Dit is Leaders in Finance, een podcast waarin we op zoek naar de mens achter het succes. We praten met leiders van nu en later over hun drijfveren, carrière en privéleven. Waarom? Omdat er meer gesproken moet worden in de financiële sector. Het bedrijf waar onze gast Directeur-bestuurder van is, ontwikkelde een lingua franca voor hypothekia. “Er is één taal ontwikkeld, zogenaamd HDN, iedereen spreekt in de hypotheekmarkt die taal.” En hoe kan stapelen je sneller leren werken? “Dat heeft me veel gebracht op die verschillende niveaus opleiding te hebben om ook met heel veel verschillende mensen te leren werken, verschillende perspectieven. Ik kan best ook wel bezig zijn met denken of vastzitten in analyses. Op het moment dat je de wereld wat simpeler ziet, dat is ook gewoon hartstikke waardevol en dat helpt vooruit te komen.” En waar komt haar liefde voor de Efteling vandaan? “Dat ging van Grietje of Roodkapje zijn, het verhaal, het sprookje vertellen aan kinderen in het hotel of in het bos tot bij de Droomvlucht. Daar was ik dan elfje en dan soms een stukje zang of dans. Dat was onwijs leuk om te doen.” Onze gast deze week is Jennifer op ‘t Hoog, Directeur-bestuurder, van Hypotheken Datanetwerk, of HDN. Je gastheer is Jeroen Broekema.
Jeroen: Welkom bij een nieuwe aflevering van Leaders in Finance. Deze week is te gast Jennifer op ‘t Hoog, Directeur-bestuurder van Hypotheken Datanetwerk, ofwel HDN. Hartstikke leuk dat je er bent, Jennifer!
Jennifer: Dankjewel!
Jeroen: Leuk dat je de tijd neemt om met ons in gesprek te gaan. Voordat ik je verder zal introduceren, wil ik graag de partners van Leaders in Finance bedanken voor hun steun. Dat zijn EY, MeDirect, RiskQuest, Kayak en Roland Berger. Ik ben hen zeer dankbaar. Dan nu over naar mijn gast. Jennifer is per 1 januari 2023 benoemd tot directeur van HDN. Voordat ze deze rol op zich heeft genomen, heeft ze een veelzijdige loopbaan gehad bij Achmea. Als Management Trainee begon ze daar haar carrière in 2008. Na haar periode als trainee heeft Jennifer verschillende rollen vervuld bij Achmea, waaronder als Senior Manager strategie en innovatie en Senior Manager product management bij Achmea bank en voor die tijd ook bij Achmea Zilveren Kruis. Jennifer is afgestudeerd Bachelor European Studies en heeft een master International Relations, beide aan de universiteit van Maastricht. Tijdens haar bachelor was ze tevens president, dat vond ik leuk om te zeggen, van een team van studenten dat onderzoek deed voor Nederlandse bedrijven in Vietnam en Maleisië. Tot slot, Jennifer is 42 jaar, ze is getrouwd en ze hebben samen drie jonge kinderen en ze wonen in Oosterwijk met het mooie detail dat er ook nog twee katten bij hen wonen. Dan hebben we een introductie over jou, Jennifer. We gaan nog veel meer over jou te weten komen, hoop ik, gedurende deze podcast. Wat ik heel erg prettig vind, is altijd de organisatie die jij representeert, HDN in dit geval, neer te zetten en om dat te structureren aan de hand van de stakeholders zodat we een goed beeld hebben bij wat HDN eigenlijk doet voor mensen die er misschien nog nooit van gehoord hebben of het een beetje kennen. En zelfs als ze het helemaal kennen, komen we vaak ook nog wel op dingen die men nog niet weet. Dus laat ik eerst eens vragen, wat is HDN eigenlijk? Is het een bedrijf, een vereniging, een stichting? Wat voor rechtsvorm hebben we het over?
Jennifer: HDN is een coöperatieve vereniging. Wellicht geeft het ook meteen een beter beeld, dertig jaar geleden – we bestaan dit jaar dertig jaar – zijn we opgericht door banken in Nederland die zeiden, “Hoe kunnen we slimme informatie-uitwisseling voor hypotheken en voor kredieten en verzekeringen beter met elkaar organiseren?” Dus dan gaat het over communicatie tussen financieel adviseurs en banken, geldverstrekkers. Daarin hebben we een aantal rollen van wat we doen. Enerzijds is het gericht op de communicatie, dus dat is de standaard. Er is één taal ontwikkeld, zogenaamd HDNs, dus iedereen spreekt in hypotheekland die taal.
Jeroen: HDNs, mooi!
Jennifer: Dus zowel intermediair als software als adviespakketten als banken, die spreken die taal voor bijvoorbeeld hypotheekaanvragen. We regelen techniek, dus het platform waarover die berichten verstuurd worden. En daaruit komt data, dus er komen allerlei inzichten over hypotheekaanvragen in Nederland.
Jeroen: Nog even voor de zekerheid, je zei dat het opgericht is door banken. Zijn dat ook nog steeds de partijen die erachter zitten, of zijn het andere?
Jennifer: We hebben inderdaad leden en gebruikers als vereniging en onze leden zijn inderdaad de banken en gebruikers zijn dan inderdaad intermediairs.
Jeroen: Waar moet ik aan denken, hoeveel banken ongeveer, hoeveel gebruikers?
Jennifer: Er zijn circa zestig banken en 4500 intermediairs en ik noemde al een aantal partijen, je hebt bijvoorbeeld CRM-pakketten, advies- en softwarepakketten. Daar werken wij ook allemaal mee samen, want het gaat erom dat er in die hele keten dezelfde taal gesproken wordt en dat je op eenzelfde manier aansluit om maximaal efficiënt en innovatief te zijn in de keten.
Jeroen: Is dat HDNs wat alleen intern gebruikt wordt, of wordt het ook door deze partijen allemaal gebruikt?
Jennifer: Dat durf ik niet met zekerheid te zeggen, maar ik denk dat die wel vaker gebruikt wordt.
Jeroen: Mooi, prachtig! Waar ik ook nieuwsgierig naar ben, zestig banken, daar cover je bijna alles mee, toch? Of zijn er dan nog steeds partijen waarvan je zegt, “Die zouden eigenlijk ook nog aangesloten moeten worden”?
Jennifer: Er zijn nog een aantal kleine spelers die nog niet op het netwerk zijn. Dat is ook een afweging die partijen zelf moeten maken. Vaak zie je dat mensen, partijen en organisaties dat één keer in de zoveel tijd overwegen om toch aan te sluiten. Rabobank zit al jaar en dag op het HDN-netwerk, maar in december hebben zij ook hun lokale kantoren toegevoegd. Dus daar kan je dan aan denken, dat was nog een stapje dat toegevoegd werd. Dat is belangrijk, want dan wordt alles wat we doen nog efficiënter, want je doet het voor meer partijen. Dus het wordt effectiever. En daarnaast wordt ook de data die we eruit krijgen zuiverder omdat je een groter deel van de markt bespaart. Maar je kunt wel denken aan 97% van de markt.
Jeroen: Dat zijn wel percentages waarmee je echt wel de universal coverage mag zeggen. Dat betekent dat je ongelooflijk veel informatie te zien krijgt.
Jennifer: Ja, het is wel belangrijk om even te noemen dat die berichten gesloten worden verstuurd. Dat zijn verzegelde briefjes die gestuurd worden en wij zijn het netwerk of de waterleiding of dat soort termen, die worden vaak gebruikt. Maar we zorgen wel dat we geanonimiseerd data opslaan. Daar komen dan de gegevens uit de HDN-index in terug.
Jeroen: Ik wil straks nog even goed begrijpen wat jullie exact doen en wat jullie producten zijn. Dat is prima, het is fijn als dat aan bod komt. Nog even over die twee woorden ‘coöperatieve vereniging’. Dat is een combinatie die mij wel tot de verbeelding spreekt. Wat betekent dat voor de governance? Hoe wordt deze organisatie aangestuurd?
Jennifer: Voordat ik de aansturing benoem, de coöperatie gaat natuurlijk heel erg over samen. In HDN kennen we een vergevorderde mate van dat samen. We hebben werkgroepen en in die werkgroepen wordt bijvoorbeeld die taal beheerst. Dus de werkgroep standaard, daar zitten vertegenwoordigers vanuit banken, vanuit intermediairs, vanuit adviespakketten. Die zitten daar aan tafel met elkaar om inhoudelijk te bepalen, “Wat moet er gebeuren?” Zo hebben we een zestal werkgroepen. Dat is echt cocreatie en samen. Er is een bestuur, dus Reinier van der Heijden en ikzelf zijn de directie en tevens het bestuur van HDN. Er is een Raad van Commissarissen die toezicht houdt op ons. Daarop toegevoegd hebben we afgelopen jaar het initiatief genomen om een strategische raad te starten en dat is een raad die ons helpt om na te denken over de strategische thema’s die relevant zijn voor de keten. En in die strategische raad hebben we een brede vertegenwoordiging van de keten. Dan kun je denken aan CEO’s van intermediaire clubs en vanuit geldverstrekkers die daar samenkomen van, “Wat zijn nu de vraagstukken die we willen adresseren?”
Jeroen: Dat is de langere termijn visie, kijken naar “Waar willen we ons op gaan focussen?”
Jennifer: Ja, we hebben gezegd, “De komende drie tot vijf jaar, wat zou strategisch gezien de thema’s zijn om je op te richten als HDN?”
Jeroen: Wat is dan een voorbeeld van een thema?
Jennifer: Er komen heel veel dingen aan bod. We zijn nu aan het uitwerken – want we hebben eigenlijk pas één bijeenkomst gehad met die strategische raad – de volgende bijeenkomst gaan we echt met elkaar doorjakkeren, “Wat zouden de potentiële thema’s zijn?” Daar komen dingen als duurzaamheid natuurlijk naar voren, dingen als artificial intelligence. Wat zou je daarin kunnen en willen als organisatie? Daar komen ook dingen naar voren als veranderingen in de hypotheekmarkt. Je ziet in het afgelopen jaar een consolidatie van bijvoorbeeld adviespakketten, hoe kijk je daarnaar? Dat met elkaar bespreken en misschien is er op sommige thema’s geen rol voor HDN en zeggen partijen, “Dat moeten we meer zelfstandig doen als organisatie.” Maar misschien zijn er ook thema’s die we juist samen willen oppakken. Dus dat zit nu echt in de verkenning, maar het is wel hartstikke interessant.
Jeroen: Ja, dat kan ik me voorstellen, dat je daar even apart kan nadenken over de langere termijn, op die grote thema’s. Even los van wat ik de platformfunctie noem, waar je in die werkgroepen bij elkaar komt, met hoeveel mensen run jij je organisatie?
Jennifer: Dat is wel bijzonder, want om een beeld te geven: afgelopen jaar hadden we zo’n 93 miljard qua volume wat over het platform gaat.
Jeroen: 93 miljard?
Jennifer: Ja, dus dat is best wel wat. Zou je durven gokken hoeveel mensen er dan werken bij HDN?
Jeroen: Ik heb geen idee. Bij veel van dit soort organisaties zie je natuurlijk doordat er zoveel mensen bij betrokken worden, dat de core club klein is. Bijvoorbeeld bij NAG werken ook niet zo extreem veel mensen. Maar je zal nog een stukje kleiner zijn, denk ik. Tien, twintig, dertig?
Jennifer: Dat klopt. We hebben acht mensen op de payroll staan en daaromheen zit er een flexibele schil van consultants waar we intensief mee samenwerken. Dat zijn er rond tien tot vijftien. Dus daarmee kom je zo rond de twintig uit.
Jeroen: Maar als je alle mensen, zowel die consultants als ook die werkgroepen bij elkaar optelt, zijn er natuurlijk heel veel meer mensen betrokken?
Jennifer: Dan heb je het over zo’n 150 man, als je dat bij elkaar zou optellen. En we werken als HDN ook met een aantal partners en leveranciers van systemen. Dus als je alles bij elkaar gaat optellen, kom je tot een aardige club. Maar het beeld dat dit soort volumes over het platform gaan…
Jeroen: 93 miljard met acht man, als je daar geen toelichting op geeft, is het zorgwekkend. Maar dat kan ik me goed voorstellen. Je moet dus in staat zijn om heel goed te netwerken en overal mensen erbij te betrekken als bestuurder, of niet?
Jennifer: Ja, samen vooruit. 50% van mijn tijd ben ik ook gewoon op pad en in gesprek met verschillende leden en gebruikers om te kijken, “Wat kunnen we samen doen? Wat zijn belangrijke onderwerpen voor jou? Waar is meer op nodig? Wat kunnen we samen verdiepen?”, noem maar op. Dus dat is eigenlijk een hele externe functie.
Jeroen: Helder. Je startte al even met een begin te maken van wat je nou uiteindelijk als product levert. Wat zijn diensten die jullie leveren? Kan je dat voor een semi-leek als ik nog eens goed toelichten?
Jennifer: We hebben een aantal berichten, maar het basisbericht is het hypotheekaanvraagbericht. De consument komt bij de financieel adviseur, wil een huis kopen. Dan pakt de financieel adviseur HDN erbij om daar alle gegevens in te vullen en documenten toe te voegen. Zo wordt eigenlijk over het HDN-lijntje dat stuk verstuurd naar MUNT Hypotheken en ING, om twee voorbeelden te noemen. Vervolgens wordt daar de communicatie opgestart, dus documenten worden bijgevoegd, dat is dan een apart bericht. Er is een statusbericht. Op het moment dat die klant de hypotheek heeft, na vijf jaar wil die intermediair in gesprek met die klant om actief beheer toe te voegen. Dan hebben we een informatieaanvraag bericht. Dan kan die ook weer eenvoudig een bericht sturen waardoor die actuele leninggegevens in komen, zodat ze de klant nog beter kunnen helpen.
Jeroen: Is jullie toegevoegde waarde dan dat jullie die standaard zijn? Of is de toegevoegde waarde de techniek, de software of de veiligheid? Of allemaal?
Jennifer: Ik zou toch wel allemaal zeggen, inderdaad. Want die standaard maakt het mogelijk dat je met elkaar een eenduidigheid hebt, dat iedereen het over hetzelfde heeft, dat al die systemen op elkaar kunnen klikken. Want je hebt natuurlijk heel veel partijen in zo’n keten. Veiligheid is natuurlijk superbelangrijk, dat is altijd al zo geweest en in toenemende mate met alle wet- en regelgeving die op ons afkomt, wordt het niet bepaald minder. Dus dat blijft een thema, daar zijn we ook heel erg mee bezig. En het is ook gewoon beschikbaarheid, want op het moment dat HDN er niet zou zijn, zouden eigenlijk die 4500 intermediairs allemaal een lijntje richting een geldverstrekker moeten hebben en allemaal een apart lijntje naar een adviespakket. Daarin faciliteer je.
Jeroen: Eigenlijk doet niemand het zonder deze berichten, zoals jij ze noemt, toch?
Jennifer: Nee. Je kunt denken aan mail, die zijn natuurlijk veel minder veilig. Of aansluiting op een CRM-pakket zonder HDN terwijl je wel de taal spreekt. Want die delen we ook gewoon. Maar dat is niet wat je wil als partij.
Jeroen: Ik wil het met je hebben over data, data zit zelfs in jullie naam, en over cyber. Zijn cyberrisico’s top of mind voor jou? Dat mensen op enige manier kunnen inbreken op deze berichten? Want je ziet constant grote issues met cyber attacks.
Jennifer: Zeker zijn we daar intern als organisatie ook heel erg mee bezig. Ook gewoon opleiding van mensen en noem maar op. Tegelijkertijd is het goede nieuws dat wij een zogenaamd ‘fire and forget’ hebben, dus daarmee is het potentiële risico wat je loopt lager.
Jeroen: Hoe noem je dat?
Jennifer: Fire and forget. Dus het komt voorbij, wat ik al zei, we kijken niet in die berichten en vervolgens is de informatie ook nog weg. Je hebt wel die geanonimiseerde set aan data. Daar hebben we wel de nodige maatregelen getroffen dat als die gekraakt zou worden, dat daar back-ups van zijn. En tegelijkertijd kan dat gebeuren.
Jeroen: Maar dus geen NAW-achtige dingen?
Jennifer: Nee, zeker niet.
Jeroen: Dat soort dingen zien jullie allemaal niet?
Jennifer: Nee.
Jeroen: Maar je kan dus wel geageerd dingen zeggen over de hypotheekmarkt?
Jennifer: Ja. Je kunt inderdaad zeggen wat de gemiddelde verkoopwaarde is geweest of hoeveel starters er in de hypotheekmarkt waren het afgelopen jaar, allerlei facts. Ook wat de groei is geweest en we vergelijken vaak met een maand daarvoor, maar ook met een maand daarvoor zodat je wat kunt zien.
Jeroen: Dat is natuurlijk een schat aan informatie die heel veel partijen graag zouden willen hebben, maar dat commercialiseren jullie niet, neem ik aan? Gezien het coöperatieve karakter van wat jullie doen.
Jennifer: Nee, we commercialiseren dat niet. We geven dat terug aan de markt, dus we hebben maandberichten, kwartaalberichten en jaarberichten. Daarin brengen de voornaamste inzichten naar buiten. Die delen we met de pers, die delen in congressen, webinars en noem maar op. Daarnaast kunnen banken en intermediaire partijen toegang krijgen tot hun eigen gegevens versus de markt. Daar kunnen ze dan hun eigen dashboard maken.
Jeroen: Allerlei benchmarks op loslaten.
Jennifer: Ja.
Jeroen: Dat is ook wel heel interessant. Wat zijn nog meer diensten of services die jullie verlenen aan al die partijen die aangesloten zijn?
Jennifer: Bedoel je op het gebied van data?
Jeroen: Ik weet het niet, alles wat jullie doen, ik wil alles weten!
Jennifer: Waar te beginnen? Zoals ik al zei, we hebben heel veel verschillende soorten berichten. Ik noemde het actief klantenbeheer bericht om informatie op te halen, dat is nieuw. Dat is in het afgelopen jaar geïmplementeerd. We zijn nu met een nieuw bericht bezig wat het ook mogelijk maakt om beheermutaties eenvoudig door te voeren. Eerst de berichten van ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid, dat is echt een enorme winst in de hypotheekketen, want dat is een proces dat heel veel tijd en aandacht vraagt bij alle verschillende onderdelen. Dus dat is een hele gave dienst die we aan het ontwikkelen zijn. Vanochtend had ik nog stuurgroep Goed Idee, Goed Idee gaat over digitaliseren, digitale identiteit en digitaal ondertekenen van documenten, om dat mogelijk te maken in de hypotheekketen. Daar werken we wederom samen met een aantal partijen die hier willen helpen om dat als eerste in de markt mogelijk te maken. Dat zijn meerdere projecten die we doen. Maar ook op het gebied van duurzaamheid hebben we een zogenaamde denktank georganiseerd om met mensen te kijken, “Wat zouden we vanuit HDN kunnen betekenen om het onderwerp duurzaamheid verder te faciliteren in de markt?”
Jeroen: Waar moet ik dan concreet aan denken? Wat zou iets kunnen zijn? Ik weet niet of je het gaat doen.
Jennifer: Het begint natuurlijk bij de vraag, “Is duurzaamheid eigenlijk wel voldoende geborgd in de governance?” Dat was één van de vragen in de eerste sessie die we hadden. Daar hadden we het antwoord ‘ja’ op, want het gaat over efficiëntie en innovatie brengen in die keten. Op het moment dat je je leden en gebruikers kunt ondersteunen, is dat hartstikke waardevol. Vervolgens gaat het ook over, “Is er bepaalde informatie die je kunt meegeven in de standaard die over duurzaamheid gaat?” De afgelopen weken ging het natuurlijk over klimaatlabel. De hoofdeconomen van de grootbanken hadden een oproep over een klimaatlabel. Als dat er is, kan HDN faciliteren dat het over de lijn komt. Maar het gaat ook over onze eigen CO2-emissie meten en het gaat over de koepelvereniging van intermediaire partijen bij elkaar te brengen. Want die doen hartstikke goede initiatieven, “Wat doen jullie al, wat kun je meer samen doen en hoe kunnen we elkaar verder helpen?” Dus daar komt een veelheid aan initiatieven uit voort.
Jeroen: En de plusminus zestig banken en 5400 intermediairs, zijn ze tevreden over wat HDN doet? Krijg je veel feedback?
Jennifer: Ik denk in het algemeen wel, en tegelijkertijd zijn er altijd processen die aandacht verdienen. Dus als je het hebt over, “Voegt HDN waarde toe in de keten?”, absoluut. Wat je al zei in de introductie, ik ben vorig jaar gestart in deze rol en ik was echt heel positief verrast door de mate waarin mensen zitten te wachten op HDN. Want dat is natuurlijk heel interessant als je start bij zo’n club die je eigenlijk alleen nog maar vanaf een afstand meegemaakt hebt, “Hoe gaat dat in de praktijk?” Maar je biedt gewoon een dienstverlening aan die relevant is voor al die partijen. Het is echt efficiënt en noem maar op. Tegelijkertijd zijn er bepaalde processen waar we in de afgelopen jaren flink in verbeterd hebben zodat we het certificeren. Dus we kijken ook of partijen daadwerkelijk HDNs spreken, dat ze het niet alleen zeggen dat ze het doen, maar dat ze het ook in de use toepassen. Dat was een proces waar een aantal jaren terug best wat commentaar op kwam. Het duurde lang, veel handmatig werk, noem maar op. Dus daar hebben we in de afgelopen jaren wel flinke verbeteringen in gerealiseerd. En zo zullen er altijd aandachtspunten zijn, dat maakt ook dat we hier volgende stappen en verbeteringen kunnen doorvoeren. Maar ik denk over het algemeen gesteld dat partijen absoluut tevreden zijn.
Jeroen: Mooi, als er iets is, horen we het na afloop wel.
Jennifer: Het is wel wat om dat zo te zeggen, maar dat is wel mijn huidige beeld.
Jeroen: Lijkt me een heel goed startpunt, in ieder geval. Ik vind die kantelpunten in carrières heel boeiend. Want je werkte bij Achmea en je komt dan hier terecht. Allereerst een hele praktische vraag: hoe kwam je hier terecht?
Jennifer: Ik werd benaderd door een headhunter. Dus ik dacht, “Interessant.” Ik werd wel vaker benaderd, maar dat is misschien wel grappig, want ik heb dertien jaar bij Achmea gewerkt en ik heb nooit echt verleiding gehad om buiten te kijken. Dat had ik op dat moment ook niet, maar ik merkte wel, “HDN is wel interessant, want dat is een bijzondere club.” Je kijkt markt breed, het is een club met professionals bij elkaar die die standaard beheren. Het is natuurlijk op data, dat vond ik hartstikke interessant. Dus ik was wel getriggerd omdat het zo’n andere rol was. Ik had mezelf ook niet echt weg zien gaan bij Achmea, want ik zat helemaal op mijn plek. Maar toen deze voorbijkwam, dacht ik, “Dit is wel echt iets wat ik niet in deze omgeving kan leren.” Omdat je die eindverantwoordelijkheid hebt en voor een markt kan kijken in plaats van je eigen business unit, vond ik dat een hele aantrekkelijke rol.
Jeroen: Maar je had echt een hele andere rol, of niet?
Jennifer: Ja.
Jeroen: Noem eens drie dingen die echt heel anders zijn ten opzichte van wat je hiervoor deed?
Jennifer: Alleen al de omvang van de organisatie is natuurlijk bizar, dus enorm veel interne collega’s. Nu heb ik ook nog een enorm netwerk, maar dat zijn allemaal mensen die bij verschillende bedrijven werken. Nu is mijn functie superextern en ik zat bij Achmea Bank in de laatste jaren ook wel in een externe rol, maar dan was het nog steeds een soort van hobby erbij. Dus 10% van mijn tijd besteedde ik dan aan nieuwe samenwerkingen en noem maar op. Nu is het minimaal 50% van mijn tijd dat ik echt bezig ben met buiten. Maar de verschillen zitten ook in hele kleine dingen. Bij Achmea is natuurlijk alles geregeld in het faciliteren van medewerkers, bijvoorbeeld. Dat is echt wel next level met hoe systemen op elkaar geïntegreerd zijn en alles naadloos aansluiten, het is gewoon een IT-organisatie. En nu kwam ik in een organisatie waar het ‘bring your own device’ was en zes systemen naast elkaar met aparte inlogs. Hartstikke safe en dat past helemaal bij de omvang van de organisatie die je hebt. Maar dat waren wel dingen waar ik echt eventjes serieus aan moest wennen.
Jeroen: En als het gaat om verantwoordelijkheidsgevoel of druk op jou, is deze functie dan veel zwaarder, naar je gevoel?
Jennifer: Het heeft voor mij niet gevoeld als een stretchbenoeming. Dus ik heb er geen last van gehad, van die overgang. Ik heb wel bewustwording gehad dat het interessant is dat er niemand boven je zit. Uiteraard heb je een Raad van Commissarissen die toezicht houdt, maar als alles gaat zoals het moet gaan, spreek je die een paar keer per jaar in die toezichthoudende vergaderingen. Binnen Achmea was ik altijd gewend aan een leidinggevende en daarboven zaten nog een paar lagen tot aan de Raad van Bestuur. Dus dat dat anders is en dat je daarin zelf die eindverantwoordelijkheid had, dat was meer gevoelsmatig. Ik heb dat niet als een last of een enorme nieuwe druk ervaren. Ik merkte dat het me eigenlijk wel paste. Ik heb dat zelf een beetje geframed, blijkbaar was ik daar ook wel aan toe. Want het brengt ook hele mooie kansen met zich mee, om zelf te bepalen wat je belangrijke onderwerpen vindt, waarop je verschil wil maken in deze rol en noem maar op.
Jeroen: Je hebt natuurlijk die strategische raad die je recent gestart bent. In je vorige rol deed je ook iets met strategie en innovatie. Dus die strategie, dat woord komt wel steeds weer terug. En in jouw rol uiteindelijk met je medebestuurder zet jullie natuurlijk toch wel de lijnen uit, op hoofdlijnen, in ieder geval. Is dat iets waarvan je zegt dat dat toch wel anders is als je het zelf moet doen dan dat je daaraan bijdraagt, de strategie van Achmea of je vorige rollen binnen die bank? Je hebt natuurlijk altijd puzzelstukjes aangedragen, maar nu moet je wel het geheel overzien.
Jennifer: Ja, zeker. We zijn echt bezig om die strategische puzzel uit te denken en wat je wil doen. Maar je moet het meer inderdaad doen dan denken.
Jeroen: Dat is grappig, kan je dat toelichten?
Jennifer: Wat ik daarmee bedoel, bij bijvoorbeeld Achmea Bank, maar ook Zilveren Kruis waar ik daarvoor gewerkt heb, was je bezig met de strategie uitdenken. Een lang proces met heel veel collega’s, superdiepgaand en uiteindelijk staat er dan een strategiekaart of een visie vierluik of noem maar op. Dan ga je daar met een hele grote organisatie mee aan de slag en iedereen doet een klein stukje. Dus ik deed ook altijd een klein stukje van die strategie waar je invulling op kon geven. Daar kon je ook heel trots op zijn en daar werkte je samen aan. En nu is het eigenlijk: je bepaalt een richting, je zegt, “Dit is interessant” en je begint er morgen aan. Je begint er ook zelf aan en je bent ook zelf verantwoordelijk voor de brede beweging die je te nemen hebt.
Jeroen: Je bent ook verantwoordelijk als het niet loopt of deels niet loopt.
Jennifer: Precies, ja. Dat is razend interessant.
Jeroen: Wat is je tip voor mensen die een beetje in dezelfde positie zoals jij terechtkomen onder de paraplu van zo’n grote organisatie? Je noemde het zelf al een beetje, een bureaucratie werkt natuurlijk ook voor je, alles is georganiseerd en er zijn structuren en procedures. En mensen die dan toch opeens in zo’n positie komen waar ze toch veel meer zelf dat moeten gaan doen, wat zou dan je nummer één tip zijn?
Jennifer: Ik zou zeggen: durf te experimenteren met wat voor jou ook gewoon goed voelt om de boel vooruit te krijgen. Ik was binnen Achmea wel gewend dat ik degene was die in ieder geval altijd probeerde om de snelheid te brengen. Hoe kan het wel? Ik had heel duidelijk van, “Dit is het proces wat we moeten doorlopen.” Je wist precies langs welke paaltjes je moest en langs welke plekken om iets geaccordeerd te krijgen. Dat wil niet zeggen dat het altijd lukte, maar je wist in ieder geval wel wat het pad was. En ik merkte toen ik bij HDN binnenkwam dat ik soms dacht, “Het gaat te snel.” Dat is heel grappig, dat ging over mijn eigen verantwoordelijkheid. Als we in overleg zeiden, “Dan gaan we linksaf” en vervolgens liepen we de meeting uit en dan gingen we daadwerkelijk linksaf. Maar ik merkte, “Ik ben weloverwogen.” En dat was een waarde die ik binnen Achmea ook toepaste, maar die paste daar meer bij het tempo in de organisatie. Dus daarvan heb ik gedacht, “Dat is ook een waarde.” Het is nu niet alleen versnellen, ik kijk nog steeds, “Waar kan ik versnellen?”, maar het gaat ook over de check van, “Hoe weloverwogen is dit? Hebben we deze punten nog onderzocht”?
Jeroen: Mooi hoe je het verwoordt, ik kan het me ook ongelooflijk voorstellen.
Dit is Leaders in Finance met Jeroen Broekema.
Jeroen: Als jij nu terugkijkt op je loopbaan bij Achmea in al die verschillende rollen die je hebt gehad, dat woord vond ik mooi wat je eerder gebruikte, een stretchbenoeming. Het was geen stretchbenoeming, zei je. Als je dan toch naar de stretch kijkt, wat waren stretchmomenten in jouw loopbaan daar?
Jennifer: Ik heb een onwijs leuke tijd gehad bij Zilveren Kruis, daar was ik verantwoordelijk voor lessen. Dat ging heel erg over, “Hoe kun je samen met partners zorg en gezondheid goed en betaalbaar houden voor iedereen?” Daar kwamen fantastische trajecten uit, dat heb ik ook echt een tijd gedaan. En daarna ging ik naar de bank en werd ik verantwoordelijk voor Product Management van hypotheken en sparen. Die functie bij Zilveren Kruis was een Programmamanager/Advies Management rol. En bij de bank was dat een Senior Management functie, niet met een enorm team, maar wel met een flink team met inhoudelijke specialisten op het domein waar ik echt geen kaas van gegeten had. Dus ik had nog nooit een hypotheek van dichtbij gezien en ik werd eindverantwoordelijk voor Product Management. Dat was een stretchmoment, want de context was anders, de content was anders en het hele stakeholderveld was anders. Dus dat was echt wel een flinke uitdaging, wat erin resulteerde dat het ook flink zwemmen was en flink werken. En de learning die ik daaruit getrokken heb, ik kwam natuurlijk meer uit een rol waarin ik de expert was en een aantal mensen begeleide. Ik ging naar, “Men kan niet alles overzien.” Dus ik kon niet alle inhoud van alle mensen die daar zaten overzien en overal de inhoudelijke expert op zijn. Dat is loslaten en daarop vertrouwen. Dat was wel een enorme les die ik daar geleerd heb.
Jeroen: Dacht je in het begin, “Dit ga ik toch niet redden”? Of dacht je, “Ik ga het sowieso redden”?
Jennifer: Ik dacht, “Ik ga gewoon doorwerken tot ik die superexpert ben die iedereen op zijn of haar manier het beste kan helpen.”
Jeroen: Tot je erachter kwam, “Dat gaat nooit lukken.”
Jennifer: Ja.
Jeroen: En kwam je daar zelf achter, of zei iemand tegen jou, “Jennifer wacht even, zo werkt het niet.”
Jennifer: Ik ben vrij open en transparant over hoe ik in de wedstrijd zit, dus ik had inderdaad toen een bila met mijn leidinggevende en toen schetste ik dat. En toen zei hij, “Dat gaat natuurlijk nooit lukken. Dus dat is precies wat jij hier te leren hebt.” Toen kwamen we al sprekende tot het inzicht. Dus hij heeft mij daar absoluut een mooi inzicht bij gegeven en bij geholpen. En vanaf het moment dat ik het zag, is het natuurlijk ook veel makkelijker om het daadwerkelijk te gaan doen.
Jeroen: In de voorbereiding hadden we een quote opgeschreven, er staat geen bron bij. “Op het moment dat ik merkte dat mijn leercurve verlaagt of vertraagt weet ik dat ik op zoek moet naar nieuwe uitdagingen.” Dat kan jij wel geweest zijn, hè?
Jennifer: Ja, dat kan ik wel geweest zijn.
Jeroen: Zonder bronvermelding, maar goed, bij deze bevestigt. Dat vind ik interessant, want wanneer weet jij dat jouw leercurve verlaagt of vertraagt zoals je het zelf zegt?
Jennifer: Als dingen voelen als een herhaling, als ik merk dat ik minder nieuws kan brengen, dat ik minder geprikkeld word. In deze rol heb ik echt wel in het afgelopen jaar natuurlijk een paar keer gehad dat ik dacht, “Het is voor het eerst dat ik dit doe.” Ik hou ook heel erg van reflecteren hoe iets gegaan is, en dat je van tevoren enige spanning ervaart, dat je het doet en dat je dan daarop reflecteert, “Wat ging goed en wat kan beter?” Op het moment dat die momenten zich niet meer aandienen, weet ik dat het spel eigenlijk gespeeld is. Dat wil niet zeggen dat ik dan meteen mijn spullen pak, maar dat is voor mij wel een trigger. Je wordt natuurlijk wel vaak in je loopbaan gevraagd, “Hoe heb je je loopbaan bepaald?” Dat heb ik dus nooit bepaald, voor mij was mijn richting geven altijd, “Ben ik nog aan het leren?” of “Wat zou ik nog willen leren?” Dus dat is heel ontwikkelgericht.
Jeroen: Ik kan overigens wel bevestigen op basis van 152 interviews dat ik vier mensen had die het redelijk bedacht hadden en de rest niet.
Jennifer: Dat geloof ik, grappig!
Jeroen: Sterker nog, nagenoeg niemand had bedacht om in de financiële sector te werken, maar daar komen we straks nog even op. Ik wil nog even doorvragen op dat reflecteren, want je snijdt dingen aan waarvan ik denk, “Daar moet ik toch even meer van weten.” Je hebt een jong gezin, je hebt een hele drukke baan. Hoe doe je dat? Want voor mensen die luisteren, inclusief degene die nu spreekt, ik ben heel erg benieuwd, hoe bouw je reflectiemomenten in? Want je gaat natuurlijk heel snel door op de orde van de dag, dan wel privé, dan wel zakelijk.
Jennifer: Dat gaat gewoon automatisch. Toevallig ben ik anderhalf jaar geleden een keer geïnterviewd over hoe je dat reflecteren inbouwt. Toen bedacht ik mij, “Dat bouw ik helemaal niet in.” Dat doe je dus gewoon automatisch als je wegloopt uit een gesprek, als ik in de auto naar huis rijd.
Jeroen: Hoe gaat dat dan?
Jennifer: Dat gebeurt gewoon in mijn hoofd.
Jeroen: Wat gebeurt er dan in je hoofd?
Jennifer: Of ik krijg een bepaald gevoel, dus als ik straks op de terugweg ben van dit gesprek, krijg ik hopelijk een gevoel van, “Dat was echt een fijn gesprek. Het was mijn eerste podcast, maar het is allemaal goed gegaan.” En zo niet, is het toch een stukje intuïtie.
Jeroen: Dan zit het gewoon in je karakter, of heb je dit aangeleerd?
Jennifer: Ik denk dat het aangeboren en verder uitgebouwd is. Ik heb ook wel de overtuiging dat je daar heel veel van leert.
Jeroen: Ben je dan kritisch op jezelf?
Jennifer: Ik ben meer gericht op wat ik kan beter doen dan wat ik goed vind. Ik begreep trouwens dat het complimentendag is vandaag. Maar daar ben ik extreem slecht in, in complimenten ontvangen. Dat wuif ik makkelijker weg dan dat ik het ontvang. Het is niet dat ik dat niet wil.
Jeroen: Maar je weet het dus wel niet te persoonlijk te maken, blijkbaar. Je weet het wel te draaien naar een leerervaring, ook al ging iets niet goed?
Jennifer: Ja.
Jeroen: Dat is natuurlijk mooi, want dat kan lang niet iedereen zeggen, denk ik.
Jennifer: Nee, ik word daar niet negatief van. Het is meer dat ik dan inderdaad zie wat ik beter had kunnen doen, dan denk ik, “Dat kan ik de volgende keer meenemen.”
Jeroen: Dat is mooi. Schrijf je dit soort dingen ook op of zit het allemaal in je hoofd?
Jennifer: Ik ben wel van de boekjes, ik schrijf het soms op, maar het is niet zo dat ik het dan terug ga lezen. Het is meer iets wat in mezelf plaatsvindt. Natuurlijk heb ik wel ontwikkelgesprekken, als bestuur hebben we het met onze remuneratiecommissie over onze persoonlijke doelstellingen, en dergelijke. Daar schrijf ik het dan wel op, maar ik schrijf het niet op omdat ik dan meer leer.
Jeroen: Heel mooi om te horen! Ik vind vooral mooi – wat ik eerder al zei – dat je het als leren ziet. Veel mensen zullen heel erg balen als iets niet goed ging, en dat heb jij dus blijkbaar minder.
Jennifer: Als het over mijn persoonlijke ontwikkeling gaat, heb ik dat minder. Als het gaat over, “Dit stukje inhoud heb ik niet kunnen realiseren”, kan ik daar wel meer van balen.
Jeroen: Hoe ben je ooit bij Achmea terechtgekomen, hoe liep dat?
Jennifer: Dat was grappig, ik had European Studies gestudeerd en toen dacht ik, “Dan ga ik naar de Europese Commissie en allerlei bestormende dingen doen.” Maar toen was ik een paar keer in Brussel geweest en toen voelde ik aan dat dat niet helemaal voor mij was.
Jeroen: Waarom niet?
Jennifer: Ik sprak op een gegeven moment met iemand en die zat in een werkgroep drie lagen onder de commissie en die had dan zeven jaar ergens aan gewerkt en vervolgens kon hij twee niveaus hoger en werd hij toch afgeschoten. Toen dacht ik, “Dat tempo – hoewel het supergedegen en weloverwogen en waardevol is voor de gemeenschap – ik kan niet overweg met zoveel gelaagdheid.” Het gevoel van beperkte vooruitgang, dat was het voor mij. Toen kwam ik bij Achmea terecht.
Jeroen: Die kwam je op de Europese Commissie tegen het lijf?
Jennifer: Nee, helemaal niet. Toen dacht ik, “Ik ga me toch oriënteren op het bedrijfsleven.” En zodoende heb ik inderdaad vanuit de studentenstad kennismakingen gehad. Je had toen business courses bij Achmea en ING, daar ben ik toen geweest.
Jeroen: Wilde je in de financiële sector of had het ook Heineken kunnen zijn of Albert Heijn?
Jennifer: De financiële sector heeft natuurlijk producten die gewoon lange tijd relevant zijn voor mensen, in ieder geval is dat de bedoeling. Dus het is een product waar je lang over na moet denken, het is relevant, maatschappelijk verweven en dat gaf mij die richting. Ik had het niet per se bedacht, ik vond die traineeships ook hartstikke aansprekend, dat je daar veel kon leren in twee jaar tijd. Dus dat was ook wel een trigger.
Jeroen: Maar het was wel een tijd waarin– Ik zit nu even snel op te zoeken, wanneer begon je exact? Maar volgens mij redelijk in de crisis, toch?
Jennifer: Ik startte inderdaad in september 2008 en ik was net begonnen, het waren mijn eerste dagen, en toen was het het moment van Lehman Brothers. Dus toen was ik net bij consolidatie op de groep bij Achmea gestart. Dus dat was een heftig moment.
Jeroen: Het was wel een onderwerp daar.
Jennifer: Ja, zeker. En daar kwamen ook de nodige gevolgen voor Achmea zelf. Dus dat was wel een tijd om te starten.
Jeroen: Ben je anders naar de financiële sector gaan kijken in je loopbaan, tussen vandaag de dag en terug naar 2007?
Jennifer: Ja, er is überhaupt een veel breder begrip van gekomen. Ik zit even te denken, ik merk dat ik heel erg aan het puzzelen ben.
Jeroen: Dat is het mooie aan een niet voorbereid interview, het zou alle kanten op kunnen. Ik zal een klein beetje praten, dat geeft je ook de kans om een beetje na te denken. Wat je natuurlijk best wel veel hoort van mensen is dat ze in het begin van hun loopbaan met die crisis te maken krijgen en op een bepaald moment soms ook wel wat negatiever over de sector zijn gaan denken en op een bepaald moment weer vooruitgang zien. Dat hoor je vaak, maar ik ben benieuwd of je zegt, “Nee, ik ben vooral bezig met mijn eigen rol binnen de Achmea groep”? Of kijk je ook wel naar de hele bredere financiële sector?
Jennifer: Wat mij altijd wel gefascineerd heeft, is bijvoorbeeld consumentenvertrouwen en hoe zich dat inderdaad ontwikkelt. Daarin heb je natuurlijk echt wel dieptepunten meegemaakt en je ziet inderdaad dat het te voet komt en te paard gaat. Dat blijft een moeilijk thema, als je kijkt naar die vertrouwensmonitor die banken uitgevoerd hebben. Daarin zie je dat er weer stappen gewonnen worden, maar dat blijft een uitdagend onderwerp. Dat is ook omdat het vaak complexe materie is. Tenminste, materie die niet voor iedereen even vanzelfsprekend is. Als je iets niet begrijpt, is blind vertrouwen moeilijker dan slim vertrouwen.
Jeroen: Dat is een mooie uitspraak. Wat waren de leukste dingen uit je studententijd in Maastricht? Hoe kwam je überhaupt in Maastricht terecht?
Jennifer: Ik ben een zogenaamde stapelaar.
Jeroen: Dat zag ik, ja.
Jennifer: Ik ben gestart op de mavo en toen heb ik een mbo-opleiding gedaan in Tilburg op toerisme-gericht. Toen dacht ik, “Wat voor hbo-opleiding ga ik doen?” Toen dacht ik aan international business and languages. Dan zat je op een paar plekken, waaronder Maastricht. Toen liep ik die stad binnen voor een bezoek aan de school en toen dacht ik, “Dit is het.” Dus zo kwam ik daar terecht. Alleen, na een eerste aantal weken op die opleiding merkte ik ook, “Dit is eigenlijk meer van wat ik al eerder gedaan heb.” Dus ik heb mijn propedeuse gehaald en ik ben het jaar daarop naar de universiteit gegaan.
Jeroen: Ik wil even een paar zijpaadjes in. Ik wil het zo nog even over de stapelaar hebben, maar wat was het leukste in je studententijd in Maastricht? Wat waren daar de leukste dingen? Heb je het als een leuke tijd ervaren?
Jennifer: Zeker, ik heb het als een leuke tijd ervaren. Ik vond het gewoon heel leuk dat je de zelfstandigheid krijgt en dat je zelf bepaalt wat je doet. Ik had bij een studentenvereniging gezeten, dat researchproject wat je aanhaalde, dat is nog steeds een hechte vriendengroep. Dus dat is echt super bijzonder geweest.
Jeroen: Leuk! Over de stapelaar, dat zei ik net al, daar wil ik ook graag op doorvragen. Je begon op de mavo, hoe kwam dat tot stand? Als je uiteindelijk de universitaire opleiding doet en op het niveau werkt waarop je nu werkt, is dat niet het eerste wat je denkt. Je reflecteert op alles, dus ik ben benieuwd!
Jennifer: Ja, inderdaad! De basisschool is echt wel een vroeg moment om dat te weten. Ik vond toetsen heel spannend, dus dat maakte dat ik een soort van een black-out kreeg op het moment dat ik die papiertjes kreeg. Die moest je met een potloodje invullen, die Cito-toetsen. Dan blokkeerde ik gewoon helemaal. Dus dat ging gewoon slecht, en dat verraste leraren ook wel. Tegelijkertijd hadden mijn ouders ook wel zoiets van, “We hoeven niet een bepaalde richting te forceren.” Dus dat is eigenlijk hoe dat ontstaan is.
Jeroen: Hadden ze je misschien wel een beetje moeten forceren?
Jennifer: Het is niet iets wat ik hen kwalijk neem en ik denk ook wel dat ik die ontwikkeling misschien nodig heb gehad. Het heeft me ook gewoon veel gebracht. Dus het is wel apart geweest dat mijn beste vriendinnetje naar het gymnasium ging en ik zat op de mavo. Maar we zijn nog steeds bevriend, dus dat werkte. Maar dat was wel bijzonder.
Jeroen: Je moet toch het gevoel gehad hebben dat het vrij simpel was, als je uiteindelijk zo makkelijk een universitaire opleiding doet en nu in deze context werkt?
Jennifer: Je bent ook gewoon een puber en je gaat mee en alles was natuurlijk leuker en interessanter dan per se het aanbod. Niet dat ik zo enorm rebels was, maar toen ik in de tweede van de mavo kwam, haalde ik alleen maar achten en negens en ik deed eigenlijk niets. Ik luisterde gedurende de lessen en vervolgens haalde ik de toetsen met vlag en wimpel. Dus toen ben ik wel een gesprek aangegaan van, “Is het een idee om naar de havo te gaan?” Maar toen werd net de tweede fase ingevoerd. Ze zeiden, “Je kunt beter mbo en hbo doen, dat sluit beter aan. Dat hebben we ook onderzocht, en dat lijkt ons een goed traject voor jou.” En eigenlijk dacht ik daarmee ook, “Dat is prima.” Op het moment dat het eindstation hbo was geweest, was het prima en waardevol geweest. Alleen, doordat die mbo-opleiding een soort van mbo-plus opleiding was, kwam ik op het hbo terecht. Het enige verschil was dat het dan Engelstalige lessen waren, maar het niveau kwam op mij over alsof het gelijk was.
Jeroen: En je vriendinnetje waar je nog steeds bevriend mee bent, zegt achteraf “Ik heb het altijd wel gezien dat je een universitaire opleiding gaat doen”?
Jennifer: Dat is grappig, dat hebben we nooit zo besproken. Maar ieder doet zijn ding, dus ik heb daar ook geen complexen aan overgehouden. Ik heb me weleens afgevraagd, “Had ik die tijd beter moeten besteden?” Maar ik heb er ook zoveel van geleerd.
Jeroen: Maar blijkbaar is er een punt gekomen waarbij die faalangst rondom die toetsen eraf gegaan is? Of is dat altijd een beetje gebleven? Heb je ook tijdens je universitaire tentamens altijd een beetje dat gevoel gehouden?
Jennifer: Dat kan ik nog steeds weleens hebben, ja. Hoewel ik best zelfverzekerd ben en lekker in mijn vel zit, zijn er wel bepaalde triggers die dat gevoel nog kunnen geven.
Jeroen: Mooi dat je dat wil delen! Hoe ben je opgegroeid? Wil je daar ook iets over delen?
Jennifer: Ja, zeker. Ik zat net nog te denken, ik zei dat het me veel gebracht heeft, op die verschillende niveaus opleiding te hebben, om ook met heel veel verschillende mensen te leren, te werken, verschillende perspectieven. Dus wat dat betreft was het juist wel heel interessant. Natuurlijk is het een paar jaar extra.
Jeroen: Heb je daar een voorbeeld van?
Jennifer: Soms is het ook gewoon makkelijker als het wat simplistischer is. Je kan best ook wel bezig zijn met denken of vastzitten in analyses. Op het moment dat je de wereld wat simpeler ziet, is het ook hartstikke waardevol en dat helpt ook heel erg om vooruit te komen.
Jeroen: En daarnaast zul je waarschijnlijk nooit neerkijken op mensen met andere opleidingen en dat soort dingen, dat heb je dan misschien nog sterker. Dit is zeer suggestief, misschien klopt het helemaal niet.
Jennifer: Ik zat te knikken, zeker. Het letterlijk ervaren dat iedereen waarde heeft, met welke achtergronden die ook heeft. Dat is wel wat ik heel erg ervaren heb.
Jeroen: En je jeugd?
Jennifer: Ik ben opgegroeid in Dongen in een Brabants dorp. Een fantastische plek om op te groeien. Het was een gezin met twee kinderen, dus ik heb een oudere broer. En eigenlijk was ik heel blij en gelukkig. Ik ben echt Brabants, dus mijn ouders komen allebei uit grote gezinnen tussen tien en negen kinderen in het gezin. Er was altijd veel met familie, we gingen ook op vakantie met neven en nichtjes.
Jeroen: Katholiek?
Jennifer: Ja. Niet dat het een enorme dominante plek in onze opvoeding was, maar ik ben wel gedoopt en heb mijn communie en vormsel gedaan en dat soort dingen. Ik heb het ook altijd interessant en fijn gevonden. Dus heel familiair, heel gezellig.
Jeroen: Wat deden je ouders?
Jennifer: Mijn vader werkte in Dongen. Daar had je een militaire basis, dus hij werkte daar als niet-militair als burger. En mijn moeder werkte in een bedrijf van mijn oom en tante, dat was een medische hulpmiddelen organisatie.
Jeroen: Dus je beide ouders waren aan het werk.
Jennifer: Beide ouders waren aan het werk, ja. Dat is ook altijd zo geweest, en beide ouders waren ook niet hoog opgeleid. Dus dat is de achtergrond. Ze hebben me heel erg laten zien dat je door hard te werken komt waar je wil zijn. En ook dat alles goed is wat je daarin doet. Mijn ouders hebben me nooit zitten pushen op een bepaalde richting of iets, maar juist de vrijheid gegeven om zelf de keuzes te maken en dat is super waardevol.
Jeroen: Klinkt als een hele mooie jeugd.
Jennifer: Ja, zeker. Daar ben ik ook absoluut over te spreken.
Jeroen: Dat mag ook gezegd worden, dat is absoluut waar. Heb je nog iets meegemaakt – ik stel dat vaak als vraag – waarvan je zegt, “Dat heeft later heel veel impact op me gehad in die fase van nul tot achttien of vijfentwintig”?
Jennifer: Wat wel in de gezinssituatie bijzonder was, is dat mijn broer en ik heel erg verschillend zijn. Ik ben nu uiteindelijk directeur bij HDN, hij is vrachtwagenchauffeur. Daar is dus niets mis mee, dat raakt het thema wat we net weer hadden, maar daarbij kun je je wel voorstellen hoe anders de achtergrond is, hoe anders vrienden zijn, hoe anders context is. Dat sommige dingen niet te begrijpen waren, dus dat ik inderdaad in Maastricht ging studeren en dacht, “O, leuk, met mijn studentenvereniging broertje en zusje dag” en hij dacht, “Daar zit ik echt niet op te wachten.” Dus dat soort dingen. Dat heeft wel gevormd. Hij had in de periode dat we samen opgroeiden ook altijd wat meer aandacht nodig. Dus het was ook heel logisch dat meer aandacht van mijn ouders naar hem ging. Dat vormt je dan. Dat is wel bepalend geweest.
Jeroen: Dat kan ik me voorstellen, wat waarschijnlijk ook in je achterhoofd zit bij je eigen opvoeding die je nu geeft aan je kinderen.
Jennifer: Ja, en dan zie je hoe moeilijk dat ook is, om inderdaad die aandacht gelijk te verdelen en iedereen te zien voor wat hij of zij te brengen heeft.
Jeroen: Daar kan ik me alleen maar bij aansluiten, hartstikke goed! Ik ben benieuwd naar jouw drive. Het was misschien niet de eerste logische keuze om de mavo te gaan doen, maar je zet wel door, je gaat de universiteit doen, je werkt. Ben je daarin gedreven door iets? Heb je een bepaalde ambitie in je die daaronder zit? Hoe verklaren we dat?
Jennifer: Je zei net, “Doorzetten”, het doorzetten en verbinden, dat zijn woorden die echt wel bij me horen. Wat het exact is, zit deels inderdaad op willen ontwikkelen en nieuwe uitdagingen willen aangaan, nieuwe dingen ontdekken, kijken waar je waarde kunt toevoegen in een andere setting. Ik ben ook hartstikke resultaat gedreven, binnen de inhoudelijke context waar je zit, wil ik echt wat neerzetten. Dus die combinatie.
Jeroen: Helder.
Je luistert naar Leaders in Finance met Jeroen Broekema.
Jeroen: Waar ik het ook met je over wil hebben, is over die managementboeken.
Jennifer: Ja, leuk!
Jeroen: Wat is daar precies het verhaal? Dat was heel opvallend in de voorbereiding, ik kwam het tegen. Misschien moet je het zelf even toelichten?
Jennifer: Toen ik bij Zilveren Kruis werkte, werkten we met een team aan de fusie tussen Agis en Zilveren Kruis en in die fusie hebben we een conceptueel model ontwikkeld daarin. Toen drie modellen samenkwamen: een visie vierluik, een business transformation model en een waardecreatiemodel. Dat model hadden we toegepast in die fusie, want dan had je meerdere zorgmerken vanuit Zilveren Kruis en hoe dat allemaal samenwerkte in de business en operatie en welke waarde je dan voor de maatschappij en voor andere stakeholders leverde. Toen zeiden we, “Dat is eigenlijk zo’n mooi conceptueel kader, kunnen we daar niet iets meer mee? Zou het ons helpen om van te leren door hier andere bedrijven mee te gaan beschrijven?” Toen zeiden we met de drie J’s – Jeroen, Jeroen en Jennifer – “Laten we het maar eens doen.” Jeroen en Jeroen, dat waren twee collega’s, richtten zich op het conceptueel kader in eerste instantie en toen zeiden ze tegen mij, “Wil jij eens beginnen met een eerste casus uit te werken?” Toen startte ik met de Efteling, dat vind ik een briljante organisatie. Zo is het begonnen en toen kwamen we er al snel achter dat het iets is wat moeilijk is om mee te stoppen. Dus we hebben inderdaad een eerste boek uitgegeven.
Jeroen: Gewoon naast je werk?
Jennifer: Dat deden we naast het werk, ja.
Jeroen: Hoe werkt dat?
Jennifer: Dat is een hoop werk. Het was wel in de pre-kindertijd, dus dat maakte dat het nog enigszins te doen was, maar het vraagt natuurlijk onwijs veel tijd.
Jeroen: Is het verkocht?
Jennifer: Ja, zeker. En goed ook, we hebben het afgelopen jaar nog één verkocht, want het zijn uiteindelijk vier boeken geworden.
Jeroen: Vier boeken?
Jennifer: Ja, dus het is een algemeen briljant businessmodel en een briljant businessmodel in de zorg, briljant businessmodel in finance en briljant businessmodel in food. En die in zorg hebben we afgelopen jaar opnieuw uitgegeven. Dus echt stevig herzien, vijftig pagina’s erbij, flink wat cases vernieuwd. Dus dat is hartstikke gaaf!
Jeroen: Ik vind het wel knap, hoor. Naast je werk en ook nog in een hele andere sector.
Jennifer: Het was heel leuk, want toen we dat briljante businessmodel in de zorg schreven, kon ik daar zelf inspiratie uit putten om te kijken, “Wat kunnen we hiermee in de markt?” Dus er staat een boek in over een hartziekenhuis in India, super innovatief dat op een hele mooie manier hartchirurgie toegankelijk maakt voor mensen die eigenlijk de rekening niet zouden kunnen betalen. Hartaandoeningen zijn best groot in India, dat is genetisch zo. Vervolgens zijn we gaan kijken, “Als we die learnings nou plotten in Nederland, wat kunnen we daar dan mee? Wat kunnen we verbeteren aan de cardiologische infrastructuur in Nederland?” We hebben een programma gecreëerd met bestuurders, hoogleraren, cardiologen, cardiochirurgen uit Nederland om te kijken, “Wat kunnen hiermee we op basis daarvan?” Toen was het ook heel erg verweven.
Jeroen: Bizar dat je dat naast je werk hebt gedaan.
Jennifer: Dat schrijven?
Jeroen: Schrijven, het onderzoeken, al die mensen samenbrengen, et cetera. Het hele proces überhaupt. Deden jullie dat allemaal met z’n drieën?
Jennifer: Dat is ook nog wel leuk, want de cocreatie is ook iets wat ik in ieder geval vanzelf lijk te doen. Want in dit proces hebben we ook gezegd, “Eigenlijk is het heel leuk om je te verdiepen in een case.” Dus we hebben collega’s gezocht, soms ook mensen die niet bij Achmea werkten, maar uit een andere plek in de organisatie kwamen. Jonge professionals die we tegenkwamen. Toen zeiden we, “Zou je ook willen meewerken aan dit boek?” Dus vaak hadden we wel twintig caseauteurs met wie we dat samen schreven. Dus dan verdiepten mensen zich in een case, dan organiseerden we een schrijversavond, dan kwamen we samen en presenteerden mensen aan elkaar, “Dit heb ik aan inzichten.” Dan challengeden we dat en vervolgens werkten we met één formaat om zo naar de cases toe te werken. Daar was niet altijd per se minder werk aan, want uiteindelijk moet het natuurlijk allemaal in één stijl geschreven worden, maar het was wel ontzettend leuk om te doen. Het maakte het ook iets onafhankelijker omdat je die verschillende perspectieven bij elkaar brengt.
Jeroen: Mensen moeten zelf maar die boeken lezen, maar als je één echte learning eruit wil pakken wat voor jou echt groot is aan een briljant businessmodel?
Jennifer: Wanneer is een organisatie briljant? Op een moment dat je echt een visie hebt om iets neer te zetten, je kan voor of tegen iets zijn, dat je dat tot in de haarvaten van je businessmodel weet door te vertalen, dus dat je daar echt serieuze keuzes op maakt, ook als het moeilijk wordt, en dat je dan vervolgens waarde gaat creëren. Niet alleen waarde voor je aandeelhouder, maar ook waarde voor je medewerkers, voor je klanten en voor de maatschappij. Dat zijn voor ons de criteria, dan ben je briljant.
Jeroen: Heb je nog een boek?
Jennifer: We hebben een appgroepje met z’n drieën aangemaakt waarin we eigenlijk willen gaan starten en brainstormen over ecologische sterk vooruitstrevende bedrijven. Want het is altijd wereldwijd, we kijken naar de hele wereld, “Wat zijn nu echt de voorbeelden van de markt die het verder gaan brengen?” Dus deze zou er gaan kunnen komen.
Jeroen: Waar komt die drive vandaan voor duurzaamheid?
Jennifer: Dat is gewoon een superbelangrijk thema wat in alle sectoren, alle onderdelen van de maatschappij verweven zit. Waar we steeds naar gekeken hebben, is “Welke doorbraak wil je ergens realiseren?” Dus het is wel een ander perspectief, want tot nu toe hebben we gekeken naar een bepaalde sector en dit is dan eigenlijk een perspectief van, “Dit is relevant op al die sectoren. Wat zijn dan vooruitstrevende organisaties daarin?” Ik denk dat het ook gewoon gaat over dat het super actueel is en dat er echt iets moet gebeuren.
Jeroen: En dat is nog steeds met die naamgenoten van mij? Of is het een ander groepje geworden?
Jennifer: Nee, dat zijn inderdaad dezelfde en die werken ook nog steeds met evenveel enthousiasme.
Jeroen: Waar werken zij?
Jennifer: Jeroen Kemperman werkt nog steeds bij Zilveren Kruis en Jeroen Geelhoed werkt nu bij Breman Installatiegroep.
Jeroen: Dat is ook wel leuk, dat de andere twee uitgewaaid zijn. Dus je hebt weer een andere bril die je kunt opzetten.
Jennifer: Precies.
Jeroen: Leuk! En als je zelf nog een boek zou willen schrijven, waarover zou dat dan gaan, naast deze dingen?
Jennifer: Dat weet ik nog niet. Ik heb weleens nagedacht, maar dat is wat iedereen weleens denkt, dan krijg je kinderen en dan denk je, “Zo’n kinderboek zou ook wel fantastisch zijn.” Maar goed, dat is me niet gelukt, ik denk ook niet dat dat gaat komen.
Jeroen: Dat is wel leuk, wat je kan doen, en dat doe ik, ik spreek vaak kinderverhalen. Die vertel ik aan hen, ik neem ze ook op terwijl ik ze vertel. Dan kan je ze later nog eens afspelen. Maar goed, we gaan nog naar de pleaser en een teaser. Die hebben we altijd, bij elk interview. De pleaser gaat over boeken, we hadden het nu over boeken, dus laten we daarmee starten. Is er een bepaald boek waarvan je zegt – je kan je eigen boeken aanhalen, maar die hebben we net al besproken, denk ik – “Dat zou ik hier graag willen delen”?
Jennifer: Ik wist natuurlijk dat die vraag kwam, dus ik heb erover zitten nadenken, “Wat zou nou een tip zijn?” Wat ik zelf merk in mijn keuzes voor boeken is dat het superdivers is. Dus de ene keer is dat een roman, een andere keer is het een boek over artificial intelligence, noem maar op. Dus het is superdivers. Toen dacht ik, “Het punt is om gewoon de keuze te maken waar ik op dat moment behoefte aan heb.” Ik merk dat het ook wel wisselt, je hebt niet altijd behoefte aan een managementboek. Daar zit voor mij de kern een beetje in, wat vind ik dan belangrijk? Toen ging ik nadenken over, “Welk boek is dan voor mij echt belangrijk geweest?” Dat is The Worldly Philosophers. Tijdens mijn studie heb ik dat gelezen, dat is een boek waarin de verschillende economen beschreven worden. Grote economen, maar ook – en daarom pakte mij dat zo – werd erin beschreven hoe zij in hun tijd leefden. Dus er kwam een stukje geschiedenis, cultuur en mens aan bod. Er werd ook beschreven hoe ze eruitzagen en hoe ze handelden en hoe ze bekend stonden met hun omgeving, en het wetenschappelijke, wat ze gebracht hebben, de economische inzichten die ze gebracht hebben en hoe het zich tot elkaar verhoudt. Dat komt gewoon heel vaak bij me terug alsof dat een mooi fundament heeft gelegd. Het is eigenlijk een heel klein boekje, maar een mooie basis.
Jeroen: Wie is de auteur daarvan?
Jennifer: Robert Heilbroner.
Jeroen: Leuk! Ik heb deze volgens mij nog nooit eerder voorbij zien komen, dus erg leuk! We gaan hem opnemen in de show notes. Aan de teasende kant, dat is altijd iets wat meer over de zakelijke kant gaat, hebben we opgeschreven: een hypotheek aanvragen in Nederland is nog steeds veel te complex op twee elementen. Eén: je moet veel te veel documenten aanleveren. Twee: als je niet uit de financiële wereld komt, is het gewoon veel te ingewikkeld. Eens of oneens?
Jennifer: Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn.
Jeroen: Allebei eens?
Jennifer: Ja, daar kan ik het zeker mee eens zijn. Dat is ook één van de trajecten waar we nu als HDN heel druk mee zijn. Dus we hebben anderhalf jaar geleden een brondata convenant getekend met meer dan zes partijen in de markt die hebben gezegd, “We willen per 1 januari 2025 een gemiddelde doorstromer in loondienst – dus iemand die voor de tweede keer een huis koopt – volledig op basis van brondata geaccepteerd krijgen in het hypotheekproces.”
Jeroen: Hoeveel procent zei je?
Jennifer: Een gemiddelde doorstromer in loondienst.
Jeroen: Allemaal, 100%?
Jennifer: Ja, gewoon volledig op basis van brondata.
Jeroen: Je moet niets meer aanleveren?
Jennifer: Nee. Gewoon inderdaad toestemming geven bijvoorbeeld op je mobiel om informatie op te halen.
Jeroen: Is dat een ambitieus doel?
Jennifer: Dat is zeker een ambitieus doel. 2025 komt ook met rasse schreden dichterbij, dus dat is absoluut een uitdaging. Tegelijkertijd is het technisch niet onmogelijk en vinden ook echt wel de juiste dingen plaats.
Jeroen: Maar het is echt zo dat je dus daarna niet nog gevraagd wordt, “Lever nog dit aan en dat, dit is nog onduidelijk”? Het zou echt letterlijk zo moeten zijn dat ik op een knopje klik en invul hoeveel geld ik nodig heb en een paar basisgegevens en al de ondersteunende documentatie wordt uit andere bronnen aangeleverd?
Jennifer: Ja, je ontsluit dan eigenlijk die bronnen. Je geeft nog wel de informatie, voor de ontvanger zijn het andere datapunten. De banken denken er goed over na, “Met welke datapunten kan ik welke documenten vervangen?”
Jeroen: Maar de aangifte moet vanuit de belastingdienst komen?
Jennifer: Ja. Dan moet je hem ophalen met een ophaaldienst, met de consumentendata leverancier, bijvoorbeeld, of rechtstreeks.
Jeroen: Dus even heel praktisch, als consumentengedachte moet ik dus nog steeds overal naartoe om al die documenten te verzamelen, maar dan digitaal? Of is het letterlijk één knop?
Jennifer: Ik denk dat het in eerste instantie een aantal knoppen worden. Maar een aantal knoppen is wel echt serieus anders dan een aantal schoenendozen die je door moet om documenten op te zoeken.
Jeroen: En vanuit customer experience perspectief, maar ook wat mij altijd mateloos irriteert en intrigeert, is dat natuurlijk tientallen documenten met ongelooflijk veel persoonlijke informatie over de e-mail geknald worden. Die berichten gaan steeds via de e-mail naar de adviseurs.
Jennifer: Als klanten aan je adviseurs mailt.
Jeroen: Gmail weet bijna letterlijk alles van heel Nederland. Alle persoonlijke gegevens, alle financiële gegevens, dat zit allemaal in je Gmail. De meeste mensen gebruiken Gmail, misschien Hotmail of iets dergelijks.
Jennifer: Je maakt het meer secure, ik ben het absoluut met je eens.
Jeroen: Dat vind ik altijd een interessante paradox, want bij jullie gaat het supersafe, allemaal via dat soort van systemen. Hetzelfde geldt voor BKR, we hadden laatst de voorzitter van BKR hier. Maar de stap daarvoor, wat er per sms, per WhatsApp en per e-mail wordt gedeeld, is eigenlijk alles.
Jennifer: Ja, en eigenlijk door die stap naar brondata en met die consumentendata leveranciers en persoonlijke kluisjes ga je die stap veel veiliger maken.
Jeroen: Dat zou eigenlijk wel goed zijn, denk ik. Het lijkt me ook heel onwenselijk, maar dat is mijn privémening, dat al die data dus ook in Amerika ligt daarmee. Interessant! Dat was niet echt een teaser, want je was het gewoon helemaal met me eens. Dat is wel een beetje jammer als teaser, maar goed. Nog een paar eindvragen van mijn kant. Ik noemde het al eerder, je hebt een druk bestaan met jonge kinderen, een gezin, een drukke baan, et cetera. Hoe zorg je dat je fit blijft? Wat doe je daarvoor?
Jennifer: Goed luisteren naar mezelf. Dus ik merk zelf wel snel als het te veel of genoeg is, of als het bijna te veel is. Dan bouw ik gewoon rust in voor mezelf.
Jeroen: Gewoon, hoe doe je dat?
Jennifer: Keuzes maken, dus gewoon bijsturen.
Jeroen: Iets niet doen dus?
Jennifer: Precies, dat bedoel ik inderdaad. Het kan ook zijn in het weekend, dat je toch een activiteit niet gaat doen en dat je ervoor kiest om lekker met het gezin thuis te blijven. Ik zeg inderdaad ‘gewoon’, het is zeker niet makkelijk. Ik heb nu best wel wat reistijd van huis naar kantoor of naar alle andere plekken waar ik heenga, omdat ik een vrij externe functie heb. Ik probeer dat te beperken tot drie dagen. Dat lukt niet altijd en dat vraagt dan echt wel even bijsturing en overleg. Dan bespreek ik het met Renier, met het officemanagement om weer bij te sturen. Daar heb ik ook echt wel hulp bij nodig, want het liefste doe ik alles. Maar ik weet dat het niet houdbaar is op het moment dat je dat ten koste van jezelf laat gaan.
Jeroen: Sport je ook? Wat doe je om te ontspannen?
Jennifer: Ik sport sinds kort bij de atletiekvereniging in Oosterwijk. Dat is heel leuk, dus iedere zaterdagochtend ben ik anderhalf uur aan het lopen met intervaltraining.
Jeroen: Dat is hardlopen dus?
Jennifer: Ja.
Jeroen: En dan train je ergens voor, of is het puur voor ontspanning?
Jennifer: Ik had bedacht dat het wel aardig ging, ik heb nog nooit meer dan tien kilometer gelopen. Nu ondertussen wel, maar nog nooit in een wedstrijd. Dus ik dacht, “Die halve marathon ga ik dit jaar wel doen.” Gewoon omdat het leuk is. Maar verder heb ik geen hele heftige ambities.
Jeroen: Heb je nog bepaalde hobby’s of dingen die je in je privéleven doet waarvan je zegt, “Dat is best wel opvallend, dat doet niet iedereen”?
Jennifer: Ik ben altijd graag actief geweest met acteren. Ik noemde daarstraks de Efteling al even als briljante casus. Daar ben ik onder andere dol op geworden omdat ik daar jaren gewerkt heb als freelance actrice.
Jeroen: Dat was voor je werkende bestaan?
Jennifer: Ja, voor het grootste deel tijdens mijn studententijd en de eerste jaren van mijn werkende bestaan heb ik dat ook nog gedaan.
Jeroen: Wat deed je dan?
Jennifer: Dat ging van Grietje of Roodkapje zijn, het verhaal of het sprookje vertellen aan kinderen in het hotel of in het bos, tot een bepaalde attractie afhuren en daar heb je dan een show bij. Dus bij de Carrousel heb je een bepaalde show en bij De Droomvlucht. Daar was ik dan elfje en soms zat er zang of dans bij. Dat was onwijs leuk om te doen.
Jeroen: Waarom was het leuk om te doen? Je lacht er ook bij, je wordt er blij van als je het vertelt. Daar ben ik wel nieuwsgierig naar.
Jennifer: Ik vind het heel leuk om dat andere te zijn en iets te verbeelden. Zodra je zo’n kostuum aantrekt, ben je diegene ook. Dan kan ik daar echt van genieten. Wat het ook heel leuk maakte, was dat het zo anders was. Ik was dus tijdens mijn studententijd aan het studeren in Maastricht, de studentenvereniging, het dispuut. En in het weekend zat ik tussen de acteurs bij De Efteling. Dus die contrasten gaf een enorm ander impuls qua energie. Dus dat maakte het ook heel leuk.
Jeroen: Heb je ooit weleens gedacht, “Ik ga de acteerwereld in”?
Jennifer: Dat heb ik vaker gedacht, toen ik ging studeren in Maastricht ging ik ook naar een hele goede toneelacademie. Dus toen ik me realiseerde dat die hbo-opleiding het niet helemaal was voor mij heb ik wel zitten puzzelen met de vraag, “Is dat het dan?” Toen merkte ik eigenlijk dat mijn vuur voor dat toneel niet groot genoeg was. Daarom heb ik het niet gedaan, maar ik heb wel besloten om het daarnaast te blijven doen.
Jeroen: Doe je het nu helemaal niet meer of ben je van plan het weer te gaan doen?
Jennifer: Nu niet, inderdaad. Maar het is wel een luikje dat openstaat waarvan ik denk, “Misschien komt het op enig moment weer.”
Jeroen: Leuk om te horen! Tot slot, mijn laatste drie vragen. In de eerste plaats, alle 151 of 152 mensen die ik heb mogen interviewen, heb ik dezelfde vraag gesteld, namelijk: heb je tips voor starters op de arbeidsmarkt?
Jennifer: Volgens mij is de arbeidsmarkt hartstikke aantrekkelijk op dit moment. Kijk echt goed naar wat jij wil, wat je wil dat dit je brengt. Ik denk dat mensen die nu starten ook supergoed zijn in afwegen, “Wat wil ik privé en wat wil ik in werk?” Dus die afweging zit daar volgens mij bij de meeste starters al wel ingebakken. Maar ik zou inderdaad heel erg kijken naar welke omgeving bij je past. Dat heb ik in ieder geval altijd heel belangrijk gevonden, in welke familie kom je eigenlijk terecht?
Jeroen: Heb je daar een methode voor, om na te gaan welke omgeving bij je past? Want het klinkt extreem logisch, en het klinkt ook heel erg juist in mijn oren. Maar het daadwerkelijk praktisch daarvan maken?
Jennifer: Je voelt het wel als je ergens komt, je voelt het alleen al in je sollicitatiegesprek als je ergens binnenkomt hoe je wordt ontvangen. Of stel dat je als student een bepaalde business course doet bij een organisatie, hoe praten die mensen onderling tegen elkaar? Het kan ook een toneelstukje zijn, laten zien hoe een tof bedrijf je bent. Hoe doen ze onderling tegen elkaar als ze denken dat je niet kijkt?
Jeroen: Maar daar dus goed op letten, dat je dat meekrijgt. Maar als je het meekrijgt, moet je daar ook naar handelen, want je kan nog steeds denken, “Het is wel een raar toneelstukje, maar ze betalen zoveel, dus ik doe het maar.”
Jennifer: Ja, dat is een keuze die vervolgens eenieder inderdaad voor zich moet maken. Maar ik heb wel de overtuiging dat je gelukkiger wordt als die setting qua mensen en de uitdaging goed is, dan dat je puur naar de paycheck kijkt. Maar dat kan ik niet voor anderen invullen.
Jeroen: Ik denk dat op papier iedereen het daarmee eens is, maar het vervolgens ook daadwerkelijk naleven is misschien nog wel iets anders.
Jennifer: Er zijn natuurlijk uitersten, maar ik snap dat als iets totaal niet betaalt en het is wel leuk, dat het dan misschien afvalt van je lijstje. Maar je hebt misschien wel twee bedrijven die in dezelfde hoek zitten waarbij je bij het ene merkt, “Die cultuur is echt anders en het past beter bij me.”
Jeroen: Zoals ik in de inleiding zei, je bent begin veertig. Dus je kan nog een uitgebreide lange carrière tegemoetzien. Wat zijn dingen waarvan je zegt, “Dat zou ik echt wel heel gaaf vinden om een keer te doen op langere termijn”? Als ik vraag, “Wat ga je de komende jaren doen”, dan weet ik het antwoord wel. Maar op de langere termijn?
Jennifer: Ik vind een rol waar business en maatschappij samenkomt wel heel belangrijk. Ik merk nu wat het doet om voor een markt te kunnen denken, dus dat je niet vanuit één organisatie kijkt, maar vanuit de markt. Dat vind ik een heel interessant perspectief. Ik zeg niet dat dat is wat ik altijd wil doen, maar dat is wel iets wat het brengt. En ik vind inderdaad waar businesswaarde en maatschappelijke waarde elkaar ontmoeten de interessante plekken.
Jeroen: Dus ze moeten jou niet vragen, want je had het eerder over die headhunter of executive search persoon, om in de Raad van Bestuur van een grootbank te gaan zitten op langere termijn?
Jennifer: Ik denk inderdaad niet dat dat voor mij is. Maar dan doe jij trouwens wel een aanname over business en maatschappij, misschien zit daar inderdaad dan wel een rol waarin ESG en coöperatie super verweven is. Ik heb natuurlijk nog een hart bij de zorg, dus daar zit iets. Ik vind nu het hypothekendomein razend interessant, dus ik denk dat ik daar ook nog absoluut, ook na HDN, niet uitgespeeld ben. Nu is al twee keer De Efteling voorbijgekomen, als zij mij bellen sta ik ook wel paraat.
Jeroen: Zowel als Raad van Bestuur als actrice daarnaast.
Jennifer: Precies!
Jeroen: Heel erg mooi. De laatste vraag, want ik zei dat ik nog drie vragen had, daar hou ik me ook aan. We hebben heel veel besproken, ik heb heel veel gevraagd en ik heb hele mooie antwoorden van je gekregen. Het was een schitterend gesprek, maar daar kom ik zo nog even op. Is er nog iets waarvan je zegt, “Jeroen, het is toch jammer dat we het daar niet over gehad hebben”?
Jennifer: Nee, ik vond het een ontzettend leuk gesprek, dankjewel voor de oprechte aandacht en de mooie vragen.
Jeroen: Alle dank natuurlijk niet aan mij, maar aan jou. Ik wijs er nu naar, ik heb een klein bedankje voor je. Jennifer, heel erg bedankt voor alle tijd die je hebt genomen om met Leaders in Finance, met mij in gesprek te gaan. Jij bent de belichaming van – ik zeg het wel vaker, maar hoe vaker ik het zeg, hoe fijner ik het vind – van waar de podcast voor staat. Namelijk voor open en ook kwetsbaar om dingen te willen delen. Dat is goed voor de sector. Dus heel erg veel dank!
Jennifer: Graag gedaan, dankjewel!
Dit was Leaders in Finance, we hopen dat je deze aflevering met veel plezier hebt beluisterd. We stellen je feedback erg op prijs. Wat houdt je bezig en over wie wil je meer horen? Laat het weten via een Apple of Google review. Dat kan ook de sociale media kanalen of direct via een e-mail. We kunnen het enorm waarderen als je dat doet. Tot slot danken we onze partners voor hun steun.
Dat zijn: EY, MeDirect, RiskQuest, Kayak en Roland Berger. Tot de volgende Leaders in Finance en bedankt voor het luisteren!