door met leren, dat vond ik eigenlijk ook wel heel erg leuk, in een groep met even oud en gelijkgestemden. Ik vond het vak heel erg leuk omdat je ook problemen aan het oplossen bent, maar inderdaad op een ander niveau.
Jeroen: Nu ben ik even nieuwsgierig, die vriendin die tegen jou zei, “Ga bij die bank kijken”, of zelfs private bank, weet je waarom ze dat zei?
Saskia: Ja, dat heeft te maken met mijn interesse in mensen, denk ik, en de manier waarop ik doorvraag.
Jeroen: Ja, maar dat kan ook bij de overheid of een multinational. Waarom een bank?
Saskia: Omdat je dan een directe klant-adviseur-relatie hebt. Dus het ging een beetje over die adviesrol.
Jeroen: Waar ik een beetje naar zit te vissen is de financiële sector. Want dat probeer ik altijd te achterhalen, hoe komen mensen in de financiële sector terecht? Is dat dan toch een link met hoe jij bent of je interesse daarvoor of was het puur een soort van toevallig?
Saskia: Ik vind het eerlijk gezegd toch echt een beetje toevallig. Maar ik ben er wel in blijven hangen, dus uiteindelijk was het een goede fit.
Jeroen: Het is een goed advies geweest, want je bent er nog steeds.
Saskia: Ja.
Jeroen: En toen helemaal fast forward ben je overgestapt naar InsingerGilissen. Wat was dat voor trigger dat je overstapte?
Saskia: Dat had te maken met de veranderingen die er plaatsvonden binnen Van Lanschot. Het bedrijf zat echt wel op een kantelpunt in die jaren. Overigens, dat is ook nog belangrijk om te vertellen, ik was werkzaam bij Van Lanschot, had het ongelooflijk naar mijn zin, maar zowel mijn man als ik waren dus in het buitenland geweest tijdens onze studie. Mijn man was in Melbourne geweest voor zijn afstudeeronderzoek en ik dus in Stellenbosch. We hadden tegen elkaar gezegd, “Als we ooit nog de kans krijgen, dan gaan we naar het buitenland.” En dat kon eigenlijk nadat ik één jaar bij Van Lanschot werkte, toen zei hij, “Zullen we gaan?” Want hij was toen klaar met zijn coschap, hij is chirurg, dus voor hem was dat een mooi moment. Ik zei, “Dat gaan we nu niet doen, ik werk hier net een jaar. Ik vind het veel te leuk.” Dus hij ging zijn specialisatie doen. Een aantal jaar verder zei hij, “Zullen we dan nu?” En toen dacht ik, “Dat wil ik eigenlijk ook niet, want ik heb een hele leuke baan.” Maar het was wel een beetje nu of nooit. En inmiddels hadden wij twee kinderen. We hadden er eentje van één, we hadden er eentje van drie. Mijn man zou in een maatschap gaan of we gingen weg. Dus het was echt een beetje nu of nooit. En toen hebben we besloten om te gaan, dus ik heb mijn ontslag ingediend bij Van Lanschot destijds. Toen zei men, “Zou je niet terug willen komen?” Ik zei, “Ja, dat wil ik wel, maar ik blijf minimaal anderhalf jaar weg.” Toen zeiden ze, “Dat is goed, dan krijg je onbetaald verlof.” Dat zou in deze tijd echt niet meer gaan, maar toen wel. Super, natuurlijk. Dus ik zei, “Fijn”, en zo ging ik met onbetaald verlof op weg naar Sidney met twee kleine kinderen, in verwachting van het derde en drie grote tassen met kleding. Dat was alles wat we hadden en we zijn daar anderhalf jaar gebleven.
Jeroen: Wat hebben jullie daar gedaan?
Saskia: Ik heb daar niet gewerkt, want ik had bedacht dat ik dat wel ging doen. Dat ik desk research zou doen voor Van Lanschot of iets dergelijks. Dat is van beide kanten niet van de grond gekomen. Aan mijn kant ook niet omdat de twee kinderen, dus de oudste en de middelste en met name de oudste, zijn draai niet kon vinden. Het was natuurlijk ook best een grote overgang om ineens naar een Engelssprekend land te gaan, ik had bedacht dat het ook goed voor hen zou zijn als ze naar een soort peuterschooltje zouden gaan, wat dan dus ook gebeurde, en hij had het daar niet naar zijn zin. Dus het heeft me twee maanden gekost om hen te settelen en mezelf te settelen, want ik had ook een enorme onthaasting les te leren.
Jeroen: Dat is wel interessant. We komen daar later nog op terug, denk ik. Hoe kijk je nu terug op die anderhalf jaar? Want het was best wel een zwaar begin, dat is mijn interpretatie. Kijk je dan terug op een fantastische tijd?
Saskia: Ja, een fantastische tijd. Je stelt ook altijd zo’n vraag, en dan loop ik een beetje op de zaak vooruit: waar ben je trots op? Dit is dus iets waar ik heel erg trots op ben. Het was echt pittig om niet te werken, want ik vind werk echt heel erg leuk. Het geeft je natuurlijk ook een gevoel van nuttig zijn. Daar dacht ik bij mezelf, “Hoe ga ik in vredesnaam de hele dag doorkomen met twee kleine kinderen?” Ik stond daar in de zon onder een macadamia nut tree met rosella’s – dat zijn papegaaitjes – om me heen, de prachtigste bloemen met mijn eigen kinderen. Dat is natuurlijk ook een hele waardevolle tijd en ik zat alleen maar op mijn horloge te kijken hoe lang nog, om dus vervolgens ook bij mezelf te denken, “Wat erg dat je hier niet van kan genieten!” Dus dat was echt wel een les. Maar uiteindelijk heb ik het heel fijn gehad en vond ik het eigenlijk ook heel bijzonder om zo’n lange tijd bij mijn kinderen te zijn en met name ook dat derde dat geboren werd, dat je zijn eerste levensjaar helemaal hebt meegemaakt, bijna fulltime.
Jeroen: En dan toch nog even over die les, toch maar meteen, kan je daar nu nog iets mee in je huidig werk of je huidige manier van denken?
Saskia: Ja, het was toen het gevoel van nuttig zijn en dan is het eigenlijk een breder perspectief van wat nuttig nou eigenlijk is. Wanneer ben je nuttig? Er zijn veel meer manieren om nuttig te zijn. En het tweede is dat lummel tijd heel nuttig is. En dat heb ik daar ook geleerd. Dat is heel moeilijk om dat in te bouwen in je werk, vandaag de dag ook. Maar ik probeer het echt.
Jeroen: Dus je denkt er nog weleens aan, als je in een stressvolle situatie zit?
Saskia: Ja.
Jeroen: Mooi! Het volgende kantelpunt – ik vind die kantelpunten altijd heel interessant – zit je bij InsingerGilissen en dan ga je hiernaar overstappen. Hoe kwam dat tot stand?
Saskia: We hadden een hele intense tijd achter de rug van een fusie tussen Theodoor Gilissen en Insinger de Beaufort. Dat zijn fusietrajecten die natuurlijk enkele jaren kosten. Het was echt een transitieproces waarbij ik ook een belangrijke rol speelde in het meekrijgen van de teams, maar ook het opnieuw inrichten van de private banking dienstverlening in een nieuwe combinatie. Ik heb toen nog een jaar in het fusieproject gewerkt, en dat was dus ook veranderd. Er was een nieuwe CEO, ander leiderschap, de cultuur was ineens ook anders in zo’n bedrijf. Dus dat was belangrijk, van “Wat is mijn rol hier? Past dit nog bij mij?” De tweede overweging was dat ik überhaupt binnen Gilissen, maar ook later in die fusie ook echt wel bezig was met digitalisering. Innovativiteit brengen in de private banking dienstverlening. Dat bleek heel taai, want dat heeft bijna nooit prioriteit omdat het intermenselijk contact altijd bovenaan staat en dat vind ik ook. Maar dat neemt niet weg dat je nog steeds, in mijn beleving, veel zou kunnen digitaliseren. En dat ging te langzaam, dus ik dacht, “Misschien is het wel tijd om een stap te maken naar een meer innovatieve omgeving.” En toen kwam Binck Bank destijds op mijn pad.
Jeroen: Werd je geheadhunt of had je het zelf bedacht?
Saskia: Ik heb zelf bedacht dat ik naar die partijen op zoek ging. Ik heb het ook nog breder bekeken, van “Wat zijn dan innovatieve sectoren waar ik zou willen werken? Wat breng ik mee?” De financiële sector is een hoog gereguleerde sector, ik weet min of meer hoe ik daarmee om moet gaan, dus misschien kan ik ook eens kijken binnen bijvoorbeeld de farmaceutische industrie of de energiesector. Want dat zijn ook allemaal hoog gereguleerde sectoren waar veel innovatie zit, dat zou ook nog kunnen. En ik heb de financiële sector ook altijd daarbij gehad. En op het moment dat je mentaal zo’n besluit hebt genomen, en je stelt je daarvoor open, komt het op je pad. Dus dit kwam op mijn pad.
Jeroen: Helder. Ben je een harde werker?
Saskia: Ja, dat hoor ik vooral heel vaak, dat ik dat ben. Dan is de vraag, “Ben je het dan ook?” Ja, ik stop er wel veel tijd in. Maar ik kan ook vaak genoeg denken, “Is het wel genoeg?” Maar ik heb ook vriendinnen die zeggen, “Waar haal je in vredesnaam al die energie vandaan met wat je allemaal doet?” Dus ik denk dat men mij ziet als een harde werker, ja.
Jeroen: Dat betekent dat je tot heel laat zit e-mails te beantwoorden, bijvoorbeeld?
Saskia: Dat kan, dat is echt niet altijd. Maar dat zou kunnen. Ik probeer dat ook wel soms expres niet te doen, omdat mensen dan denken dat ze daar misschien ook nog weer wat mee moeten op dat tijdstip.
Jeroen: Ja, dat kan ik me voorstellen. Of als je in het weekend gaat sturen, als een CEO dat doet heb ik het idee van, “Ik moet beter maar antwoorden.”
Saskia: Ja, dat klopt. En dat wil ik dan ook weer niet.
Jeroen: Dat kan ik me ook voorstellen, voor de sfeer op kantoor!
Leaders in Finance met Jeroen Broekema.
Jeroen: We hebben ook altijd een teaser en een pleaser bij Leaders in Finance. De teaser die we hebben opgeschreven is: Er zijn veel klachten geweest, hebben we in het FD kunnen lezen, rondom de overgang van Binck naar Saxo met klantenmigraties en dergelijke. De stelling: Dat had eigenlijk wel voorkomen kunnen worden.
Saskia: Ja, in hindsight zou je dat kunnen stellen. Ik denk echt wel dat er zaken zijn geweest die we beter hadden kunnen doen. Maar er zijn ook echt zaken geweest die wij niet hadden kunnen voorkomen of niet hebben kunnen voorzien. Vooropgesteld, onze klanten hebben echt een lastige tijd gehad, en soms nog, met zaken die spelen. Dat is gewoon niet fijn. Uiteindelijk willen wij dat onze klanten tevreden zijn en die zijn een lange tijd niet tevreden geweest. Soms hebben we nog wel ontevreden klanten. Een migratie is een mega complex project. Want het gaat over techniek, het gaat over keiharde euro’s. Het was in de eerste plaats de techniek en de technische migratie, het bouwen van het nieuwe platform, het overzetten van al die cash en stukken van klanten van het ene naar het andere platform, dat is eigenlijk relatief vlekkeloos verlopen. Er zijn hier en daar incidentjes, maar het was echt wel relatief vlekkeloos verlopen. Waar het minder goed is gegaan zit meer in de procesmatige kant, daar waren we niet altijd even goed voorbereid op wat komen ging. Waar we ons ook op hebben verkeken is het aantal inkomende telefoongesprekken op de eerste dag na de migratie. We hadden die migratie al opgedeeld in waves, groepen klanten die om de beurt gingen migreren. We deden de minst complexe klanten eerst. Dat zijn klanten die enkele instrumenten handelen, bijvoorbeeld, en maar één rekening hebben. En de meest complexe klanten op het laatst, dat waren bijvoorbeeld de klanten die in online vermogensbeheer beleggen. Bij die latere waves hadden wij ons voorbereid op een aantal inkomende telefoongesprekken en dat werd bijna twee keer zoveel. Dus dan kan je natuurlijk voorbereiden wat je wil, maar dan komt dat niet uit en dan ga je gewoon achter de feiten aan lopen. Want op het moment dat je dan niet bereikbaar bent voor je klanten, wordt het extra vervelend.
Jeroen: Helder. En is het inderdaad vervelend geweest voor jullie zelf als bedrijf in financiële termen?
Saskia: Nee, dat valt wel mee. We hebben door de migratie eigenlijk weinig klanten verloren. Uiteindelijk is het ook zo dat klanten best wel bereid zijn om het wat tijd te geven. Wat we dan ook hebben gezien is naar mate de tijd vorderde, klanten meer gewend raakten aan het nieuwe platformen inmiddels heel veel klanten ook heel blij zijn met dat nieuwe platform. Maar je moet even moeite stoppen en je verdiepen in wat er nieuw is. Daar hebben de meeste mensen niet veel zin in. Ik ben daar zelf ook vrij ongeduldig in, over het algemeen, moet ik eerlijk zeggen. Dus ik kan me dat ook echt heel erg goed voorstellen.
Jeroen: Wat ik heel interessant vind, hoe ga jij nou als persoon ermee om hoofd- en bijzaak te scheiden in zoiets? Want Denemarken gaat bellen, kan ik me zo voorstellen, klanten gaan bellen, medewerkers willen dingen weten. Hoe scheid je nu van, “Hier ga ik mijn tijd dus echt niet aan besteden, want dit is voor mijn rol niet handig als ik zo gedetailleerd erin ga”, en “Hier ga ik mijn tijd wel in besteden”? Want je kan daar non-stop mee bezig zijn, hoe scheid je hoofd- en bijzaak?
Saskia: Van nature ben ik niet iemand die heel erg op de details zit, dus dat scheelt al. Ik heb een team om mij heen met echt hele kundige mensen die ook allemaal gespecialiseerd zijn in een stuk van die dienstverlening. Ik luister gewoon heel veel naar hen om te horen, “Wat is hier nu het allerbelangrijkste?” En ik stel heel veel vragen, want ik vind het ook heel erg belangrijk. Ik hoor dingen, en ik hoef dan niet per se meteen alle details te weten, maar door een aantal vragen te stellen kan ik op zo’n moment bepalen, “Is dit in controle of is dit niet in controle?” Als het niet in controle is, blijf ik doorvragen, net zolang tot ik tot de kern kom om dan vervolgens te bepalen, “Moeten we hier wat mee? Ga ik dat doen, of gaat iemand anders dat doen?” Dus dat is een proces waar ik eigenlijk dagelijks mee bezig ben.
Jeroen: Ga je zelf ook luisteren met klantgesprekken, om een gevoel ervoor te krijgen?
Saskia: Jazeker, dat heb ik in die tijd ook heel veel gedaan om te horen wat nou exact de problemen waren. In het begin waren het ook echt heel veel klanten en met name wat oudere klanten die dan wat minder tech savvy zijn, die heel veel vragen hadden over, “Hoe moet ik nou voor het eerst inloggen?” Het is dan echt prachtig om te horen hoe die klantenservice medewerkers van ons met zoveel geduld zo’n klant daar doorheen nemen. Maar aan de andere kant, als je dan tien minuten met zo’n klant aan de telefoon zit, wat het helemaal waard is, het wel betekent dat je dus ook heel veel wachtende klanten creëert. Want tien minuten is echt lang.
Jeroen: Ja, dat kan ik me voorstellen.
Saskia: Dus dit is het dilemma, je wil iedereen daarin helpen, maar dat lukt niet altijd. En nog steeds, zo nu en dan ga ik naast klantenservice medewerkers zitten om te luisteren wat klanten allemaal aan ons vragen of feedback geven. En ik bel klanten op, want we hebben ook best veel klanten die op wat voor kanalen dan ook…
Jeroen: En zeg je dan ook dat je de directeur bent?
Saskia: Ja, zeker. Of aan mij rechtstreeks feedback geven. Dan neem ik wel contact met hen op.
Jeroen: Aan de pleasende kant, lees je graag? Laat ik dat eerst eens even vragen.
Saskia: Ja, ik lees graag.
Jeroen: Heb je bepaalde boeken die je aan de podcastluisteraars zou willen meegeven omdat je ze heel mooi vond of leerzaam of anderszins?
Saskia: Ja, je vraagt altijd naar een boekentip.
Jeroen: Klopt.
Saskia: Daar heb ik inderdaad wel even over nagedacht. Lezen doe ik iedere dag, altijd voor het slapengaan. Het is meestal niet heel lang, want dat hou ik niet vol. Maar iedere dag lezen hou ik wel redelijk vol. Ik lees meestal ook wel fictie en non-fictie door elkaar. Dus ik ben eigenlijk vaak ook meerdere boeken tegelijk aan het lezen, en het hangt er een beetje van af waar ik zin in heb als ik in bed ben gestapt welk boek ik erbij pak. Fictie vind ik heel ontspannend, en dan is een boek heel mooi en dat is dan vaak heel persoonlijk. Maar aan de non-fictie kant kan het vaak heel leerzaam zijn. Dus ik had bedacht dat ik me daar dan toch maar even op ga richten nu.
Jeroen: Je mag meerdere boeken noemen. Fictie vind ik ook leuk.
Saskia: Maar aan de non-fictie kant is er een boek, dat heet Solve For Happy van Mo Gwadat, wat ik inmiddels drie keer heb gelezen of twee keer en één keer als luisterboek heb geluisterd waarbij Mo Gwadat het zelf ingesproken heeft. Ik haal daar ontzettend veel uit. Ken je het?
Jeroen: Nee.
Saskia: Mo Gwadat was een hoog functionaris binnen Google, wiskundige van oorsprong en heel succesvol. Hij hield van mooie horloges en dure auto’s en zo. Hij heeft twee kinderen, een zoon en een dochter. Zijn zoon overleed op een gegeven moment aan een blinde darmoperatie. Dat was natuurlijk echt volledig buiten de verwachting want normaal gesproken overlijd je niet aan een blinde darmoperatie. Maar er was een complicatie opgetreden door een fout van een chirurg tijdens de operatie. Die jongen was 26, geloof ik, dus dat was echt wel een jonge vent. En natuurlijk waren hij en zijn vrouw en zijn dochter volledig kapot van het overlijden van zijn zoon. En de vraag die hij zich stelde was, “Word ik ooit nog gelukkig?” Toen wilde hij geluk definiëren, wat is geluk dan? Hij wilde daar ook een wiskundige formule van maken. Zo is hij op zoek gegaan naar de definitie van geluk. Maar hij pelt volledig af: “Wie ben ik nou eigenlijk om te bepalen wat mij dan gelukkig maakt? Is dat dan mijn bezit? Zijn dat mijn gedachten? Is dat mijn positie binnen het bedrijf?” Dus dat gaat dan over ego. “Is dat wat ik voel? Is dat wat ik zie?” Dat is echt zo interessant, ik vond dat heel erg mooi. En eigenlijk zit dat een beetje – en dat boeit me ook heel erg – in die driehoek van de relatie tussen gevoelens, gedachten en hoe je acteert. Een andere schrijfster die daar ook helemaal op gespecialiseerd is, is Brené Brown. Daring Greatly vind ik daarin een heel erg mooi boek. Maar as we speak ben ik Atlas of the Heart aan het lezen, dat is haar laatste boek. Dat is dan ook weer zo prachtig beschreven, ze beschrijft alle gevoelens die er zijn. Omdat zij zegt, “Het is zo ontzettend belangrijk om te snappen wat we voelen, omdat dat je denken en je doen zo beïnvloedt.” Zij ziet een verschraling in het vermogen van mensen om gevoelens te herkennen bij zichzelf en dus ook te benoemen en te herkennen daarom hoe dat je denken en acteren beïnvloedt.
Jeroen: Wauw, ik zit met extra gespitste oren te luisteren hoe je deze twee boeken beschrijft. Echt heel passievol en ook mooi wat je er allemaal uithaalt. Schitterend, heel erg leuk! Nog andere boeken? Als je zo bezig bent, mag je nog een uur doorgaan!
Saskia: Het laatste fictieboek wat ik heb gelezen was De Camino, dat is van Anya Niewierra. Dat was gewoon een heel leuk boek over een vrouw die haar man verliest omdat hij zelfmoord pleegt terwijl hij de Camino loopt. Dan besluit zij om zijn route een jaar later helemaal na te lopen en komt dan van alles te weten over haar man die van Bosnische afkomst is. Wat ik dus interessant vind in heel veel fictieboeken die mij het meest aanspreken, is als daar heel vaak historische elementen in zitten. Dus in dit boek komt heel erg de oorlog van destijds terug in Bosnië Herzegovina en wat daar dus speelde en de Kroaten. Ik wist daar niks van, ik vind het dan weer heel leerzaam om dat te lezen. Maar daarnaast is het ook een heel mooi boek, hoe zij haar man volgt. Het is niet het beste boek wat ik heb gelezen, het is het laatste fictieboek wat ik heb gelezen.
Jeroen: Wel leuk dat je het deelt. Als ik dat een beetje beluister, Het Zoutpad, dat is door onze laatste gast, Frank Elderson, geadviseerd. Dat klinkt als ook wel een tip voor jou, als ik dit zo beluister.
Saskia: Dan ga ik die podcast nog eens even luisteren.
Jeroen: Leuk! Wat ik iedereen gevraagd heb is tips voor starters op de arbeidsmarkt. Dit is toch Leaders in Finance, dus bij voorkeur tips die gefocust zijn op starters in de financiële dienstverlening.
Saskia: Een tip die ikzelf ooit kreeg en die mij echt toch wel heeft geholpen, al was deze meneer niet werkzaam in de financiële dienstverlening, want het was een meneer die werkte bij Unilever waar ik toen een soort werkstage deed en hij ging net met pensioen. Dus hij wist natuurlijk inmiddels waar hij het over had, hij zei tegen mij, “Saskia, zorg in je carrière dat je altijd een goede baas hebt.” En ik dacht, “Oké.” Maar ik begreep eigenlijk helemaal niet wat hij bedoelde. Maar later in mijn carrière begreep ik heel goed wat hij bedoelde. Want het gaat erover dat het belangrijk is om altijd de ruimte te krijgen om te blijven groeien en te blijven experimenteren, om vragen te stellen. Je moet ruimte krijgen om jezelf te ontwikkelen, maar ook om jouw bijdrage te leveren in een bedrijf door bijvoorbeeld die vragen te stellen. En als je dat niet meer hebt, en dat voel je meteen, dan moet je daar wat aan doen, hoe moeilijk dat ook is.
Jeroen: Heb je dat vaak gehad?
Saskia: Dat heb ik twee keer gehad. Ook een beetje vanuit de gedachte, “Accept what you cannot change, but change what you cannot accept.” Het zit dus in dat laatste. Dan ga je weg, dan ga je ofwel naar een andere afdeling binnen je bedrijf of je gaat naar een ander bedrijf. Dat is nogmaals een tip die mij heel veel heeft gebracht.
Jeroen: Die je dus ook vaak doorgeeft, volgens mij, aan mensen?
Saskia: Ja, die geef ik wel door. Want het helpt je verder te komen in je eigen ontwikkeling. Een andere is, als jij in een nieuwe baan zit, vaak wordt er ook wel gezegd tegen mensen als ze ergens nieuw starten, of je nou een starter of geen starter bent, “Het is wel fijn om een fris paar ogen te hebben. Vertel ons vooral wat je ziet.” Maar als starter in een ander bedrijf, een andere context, ook als jij starter bent, stel vragen. Vraag net zo lang door totdat je het snapt. Dat heb ik zelf ook altijd gedaan, dat zit ook wel een beetje in mij. Met vragen stellen, daarmee ben je niet dom. Je kunt ook rustig zeggen dat je iets niet begrijpt. Soms hebben mensen de neiging om wel te denken dat als ze vragen stellen, dat ze dom zijn en dat ze dan misschien als dom worden gezien. Maar ik geloof er echt in dat het heel belangrijk is.
Jeroen: Ik vind het een hele geruststellende gedachte voor mezelf, als Jeroen. Dat als je vragen stelt, je niet per se dom bent. Dat is heel fijn om te horen! Tot slot, naar het managen van werk en privé, dat is ook één van mijn stokpaardjes waar ik altijd graag naar vraag. Zeker in een drukke baan zoals jij hebt, hoe doe je dat? Hoe combineer je dat?
Saskia: Goed regelen thuis, dus ook met kleine kinderen hebben wij altijd oppassen aan huis gehad. Ik zei ook altijd tegen mijn man – want hij is chirurg, hij moet ‘s ochtends altijd heel erg vroeg weg – “Ik zie het niet zitten om iedere ochtend zelf die kinderen gewassen en gestreken op de achterbank naar een opvang te brengen. Dat gaat me niet lukken.” Dus er moest gewoon iemand in huis komen, daar was hij ook helemaal voorstander van. Dus dat hebben we op die manier zo geregeld, net zoals het schoonmaken van het huis. Dat besteed ik ook heel graag uit. Ik heb lange tijd gekookt eten ingekocht, er was iemand in het dorp die dat als werk deed. Die kookte verse maaltijden en dan kocht ik die maaltijden en die werden iedere dag gebracht, om zo tijd te kopen. In het weekend vind ik het heerlijk om te koken, dan heb ik er tijd voor en door de week moet het gewoon op tafel staan. Op die manier is het dus de praktische kant van het organiseren van ons leven. En verder is het een kwestie van doen, op het moment dat je iets leuk vindt, dan fiks je het wel. Mijn man en ik zijn daarin erg supportive naar elkaar en de ene keer heeft de ene wat minder tijd en meer ruimte nodig en een andere keer is het de andere.
Jeroen: En tijd voor jezelf, opladen voor jezelf? Wat doe je dan?
Saskia: Ik doe aan power yoga, dat is voor mij heel belangrijk. Dat is ook gewoon om je fysiek te onderhouden, maar ik vind het ook mentaal heel lekker om te doen. Koken is dus toch wel heel ontspannend, omdat je met je handen bezig bent. Wij hebben helaas een paar weken geleden onze hond moeten laten inslapen, wat echt ontzettend verdrietig was. Maar lopen met die hond was voor mij ook echt een enorme ontspanning en daar worstel ik nu mee want nu ga ik soms maar lopen omdat ik denk, “Ik mis dat loopje.” Maar het is toch gek om zonder hond te lopen, op de ene of andere manier. Ik doe aan wielrennen. Aanstaande zondag gaan we de Harbourtour fietsen in Rotterdam, dus dat is dan weer leuk. Zo zijn er dingen die ik voor mezelf doe.
Jeroen: Leuk! Is er nog iets wat mensen niet van jou weten waarvan je zegt, “Dat zou wel grappig zijn of interessant zijn om te delen?”
Saskia: Nee, ik geloof het niet. Ik vind dat ik heel erg veel verteld heb.
Jeroen: Dat geloof ik ook! Daar ga ik je nu dan ook heel hartelijk voor bedanken. Geweldig hoe je de tijd hebt genomen om over al deze onderwerpen te spreken met mij. Heel boeiend hoe we gemanoeuvreerd hebben tussen privé en werk. Heel interessant en heel erg leuk! Ik heb een A4’tje voor me met allemaal aantekeningen van dingen die ik extra boeiend vond. Met dank aan Bocca Coffee krijg je zo nog een bedankje voor je tijd die je erin hebt gestoken en je openheid. Dus kortom, heel erg bedankt!
Saskia: Heel graag gedaan!
Dit was Leaders in Finance, we hopen dat je deze aflevering met veel plezier hebt beluisterd. We stellen je feedback erg op prijs. Wat houdt je bezig en over wie wil je meer horen? Laat het weten via een Apple of Google review. Dat kan ook via de social media kanalen of direct via een email. We kunnen het enorm waarderen als je dat doet. Tot slot danken we onze partners voor hun steun, dat zijn Kayak, EY, Odgers Berndtson executive search en Roland Berger. Bedankt voor het luisteren!