Jeroen: Welkom bij een nieuwe aflevering van Leaders in Finance. Deze week zijn we in Amstelveen bij Don Ginsel. Hij is de founder en CEO van Holland Fintech. Welkom Don!
Don: Dank je, Jeroen! Jij ook welkom!
Jeroen: Dankjewel, want we zijn bij jouw home office hier in Amstelveen op anderhalve meter afstand. Bedankt voor de gastvrijheid.
Don: Het is leuk dat je hier bent.
Jeroen: Dank je! We kennen elkaar al een jaar of zes, dat bedacht ik mij toen ik mij voorbereidde. We zijn elkaar steeds weer tegengekomen. We hebben elkaar nooit echt heel uitgebreid gesproken, maar we zagen elkaar wel steeds in het Fintech-wereldje. Even een korte introductie voor de luisteraars: Don groeide op in Heemstede en deed de middelbare school in Haarlem met een bèta pakket om vervolgens in Delft Civiele Techniek en Coastal Engineering te studeren. Daarnaast studeerde hij parttime bedrijfskunde aan de Erasmus in Rotterdam. Tijdens zijn studententijd runde hij met een aantal studenten een eigen consultancy bedrijf, dus het ondernemende zat er al vroeg in, hetgeen trouwens ook blijkt uit een stage voor Boskalis in Saoedi-Arabië. Hij werkte de eerste zeven jaar van zijn loopbaan voor ABN AMRO en Deutsche Bank in allerlei lending, risk en management rollen. Vervolgens volgde een reeks aan andere parttime en fulltime posities, zoals Finance Director, Venture Capitalist, Business Developer, Incubators en het begeleiden van startups. Daarna volgde volledige focus op het oprichten van Holland Fintech. Holland Fintech werd in 2014 opgericht en is een netwerk van allerlei organisaties, van groot tot klein, in de financiële sector. Naar eigen schrijven op de website zijn er 507 bedrijven aangesloten, 22.000 mensen betrokken, zijn er meer dan 250 evenementen georganiseerd en meer dan 300 nieuwsbrieven verzonden. Don is daarnaast betrokken bij een aantal stichtingen zoals Capital Waters en Fintech Aera. Tot slot, Don gebruikt zinnen als “Making financial innovation work for society” en “Driven to have a positive impact on the world.” Dus volgens mij is dit niet een ondernemer die enkel gericht is op het verdienen van geld, maar daar zullen we zeker naar vragen in dit gesprek. Waar ik eigenlijk mee wilde beginnen Don, er is ontzettend veel materiaal op internet te vinden over jou – we proberen altijd alles bij elkaar te zoeken om veel te weten over iemand ter voorbereiding – maar zelden gaat het over jou! Het gaat meer over je functie, je rol en vertegenwoordiging daarvan. Kan je iets vertellen over hoe je bent opgegroeid?
Don: Ja, natuurlijk. Het is altijd leuk om terug te horen wat je allemaal doet en gedaan hebt. Maar inderdaad, het meeste is functioneel en gaat over werk. Ik ben in Heemstede opgegroeid met twee liefhebbende ouders en een zus van twee jaar jonger. Ik was altijd redelijk sportief. Volgens mij heb ik dertien verschillende sporten gedaan van volleybal, voetbal, judo, schermen. Maar met name is naast voetbal ook het zeilen blijven hangen. Vanaf mijn negende ben ik gaan zeilen bij de waterscouts, de Zeeverkenners. In die zin ben ik altijd een beetje een padvinder gebleven. Ik heb erg genoten van de zelfstandigheid en de verantwoordelijkheden die je daar krijgt. Dat heeft wel veel bijgedragen aan zelfstandig willen staan in de wereld, mensen meenemen en het avontuur opzoeken. Maar ik heb een hele goede jeugd gehad in Haarlem, dat is natuurlijk een mooi en rustig provinciestadje in Nederland waar alles redelijk rustig en kalm is. Je kan er best leuk uitgaan, maar er gebeuren niet hele gekke dingen. Dus ja, ik heb een hele mooie tijd gehad!
Jeroen: En al die sporten, deed je dat met een bepaalde reden? Vond je het gewoon heel leuk? Was het heel competitief? Hoe ging dat?
Don: Ik zit even terug te denken waarom ik daar zoveel heb in gewisseld. Ik wilde in ieder geval veel verschillende dingen proberen. Daar werd ik wel enthousiast van. Maar uiteindelijk was ik er toch vrij snel weer op uitgekeken van tijd tot tijd. Dus vanuit dat perspectief is het een beetje snel weer blijven hangen. Voetbal heb ik het langste gedaan, tot de D-tjes. Daarna nam zeilen alles over en de zaterdagen waren daarmee bezet. Dus daarmee werd het sportieve deel wat minder, maar ik kon wel lekker veel buiten zijn.
Jeroen: Is zeilen nog steeds iets wat je leuk vindt?
Don: Ja, enorm. Alhoewel we hier nu in Amstelveen een sloepje hebben. Dus dat is iets praktischer, gegeven het aantal vaste bruggen hier in de buurt. Maar ik ga nog steeds heel graag met vrienden over de Middellandse Zee zeilen of met vrienden of andere families in Friesland zeilen. Als ik op het water zit, dan ben ik echt vrij en dan is in één keer al het andere in de wereld, wat voor zorgen je ook hebt, alles is weg. Het is dus meteen vakantie, dat is heerlijk.
Jeroen: Leuk om te horen! Zijn er bepaalde normen en waarden die je meegekregen hebt waar je nog steeds aan denkt?
Don: Hoe kun je dat niet hebben? Je hoort je aardappels niet met een mes te snijden, om een voorbeeld te noemen, dit is toevallig eentje dat me als eerste te binnen schiet omdat het eigenlijk een beetje raar is: “Waar maak je je eigenlijk druk over?” set van regels. En tegelijkertijd is het belangrijkste dat ik meegekregen heb “Zorg ervoor dat je mensen behandelt zoals je behandeld wil worden”. Ik denk dat dat voor mij nog steeds de belangrijkste leidraad is in algemene zin en waar alle andere spelregels van afgeleid zijn.
Jeroen: Hadden je ouders er ook een beeld bij wat Don later zou moeten gaan doen?
Don: Niet zozeer. Mijn vader is leraar Natuur- en Scheikunde. Dus daar is de technische paplepel wel doorheen gegoten. Maar ze waren ook wel erg aan de socialistische kant. Dus in die zin had hij het nooit zo op ondernemerschap. Dat was wel slikken, want eigenlijk heeft hij altijd een hele weerbarstige relatie gehad met zijn werkgevers en daardoor deugen in zijn ogen werkgevers sowieso niet. Wat natuurlijk best lastig is als je op een gegeven moment thuiskomt en zegt “Ik ben werkgever geworden”. Maar dat levert ook interessante discussies op aan de keukentafel. Dat geeft genoeg voer voor discussie. Vanuit dat perspectief waren er geen specifieke verwachtingen, maar de technische kant zat er wel al vrij jong in. En ook met name de ‘do it yourself’-mentaliteit. Mijn vader is ontzettend handig en het grootste deel van het huis waarin ik opgegroeid ben heeft hij eigenhandig gemaakt, verbouwd of opgeknapt. Dat is bij mij wel heel erg blijven plakken. Dat is ook de manier waarop ik technologie benader: iedereen kan het, zolang je maar het goede voorbeeld hebt.
Jeroen: Dus naar Delft gaan was best voor de hand liggend?
Don: Het was toch best lastig omdat er veel mogelijkheden zijn om technische scholing te krijgen. Mijn hoogste cijfer op de middelbare school was voor natuurkunde. En ik neigde dus ook in eerste instantie naar onderzoek of natuurkunde niet een goede studie voor mij zou zijn. Maar ik vond het vrij snel theoretisch worden en ik merkte bij Civiele Techniek dat mij met name de maatschappelijke kant het meeste aansprak. Dus dingen bouwen voor de maatschappij is waar ik enthousiast van werd. Het is ook zo tastbaar, zeker bij Civiele Techniek; de dijken bouwen – zeker nu, we zitten op dit moment in Amstelveen op -4 NAP – kan alleen maar doordat we hier dijken, kanalen, gemalen en dergelijke hebben die dat drooghouden. Dat perspectief en dat gebruik van technologie spreekt me heel erg aan.
Jeroen: We hadden een paar afleveringen terug Lidwin van Velden, de CEO van de Nederlandse Waterschapsbank, zij heeft ook uitgebreid over dit element gepraat. Maar dat is het promoten van andere afleveringen. Waar ik nieuwsgierig naar ben, er komt dus een punt in je Delftse tijd waar je denkt “Ik ga bedrijfskundige dingen erbij studeren”, hoe kwam die gedachte bij je op?
Don: Dat had ermee te maken dat vrienden van mij in mijn studententijd betrokken waren bij een bedrijfje en die waren van tijd tot tijd op zoek naar nieuwe mensen. Zij achtten mij een goede kandidaat om daarmee aan de slag te gaan. Ik had wel wat activiteiten gedaan bij een studentenvereniging en wat dingen georganiseerd. Ze zagen daarin wat ondernemerschap in mij en vroegen mij daarom om bij dat bedrijfje in te stappen. Dat was wel leuk, dat bedrijfje was in 1988 al gestart en wordt van jaar op jaar doorgegeven aan nieuwe studenten als bijna een soort dispuut. Maar het bestaat nog steeds en het wordt ook nu nog gerund door huidige Delftse studenten. Het is een communautair vennootschap waarbij alle vennoten van voorheen nu communautair zijn en nog steeds enigszins betrokken zijn. Ze worden één keer per jaar op de hoogte gehouden van de activiteiten. Daarmee is een hele interessante ondernemersschool ontstaan. Het bedrijfje heet Adviesbureau Kojac; dat concept runt nog steeds. Het geeft op die manier 3-4 Delftse studenten de ruimte om hun eigen onderneming in te vullen. Het is ontzettend leerzaam, met name het netwerk erachter wat inmiddels bij alle grote en innovatieve bedrijven in de wereld uitgewaaierd is, maar het onderhoudt nog steeds het contact met de studenten. Dus dat is erg leuk. Ook daar heb ik een beetje ontdekt wat ondernemerschap is en ook wat het voor mij betekent. Ik ben daardoor dus ook heel enthousiast geworden over de mogelijkheid om zelf een bedrijf te runnen. Dat is ook waarom ik daarna bedrijfskunde ben gaan studeren in Rotterdam, omdat ik ook meer mijn vinger wilde leggen op welk aspect me nu eigenlijk het meeste aansprak.
Jeroen: Dan zou je je kunnen voorstellen dat je met die achtergrond meteen gaat ondernemen na je studie? Je gaat dan naar Saoedi-Arabië, dat is ook ondernemend, maar niet een onderneming starten.
Don: Dat was zeker heel interessant, vooral ook vanuit het cultuurperspectief om te leren hoe hele andere mensen daar functioneren en hoe anders een economie kan functioneren. Wat dat betreft was Saoedi-Arabië wel een hele interessante leerschool. Het lag heel erg voor de hand dat ik ging ondernemen. Maar toch had ik het gevoel dat ik wel wat bagage miste. Dus ik had het idee dat ik er ergens gewoon nog niet klaar voor was. Eén ding dat ik wel wist was dat ik waarschijnlijk in de problemen zou komen met elke baas die ik zou tegenkomen. Wat eigenlijk ook wel een beetje zo gebeurd is. Maar ik had wel echt het gevoel dat ik meer moest begrijpen hoe de economie functioneert en hoe bedrijven georganiseerd zijn en in aanraking te komen met alles wat je niet uit boekjes kunt leren. Dat is ook precies waardoor ik heel erg aangesproken werd door bijvoorbeeld een traineeship dat me aangeboden werd door ABN AMRO. Ze zeiden “We leiden je niet op voor een bepaalde functie, maar we proberen je heel generiek voor te bereiden op activiteiten in het bedrijfsleven”. Ik voelde dat ik daar wel behoefte aan had. Dat was een hele mooie plek om te starten.
Jeroen: Had je het zelf bedacht of werd je benaderd? Hoe kwam je bij je eerste baan terecht?
Don: Dit was doordat ik aan een business course had meegedaan. Iedereen in zijn derde of vierde jaar ging op een gegeven moment proberen om aan business courses mee te doen. Dat waren toen meestal weekenden die flink gefêteerd werden en dan kon je in contact komen met de blue chip companies in Nederland. Dat was een leuke manier om jezelf in de kijker te spelen, maar het was vooral heel veel lol en borrelen, gezelligheid en lekker eten. Dat had ik dus een keer gedaan bij ABN AMRO en toen ik afstudeerde rond die tijd belden ze en zeiden “We hebben toen contact gehad, we denken nog steeds dat het een goed idee is als jij bij ons komt werken”.
Jeroen: Hoe was je tijd bij ABN AMRO en Deutsche Bank?
Don: Ik vond het een fantastische tijd. Sowieso die traineeships waren heel erg mooi omdat het een goede mix was tussen opleiding en werk. Maar er was ook een hoop gezelligheid, je vond ook meestal een clubje met mede-trainees waarmee je het hele onboarding-proces bij die bank deed. Daarmee was het ook een beetje een verlengde van je studententijd, maar dan beter betaald. Dat was heel positief. Ik had wat dat betreft bij ABN AMRO een vrij dynamische tijd; naast mijn eerste commerciële functie in lending ging ik voor Hoofd Risk Management werken in Nederland. Maar dat was eigenlijk precies toen de brief op de mat viel bij ABN AMRO van “Knip de boel maar eens een keer in stukken”. Vrij snel daarna kwam dat bod van Santander, Fortis en RBS om de bank in stukken te knippen. Wat ik tegelijkertijd daarbij merkte is dat de top zich steeds meer begon af te sluiten van alle andere medewerkers. Dus daarmee heb ik misschien wel minder meegekregen van wat zich daar precies bewoog. Het opbouwen van strategie, daar was toen geen sprake meer van. Want dat is toch een beetje meer de egel-tactiek; oprollen, de verdedigingswerken aanzetten en hopen dat het goed gaat. Ook heel interessant om te zien, maar dat was wel een beetje een rare tijd. Tegelijkertijd heb ik in die positie ook mee kunnen kijken op hoe zo’n bank aankijkt tegen de aankomende kredietcrisis die rond die tijd vorm begon te krijgen en hoe uiteindelijk de ontmanteling van ABN plaats gekregen heeft, waar onder andere ook Deutsche Bank als één van de bouwblokken uit voortgekomen is. Het was dus niet altijd positief, want het was echt een rollercoaster van emoties voor alle medewerkers; af en toe wisten ze niet wat voor een toekomst er op hen afkwam. Maar het was daardoor tegelijkertijd ook erg leerzaam hoe bedrijfsprocessen ook het welzijn van mensen beïnvloeden. Die onzekerheid kon soms ontzettend veel impact hebben op mensen met potentiële ziekte tot gevolg en heel veel stress.
Jeroen: Je refereerde even al aan dat werken voor leidinggevenden een bijzondere relatie is. Hoe moet ik dat zien?
Don: Omdat ik zelf werkgever was in mijn studententijd stelde ik me altijd op voorhand op en zei “Mensen zullen altijd een verwachting hebben dat wij het als student slechter doen, dus we moeten het beter doen”. Daarbij waren we ons best wel bewust van onze rol naar andere studenten toe met wie wij werkten, die als medewerker daarin zaten. En door die kritische houding was ik ook al vrij snel van mening dat elke baas die ik tegenkwam ook behoorlijke steken liet vallen. Maar over het algemeen – zeker toen ik net begon – werd er niet erg gehouden van het moment dat die een hele kritische blik opzetten over hoe die leidinggevende rol zou moeten worden ingevuld. Dat gaf altijd wat wrijving en ik ben in die zin niet echt zo’n heel goed politiek dier dat ik daar de juiste sensoren voor heb om dat op voorhand aan te voelen. Dus meestal kom ik daar pas na een ruzie achter wat ik daar fout gedaan had. Dus dat was in die zin ook weer een interessante leerweg.
Jeroen: Maar dat ging blijkbaar wel goed genoeg om steeds weer carrièrestappen te maken?
Don: Ja, of ze waren blij dat ik doorging naar de volgende rol, dat kan ook!
Jeroen: Dan komt er een punt dat je afscheid nam en daar wegging. Is dat iets dat je bedacht had of is dat iets dat over een bepaalde tijd gegroeid is?
Don: Toen ik begon bij ABN AMRO had ik me wel al bedacht “Ik ga hier vrij snel weg”. Dus ik kwam er niet om tot de top vijf van het bedrijf carrière te maken. Ik zie het als een belangrijke leerschool waarbij ik wel verschillende facetten wilde meekrijgen. Maar ik wou dat ondernemende verder vormgeven en aan de slag gaan daarmee. Hoe en wanneer precies wist ik niet, maar toen ik uiteindelijk vanuit ABN AMRO overging naar Deutsche Bank en uiteindelijk toen vanuit Deutsche Bank de overname een feit werd – dat heeft uiteindelijk heel lang geduurd met staatsovernames van Fortis en daarmee ook dat deel en daarmee onduidelijkheid over wat er ging gebeuren – werd het heel snel duidelijk dat Deutsche Bank eigenlijk iets heel anders met dat bedrijf wilde dan we in eerste instantie dachten. Op dat moment maakte ik onderdeel uit van het Corporate Finance team gericht op de mid-market. Deutsche Bank zei “Daar gaan we mee stoppen per dag één”. Op dat moment werd er gezegd “We willen je wel graag on board houden, dus kijk rond en zoek een andere functie”. Maar eigenlijk dacht ik “Volgens mij is dit precies het moment waarop ik de vrijheid heb om een keuze te maken om het anders te gaan doen”. Dus toen heb ik gezegd “In de basis wil ik het bedrijf uit. Maar als je nu zegt “Ik heb nog wat urgents waarbij ik je hulp kan gebruiken”, dan wil ik je daar graag bij helpen”. Vooral ook omdat ik in eerste instantie parttime een rol kon krijgen bij een VC en ik dacht “Als ik dat kan combineren zou het helemaal mooi zijn. Dan kan ik er enigszins voor zorgen dat mijn inkomen stabiel blijft”. En zo heb ik het eigenlijk gedaan. Dan had ik eigenlijk alleen nog maar moeite met Credit Umbrella, dat is een kredietgarantie tussen Deutsche Bank en ABN AMRO; een interessante juridische loopgravenoorlog die ik nog net even meepikte. Eigenlijk ging het vrij soepel. Ik ben uiteindelijk blij met de keuze die ik gemaakt heb. Daarna heb ik nog een veel ongewisser tijd gehad, je noemde het net ook al bij de introductie; ik heb allerlei diverse rollen en klussen gedaan in een open periode. Dat was ook echt een beetje zoeken. Iedereen die denkt te gaan ondernemen zou ik ook wel willen aanraden om een periode in te lassen om flink te kunnen divergeren; dingen proberen, nieuwe mensen ontmoeten, netwerken opbouwen, onderzoeken waar mensen op jou aanslaan en op welke onderwerpen je zelf op aanslaat om op een gegeven moment een soort chemie te vinden die genoeg is, sterk genoeg is, genoeg energie geeft om echt te gaan ondernemen. Want die energie heb je wel nodig.
Jeroen: Dat is interessant. Daar heb ik dadelijk nog een paar vragen over, want ik denk dat het heel boeiend is voor luisteraars die wellicht willen gaan ondernemen. Maar nog even terug naar jouw bèta-achtergrond, zowel op middelbare school als in Delft. Heb je nog overwogen om bijvoorbeeld bij Boskalis of een andere technische kant op te gaan in plaats van de financiële sector?
Don: In het begin wel. Maar ik was met name ook op zoek naar rollen die ze eigenlijk niet zagen voor ingenieurs. Ik heb bijvoorbeeld ook met Boskalis gesproken over meer financiële functies; functies die gingen over het leiden van projecten maar veel meer vanuit een economisch perspectief. Ik zag mezelf nooit als een constructeur, maar ik was veel meer bezig met het slaan van de brug tussen de technologie en de economie. Dat stuk sprak me het meeste aan. Ik merkte dat zij er traditioneel inzaten en ook zeiden “Als jij die studie gedaan hebt verwachten we dat je op die plek aan de slag gaat”. Daarmee was er eigenlijk geen rol die mij aansprak, ondanks dat ik nog steeds denk dat dat soort bedrijven hele mooie projecten doen.
Jeroen: En de andere vraag over de bèta-achtergrond die ik interessant vind: In de financiële sector maar ook in de Fintech heeft een deel meer alfa studies en een deel meer gamma studies en een deel bètastudies. Herken jij de mensen zoals jezelf met een meer bèta-achtergrond direct?
Don: Vaak wel. De kern van de meeste bètamensen is dat ze erg gericht zijn op de inhoud en bij voorkeur direct naar de inhoud gaan en ook direct door willen gaan naar het oplossen van problemen. Je merkt het dus al direct. De bèta’s wat dat betreft herken ik vrij makkelijk, vooral ook omdat ik mijn eigen valkuilen makkelijk herken bij andere mensen. En dat is natuurlijk ook best grappig, maar tegelijkertijd klik je ook veel sneller, omdat je toch een soort van dezelfde taal spreekt.
Jeroen: Op een bepaald moment zei je “Ik ben in een zoektocht terechtgekomen na de bankentijd”. Was je toen op zoek naar een onderneming te beginnen of wilde je nog op zoek naar een nieuwe loondienstbetrekking?
Don: Nee, ik wilde in ieder geval niet in loondienst, maar wist nog niet precies wat ik wel wilde. Ik zag wel dat er ruimte was: ik heb dingen in consulting gedaan, ik heb bij een Venture Capital firma gewerkt. Dat waren allemaal manieren om een beetje uit te zoeken waar ik thuishoorde. Ik geloof dat als je zegt “Nu start ik een onderneming”, je al best een goed idee moet hebben van wat je wil gaan doen. Ik was heel lang niet in dat stadium. Dus heel lang had ik wel het idee welk gebied ik interessant vond, maar wat ik daar precies moest doen wist ik eigenlijk nog niet. Vanuit dat perspectief wilde ik eigenlijk gewoon de vrijheid hebben om te verkennen en met veel bedrijven zaken te doen en te ontdekken waar ik waardering kon oogsten voor mijn kennis en kunde. Maar in welke vorm dat zou kunnen komen wist ik nog niet. Toen ik met Holland Fintech als idee als eerste begon rond te lopen begon ik ook na te denken over een blog. Dat was eigenlijk een beetje het eerste idee. Ik dacht “Laat ik gewoon eens gaan schrijven over wat er daar gebeurt. Dat lijkt me heel interessant, het is erg opkomend en bijna niemand in Europa praat hierover. Volgens mij is het wel iets, hoe gaan we dat verkennen?” En doordat ik met dat idee van bloggen rondliep en met mensen daarover ging praten ontdekte ik dat er behoefte was aan meer. Elk gesprek leverde een extra bouwblokje op om te bedenken “Dat zouden we kunnen toevoegen”. Daarmee ontstond het plan van Holland Fintech als geheel om dat uit te voeren. Wat dat betreft was ik toen heel erg debet aan mijn hele netwerk dat heel erg bijgedragen heeft aan de vormgeving hieraan. Uiteindelijk werd het daarmee volwassen genoeg om een bedrijf te worden, omdat het in eerste instantie iets was wat ik in de avonduren als een soort blog erbij zou gaan doen.
Jeroen: Wanneer had je voor het eerst op hoofdlijnen het idee voor Holland Fintech?
Don: Dat was begin 2014.
Jeroen: Dus vrij snel daarna ben je het ook echt gaan uitvoeren.
Don: Ja. Het eerste event was 23 oktober 2014. Dat is alweer interessant voor de luisteraars – ik vind het in ieder geval leuk – wat voor een rol competitie kan spelen. Toen ik bezig was met mijn rondje langs de velden merkte ik dat sommige mensen heel enthousiast werden. Maar die dachten niet “We gaan het samen doen”, die dachten “Ik pak hetzelfde idee op en ik ga ook wat doen”. Daarbij ontstond een soort race naar “Wie gaat hier het platform in Nederland worden?” eind 2014. Dat is wel heel grappig, want dat heeft ook tegelijkertijd – ergens was het van tijd tot tijd natuurlijk frustrerend – eraan bijgedragen dat ik vol gas moest en direct moest bedenken “Hoe gaan we ervoor zorgen dat het dit wordt?” Dus enerzijds door samen te werken met andere partijen of door harder te gaan door de juiste partijen los te binden. We moesten meteen aan de bak en we konden niet rustig achteroverleunen en maar zien hoe het gaat. Daarmee ontstond eigenlijk al snel een verschil tussen partijen die zeiden “Ik heb een plan en ik ga funding ophalen voor dat plan en dan gaan we het uitvoeren”, waarbij ik zei “Nee, we gaan helemaal nergens op wachten. We gaan nu beginnen, dan gaan we medestanders vinden en dan gaan we een plan maken”. Dat was ongeveer de volgorde waarin we aan de slag gingen.
Jeroen: Je bent evident de naam geworden in Nederland. Als het hierover gaat wordt je naam altijd en overal genoemd. Of het nou bij de overheid is of in het bedrijfsleven; iedereen kent Don Ginsel in dit wereldje, in deze grote niche. Kan je nog concreter maken wat ertoe bijgedragen heeft dat je daadwerkelijk snel die naam werd?
Don: De belangrijkste stappen daarin waren een paar connecties bij de banken; de drie grote banken die uiteindelijk gezamenlijk na een paar maanden zeiden “Wij willen ook graag een platform”, ondanks dat ze initieel eigen ideeën hadden om andere platforms op te starten en eigenlijk allemaal hun eigen innovatieve ecosysteem te bouwen. Ze hebben na veel gesprekken gezegd “Nee, we gaan ons gezamenlijk hierachter scharen en ervoor zorgen dat dit het financiële innovatieplatform wordt”. Dat was de grote kern. En ik ben natuurlijk veel dankbaarheid verschuldigd aan de founding members KPMG, IBM, InnoPay en Van Doorne die in een vrij vroeg stadium, voordat de banken ‘ja’ zeiden, zeiden zij “We geloven dat dit een goed initiatief is. Wij ondersteunen je hierin”.
Jeroen: Ik kan me voorstellen dat het begin super-exciting en super spannend is. Had je ook weleens zorgen dat je dacht “Dit gaat helemaal niet vliegen”?
Don: Zeker. De eerste twee jaar heb ik ongeveer elk kwartaal wel een moment gehad dat ik dacht “Dit verdwijnt gauw weer”.
Jeroen: Waarom?
Don: Door concurrerende diensten die lanceerden, wisselingen bij partijen waarmee ik werkte waardoor op een gegeven moment toch sommige afspraken weer op losse schroeven kwamen te staan. Ook wel het gevoel dat we het uiteindelijk niet voor elkaar konden krijgen wat we uiteindelijk wilden doen. Dat moet ik misschien een beetje uitleggen: we hadden uiteindelijk een model gecreëerd waarbij we zeiden “We willen het toegankelijk maken voor iedereen, want het moet een netwerk worden van iedereen voor iedereen. We moeten dus niet te zwaar leunen op de bijdrage van banken of andere grote instellingen. Het moet echt samengedragen worden”. Daarmee is voor een relatief lage verdiencapaciteit gekozen per aangesloten bedrijf. Dat betekent dat zeker in de beginfase de inkomstenstroom ontzettend laag was. In ons eerste jaar hadden we niet eens een ton omzet. Dat betekent dus ook dat je niemand kan betalen. Ik werkte met een paar stagiairs, om het even samen te vatten. Dat maakte het best wel lastig om dingen voor elkaar te krijgen. Dat is continu de uitdaging geweest: “Hoe zorg je ervoor dat je goede kwaliteit neerzet in een organisatie, dat je strakke evenementen neerzet, dat je de juiste kennis in huis hebt en dat je dat op een goede manier verbindt met de mensen waarmee je dat wil verbinden, als je eigenlijk bijna geen resources hebt?”
Jeroen: Wat zijn je belangrijkste leerlessen als ondernemer?
Don: Begin met de beste kwaliteitsmensen die je kan vinden. Als je geen geld hebt ligt het voor de hand om misschien met stagiairs te beginnen en je bedrijf te bouwen. Maar dat maakt het wel heel fragiel. Als ik het weer zou doen, zou ik het de volgende keer omdraaien en zou ik eerder beginnen met duurdere mensen of in ieder geval meer ervaren mensen en pas later zou ik de handjes toevoegen aan de organisatie, omdat die het makkelijker maken. Want vanuit dat perspectief is het in die zin voor mij ook best een eenzame rit geweest, omdat ik maar relatief weinig peers gehad heb in mijn organisatie.
Jeroen: Je hebt het helemaal alleen opgericht?
Don: Ja. Ik heb best wel uiteindelijk een kloof gehad tussen mijn rol en die van de rest van het team. Dat is best een spannend speelveld en soms is het best zwaar om dat allemaal te doen. Zeker als je ook nog eens een keer een techneut bent zoals ik, waarbij je de helft van de signalen van mensen ook gewoon mist als ze het niet strak tegen je zeggen. Dus dat is voor mij ook best wel een leerschool geweest. Ondanks ik ook wel zware periodes gehad heb is de leerweg die ik gehad heb wel onwaarschijnlijk steil geweest en heeft me heel veel gebracht.
Jeroen: Als je terugkijkt naar het allereerste jaar, je hebt al een beetje beschreven dat het toch wel een competitie was om de grootste te worden, kan je nog iets anders benoemen waarvan je zegt “Dat was echt wel de hurdle in het eerste jaar die we moesten overkomen om het te laten vliegen”?
Don: In eerste instantie die banken op een rij krijgen. Ik denk dat dat de belangrijkste stap was. Daarna ging het eerder heel snel over het neerzetten van operationele processen, omdat ik eigenlijk continu heen en weer geslingerd werd tussen commerciële opportunities – denk bijvoorbeeld ook aan het spreken op evenementen en nieuwe dingen organiseren – en tegelijkertijd moest ik ook ervoor zorgen dat de facturen verstuurd werden. Dit is ook nog tot de dag van vandaag één van onze uitdagingen; hoe we hele strakke operationele processen kunnen hebben met eigenlijk te weinig mensen waardoor je continu tussen projecten en de basis heen en weer geslingerd wordt. Dat is een grote uitdaging voor veel ondernemingen die net starten, omdat de hygiène en het pakken van kansen elkaar soms bijten. Dat is ook een beetje het verschil tussen lange en korte termijn challenges in je agenda. De korte termijn is altijd urgent, maar niet altijd belangrijk. Maar in de lange termijn, daarin zitten toch wel een aantal zaken die erg belangrijk zijn, maar die zijn niet altijd urgent. Dus die blijven soms lang liggen. Dat levert wel typische startup-problemen op, als je het hebt over het managen van je agenda.
Jeroen: Eén van de dingen waar ik heel erg naar uitkijk om te vragen is: Je hebt ongelofelijk veel bedrijven gezien en je hebt misschien wel het beste beeld van mensen in de sector van wat er allemaal ‘out there’ is in Fintech-land. Heb je dan niet heel vaak – dat zou ik namelijk hebben – dat je denkt “Dit bedrijf waar ik nu ben, dat is nog heel klein. Maar ik voel gewoon dat dit zo groot gaat worden dat ik denk: Wil ik er eigenlijk zelf in zitten? Wil ik eraan meedoen? Wil ik eraan meebouwen?”
Don: Ja, zeker. Die gedachte hebben we wel vaker gehad. We hebben heel expliciet vanwege Holland Fintech ervoor gekozen om dat in eerste instantie niet te doen, vanuit de gedachte dat op het moment dat je participeert, je ook een bias hebt ten opzichte van die partij waarin je niet investeert. En het hele idee was juist om ervoor te zorgen dat je iedereen een uniforme toegang biedt tot kennis en netwerk die potentieel botst met andere belangen. Ik herken dit gevoel zeker en het is natuurlijk doodzonde dat ik dat niet gedaan heb. Maar ik geloof wel nog steeds in dat idee achter Holland Fintech, dat je iets moet creëren dat wat dat betreft zuiver op de graad tussen de partijen kan staan en bereid is om iedereen even goed te helpen.
Jeroen: Heb je bepaalde mensen in je loopbaan of uit je privésfeer of uit de werksfeer die jou heel erg geïnspireerd, gecoacht of geholpen hebben? Zijn er bepaalde mensen die voor jou heel erg belangrijk geweest zijn?
Don: Dat is een lastige vraag. Omdat ik zo kritisch ben vind ik het soms heel lastig om iemand echt als een voorbeeld te nemen. Maar ik leer bijna van iedereen wel iets. Dus in die zin zit het er altijd heel genuanceerd in. Ik ben niet zo snel idolaat van iemand, maar tegelijkertijd pik ik ook van een stagiair graag wat op. Wat ik wel bijzonder vind om te noemen, er was bijvoorbeeld een oud-collega die als stagiair bij ons binnenkwam, Francesca. Zij had het vakgebied in no time compleet onder de knie en in haar vrije tijd was ze Python erbij aan het studeren. Ze kwam erbij als event-stagiair, maar ze had alles in haar om commercieel directeur te worden en de hele tent te runnen op een paar jaar tijd. Natuurlijk met alle uitdagingen erbij, want ze was ontzettend jong en dat levert natuurlijk een ontzettend drukpotentieel op om zoiets te doen. Maar ik vond het in ieder geval ontzettend knap om te zien hoe ver je drive en je wil om het onder de knie te hebben je kan brengen. Ik zie soms ook wel dat veel jonge mensen toch relatief gemakkelijk in de wedstrijd zitten en liever niet te veel doen en daarmee staan ze zichzelf voor een groot deel in de weg.
Jeroen: Dat is mooi verwoord. Bij Holland Fintech werk je al bijna vijf jaar, ik heb ook in het begin naar je geluisterd ter voorbereiding. Heb je de markt enorm zien veranderen in de afgelopen vijf jaar in Nederland?
Don: Ja, zeker. Ik denk dat iedereen in eerste instantie natuurlijk een beetje geschrokken was van wat Fintech kwam brengen. De financiële industrie zat best wel lang op een plateau waar maar relatief weinig verandering optrad. Je zag dat er opeens een soort van golf van verandering leek te komen, met name als je kijkt naar het aantal investeringen die eraan kwamen. En die schrikbeweging leverde in eerste instantie heel veel tractie op, want iedereen had het idee dat ze iets moesten doen. Maar het leverde ook weinig bruikbare collaboraties op, omdat mensen ook niet zo goed wisten wat ze precies moesten doen. Wat ik wel interessant vind is dat we rond 2014 dus daarmee ook een soort leertraject gestart zijn waar we nu nog steeds middenin zitten om te onderzoeken wat je eigenlijk moet doen op het moment dat je een structurele aanwas van innovaties in een industrie hebt en hoe je dat tot een nieuw ecosysteem laat ontwikkelen waarbij groot en klein in een soort vast patroon naar elkaar toegroeien en met elkaar samenwerken en vervolgens ook weer ruimte maken voor een volgende generatie innovaties. Dat spel is bijlange nog niet klaar. We zijn inmiddels wel een stuk verder gekomen omdat partijen elkaar nu wel echt serieus nemen als potentiële partner. Een paar jaar geleden vond iedereen het heel hip om met startups te praten maar ze hadden geen idee wat ze ermee moesten doen. Nu kijken we veel beter naar waarom je zou willen innoveren. Als je namelijk niet weet voor welk doel je het doet heeft het ook niet zoveel nut. En we kunnen er veel beter voor zorgen dat partijen elkaar weten te vinden op het gebied van juridische samenwerking: Welke contracten sluit je af, hoe doe je de implementatie? Dus staan ook bijvoorbeeld toezichthouders veel meer open om te kijken naar een veel bredere kijk op de financiële industrie waarin dus ook voor al die kleine spelers veel meer ruimte is.
Jeroen: Zie je nog bedrijven aankomen die hetzelfde soort beeld gaan laten zien als Adyen, dus met veel werknemers, global players, enorme financiële successen van Nederlandse makelij? Zie je dat wel gebeuren?
Don: Ik zie zeker wel partijen die soortgelijke groeitrajecten zien. Ik denk dat de markt die ze aangeboord hebben redelijk uniek is in zijn reikwijdte. Dat soort kansen doen zich maar heel zelden voor, want ze weten zich als een marktplaats tussen dienstverlener aan e-commerce partijen aan te bieden en ze weten gewoon de grootste der aarde aan zich te binden. Daarmee kunnen ze meeliften op hun groei. Die lijkt voor ons ook nog oneindig. Dat is een vrij uniek model. 80% van Fintech-spelers is toch uiteindelijk een leverancier aan de bestaande financiële industrie en daarmee kan je dus ook maximaal zo hard groeien als de financiële industrie groeit. Daarnaast zien we ook dat er vrij veel concurrentie is. Het is een potentieel grote markt; er zijn nog steeds zo’n 4000 banken in Europa waar je dus veel kan doen. Maar we zien ook wel dat er bijvoorbeeld per land een aantal spelers het heel goed doen en daarmee ook lokale markten blijven, ook op het gebied van technologie.
Jeroen: We zijn in Nederland goed in het promoten van onze Fintech-industrie. Jij bent daarin een belangrijke speler. We hebben ook Maurice van Tilburg voor deze podcast gesproken die samen met Constantijn van Oranje Techleap – voormalig Startupdelta – runt. Zijn we daarin goed in Nederland?
Don: Nee, ik denk het niet. Onze grootste barrière is de politieke weerstand tegen de financiële industrie in algemene zin. Die straalt uiteindelijk ook af op het innovatieve vermogen van de industrie. Want op het moment dat je het hebt over dat financiële dienstverleningen in generieke zin geen support moeten krijgen of als het al heel snel aan de kant zit waar gegraaid wordt en te veel geld verdiend wordt, dan is het op een gegeven moment ook heel moeilijk om uit te leggen als innovatieve partij, als Fintech-speler, dat je daar niet bij hoort. We zien dus ook in de Corona-ondersteuningsmaatregelen de COL leningen die voor startups uitgerold werden specifiek alle financieel gelicenseerde partijen daarvoor uitgesloten. Maar daar was ook geen alternatief voor. Ik kan me best voorstellen dat je op een gegeven moment dat soort keuzes maakt, maar daar hoort wel een beter verhaal bij vanuit de overheid, vind ik, om te zeggen “Waarom doen we dit wel of niet?” Als dat zonder toelichting uitgerold wordt en deze partijen ook niet op een andere manier omarmd worden, dan blijft het gewoon een onaantrekkelijke markt. We hebben het voordeel dat we op een paar deelgebieden – digital banking, payments, maar bijvoorbeeld ook Capital Market trading – ontzettend sterk zijn. Daar zijn ook de toezichthouders sterk, dat maakt dat het nog een aantrekkelijke markt is om in te vestigen, omdat de kennis bij de toezichthouders een belangrijke competentie is voor partijen om zich te vestigen. Maar alles daarbuiten zal vrij snel kiezen voor een lichter financieel regime en vooral ook een ander politiek klimaat ten aanzien van financiële innovatie. Londen heeft er bijvoorbeeld echt voor gekozen om Fintech te omarmen als de industrie die het moet gaan maken en daarmee ook de Engelse economie vooruit moet trekken. Wij zien hier bijna het tegenovergestelde. Dat is wel ingewikkeld. Het tij begint overigens iets te keren nu de overheid een Fintech-actieplan gemaakt heeft. Maar daar moet nog wel veel aan gebeuren en veel invulling aan moeten worden gegeven om het daadwerkelijk dat effect te laten hebben.
Jeroen: Er is voor jou – samen met Holland Fintech – nog wat lobbywerk te verrichten, dat gaan we volgen! Ik heb nog een vervolgvraag daarop: Zou Nederland nog meer fiscaal moeten doen om bedrijven in Fintech te stimuleren?
Don: Aan de startup-kant wel, kan ik me voorstellen. Ik weet dat er veel gesproken wordt over het aftrekbaar maken van investeren in startups, bijvoorbeeld. Ik denk dat we het in die zin in Nederland niet per se heel slecht hebben. Ik denk dat het wel goed is dat we kritisch naar die regels kijken. In de kern – maar dat is misschien meer mijn technische aard die hier spreekt – zou ik niet per se weten waarom we bepaalde sectoren anders willen behandelen of bepaalde grootten van bedrijven anders zouden willen behandelen dan andere. Dus in die zin geloof ik heel erg in een level playing field, daarmee probeer ik altijd te voorkomen dat we sturen op uitzonderingen. Daarom zou ik ook niet zo snel pleiten voor aparte regels voor Fintech, maar wel uitzoeken waar potentiële regels beklemmend zouden kunnen zijn voor Fintech en waar dat ongewenst is, waar we het dus eigenlijk zouden moeten opengooien.
Jeroen: Jij gaf heel eerlijk toe dat je nog niet bijzonder veel van Leaders in Finance geluisterd hebt. Dat deed mij natuurlijk een beetje pijn, dat begrijp je. Maar ik gok dat er nu ook verandering in gaat komen.
Don: Vanavond binge-listening!
Jeroen: Dan krijg je het zwaar, want er zijn 31 of 32 afleveringen van gemiddeld drie kwartier. Dat wordt dus een zware sessie. Maar we hebben altijd een luisteraarsvraag. Deze week komt hij van Koos Tervooren. Hier komt de luisteraarsvraag.
Koos Tervooren: Hey Jeroen, Koos Tervooren hier van Microphone Media. We hebben natuurlijk samen het concept voor deze podcast bedacht. Ik moet zeggen dat je het uitstekend uitvoert! Als ik ooit een Leaders in Podcast podcast zou maken, dan zou ik je zeker uitnodigen. Dan naar de vraag, je weet dat ik van gesprekken hou waar het een beetje schuurt of dat het juist een beetje absurd wordt. Want als dat gebeurt, dan leer je mensen pas echt kennen. Wat ik dus graag zou horen is dat je de volgende schurende, absurde dilemma’s voorlegt aan een gast. Hier is het schurende dilemma: Of de loonkloof tussen mannen en vrouwen wordt gedicht of er is een 50/50 verhouding van mannen en vrouwen aan de top. Dan het absurde dilemma: Of je maakt elk uur het geluid van een koekoeksklok of je kunt geen klok meer lezen. Ik hoop dat je deze dilemma’s durft voor te leggen aan één van je sprekers. Vervolgens hoop ik ook dat diegene ze ook durft te beantwoorden. Succes!
Don: Dat is natuurlijk ontzettend moeilijk, want ik denk dat ze namelijk allebei nastrevenswaardig zijn, maar ik denk dat in die zin – gegeven de rigiditeit van de 50/50 verhouding – dat we gewoon de loonkloof moeten gaan dichten.
Jeroen: Zie je ook in de Fintech-space dat er door mannen veel meer verdiend wordt dan door vrouwen?
Don: Ik kan het niet bij iedereen controleren, maar ik zie wel dat deze wereld erg gedomineerd is door mannen. Dat zie je al in de financiële wereld in het algemeen en als het dan nog technischer wordt, zie je dat het aantal vrouwen nog eens een keer afneemt. Dat vind ik zeker zorgelijk, want daarmee mis je gewoon bepaalde elementen in hoe je kunt kijken naar hoe je met klanten omgaat, hoe je met technologie omgaat die gewoon aan tafel zouden moeten zitten. Dus ik ben er zeker voorstander van en ik ben betrokken bij een aantal initiatieven die helpen vrouwen meer het podium te bieden en te kijken hoe we ze als voorbeeld kunnen laten dienen om meer vrouwen in de industrie aan te trekken. Ik kan niet altijd zien hoe de loonverschillen er precies uitzien. Ik denk dat er nu wel veel meer oog voor is, veel van die gaten worden dus gedicht. Ik denk wel dat de cultuur nog steeds redelijk masculine is. Dat heeft ook te maken met het aantal mannen in de industrie. Daarmee zal dus ook het spelletje rondom loondienstverhogingen en promoties voor een deel masculine gespeeld worden. Dat is nog steeds de belangrijkste reden voor de loonkloof; het ligt niet altijd per se op verwachtingen, maar als iemand bereid is te vechten voor meer, dan wordt dat soms geaccepteerd en dan zie je wel – en dat is weer veralgemenisering die ongetwijfeld voor een aantal mensen de plank misslaat – dat vrouwen vaak te bescheiden zijn.
Jeroen: En het tweede dilemma van Koos Tervooren?
Don: Ik denk dat ik geen klok meer zou lezen. Als je goed kijkt, zie je ook dat er geen horloge om mijn pols zit. Ik vind het heerlijk om niet precies te weten hoe laat het is. Gelukkig heb ik een vrouw die erg punctueel is en zij trekt me er aan mijn oor wel bij als het nodig is. Dus ik denk dat ik zonder klok goed vooruitkom.
Jeroen: Wat is jouw drive voor de toekomst, wat zijn dingen die je heel graag zou willen bereiken in je werkleven?
Don: Eén van de dingen die ik aan het begin van mijn loopbaan ontdekte was dat mensen technologie op voorhand zo ingewikkeld vinden. In het concept zie ik bijvoorbeeld dat als je het gaat hebben over technologie, mensen op voorhand afhaken. Daarmee ontzeggen mensen zich toegang tot heel veel zaken. Eigenlijk zie ik een beetje hetzelfde in de financiële industrie. Op het moment dat je financiële contracten gaat bekijken zie je ook dat er al best wel veel mensen zullen afhaken en niet in staat zullen zijn om te lezen wat voor voorwaarden er eigenlijk zitten aan de producten die ze kopen. Dat zijn zaken waar ik me gewoon druk om maak, omdat ik denk dat mensen enerzijds potentiële risico’s lopen; ze gaan contracten aan waarvan ze niet precies weten wat ze inhouden. Maar ze zullen ook vermijden om bepaalde dingen aan te gaan die potentieel wel toegevoegde waarde voor hen hebben. Dat is mijn interesse in Fintech, in feite zie ik zowel financiële producten als technologie als gereedschap. Wat mij betreft zouden die gereedschappen voor iedereen ter beschikking moeten staan. Iedereen moet begrijpen dat er scherpe gereedschappen tussen zitten waar je je aan kunt snijden en dat moet iedereen goed begrijpen. Maar er zit ook gereedschap tussen waarmee je hele mooie dingen kan doen en waarmee je een onderneming kan opbouwen en je eigen economische situatie kan verbeteren. Je kan er meer grip op hebben en je kan het potentieel verbeteren door bijvoorbeeld een onderneming te starten. Ik ben gewoon continu op zoek naar mogelijkheden om te bedenken “Hoe kunnen we een zo groot mogelijk bereik krijgen om niet alleen dit verhaal te delen, maar ook het daadwerkelijk uit te voeren en ervoor te zorgen dat we kennis brengen bij mensen die het nodig hebben?” Financiële en digitale inclusiviteit zou je daarbij kunnen noemen, maar ook finanical literacy wordt er ook wel veel bij genoemd. Want het gaat niet alleen maar over toegang hebben tot die producten; iedereen kan in Nederland een hypotheek afsluiten. Het is alleen jammer dat van de mensen die hem afsluiten nog geen 10% begrijpt wat voor product hij eigenlijk afneemt. Dus dat perspectief baart me gewoon zorgen. Ik geloof dat daar ontzettend veel kansen liggen. Het gaat over “Hoe kan je dat dan aanpakken?”, dat betekent dat we ons misschien met het onderwijs moeten moeien.
Jeroen: Dat wil jij ook echt gaan doen om het eventueel uit te brengen?
Don: Ik probeer zoveel mogelijk mensen in die zin mee te krijgen op deze missie. Ik kan het niet allemaal zelf doen, daarvan ben ik wel overtuigd. Maar ik probeer gewoon te bedenken hoe wij mensen in ieder geval dit probleem kunnen laten herkennen en de kansen die eraan zitten. Vervolgens hoop ik dat dat uiteindelijk leidt tot aanpassing in onderwijs, de manier waarop we ondernemers en consumenten informeren; al die aspecten zullen we moeten aanpakken om dit goed te tackelen. Ik maak me alleen zorgen als ik kijk naar de politiek, als we het bijvoorbeeld hebben over hoe er over Artificial Intelligence gesproken wordt, jullie snappen het gewoon echt niet. Dus hoe zorgen we er nu voor dat jullie een goed beeld hebben van die technologie zodat we op een zinnige manier praten over wat er is toegestaan?
Jeroen: Jouw betrokkenheid bij de twee stichtingen die we aan het begin noemden (Capital Waters en Fintech Aera), zit dat ook in deze hoek?
Don: Ja, zeker. Capital Waters ben ik ruim voor Fintech Holland gestart, samen met Ben van Loor en Sjoerd Mol. Dat is gericht op het helpen van zowel ondernemers als investeerders om toegang te hebben tot standaarddocumentatie voor Venture Capital deals. Ze hebben een website die gratis templates en dergelijke ter beschikking stelt. Want toen wij samen betrokken waren bij Venture Capital deals ontdekten we dat veel ondernemers eigenlijk niet goed weten wat voor soort deals ze aangaan en ook geen goede referentie hebben. Dus de standaard set-up was dat de investeerder uitlegt aan de ondernemer hoe het werkt. Maar ja, die investeerder is partij daarin, dus die zal uitleggen “Ja, het is hartstikke normaal dat ik eerst drie keer mijn geld krijg en dat jij pas daarna iets krijgt”. En het is natuurlijk niet voor iedereen zo, want er zijn ontzettend goede Venture Capital firma’s die het heel goed balanceren en dat soort trajecten aanvliegen. Maar in de kern ontbreekt er een onafhankelijke referentie. Die willen we graag neerzetten, ter lering en vermaak in eerste instantie. Het is wel leuk om te zien dat het nu – mede door hulp van Techleap – steeds meer als een soort standaard dealterms gaat gelden. We zijn ook in gesprek met de regionale ontwikkelingsmaatschappijen die er ook voor kunnen zorgen – als zij dat in standaard dealterms gaan opnemen – dat iedereen een soort referentiedocument heeft, net zoals de ROZ-voorwaarden bij huur, zodat je op voorhand weet “Dit is een goed contract, dit is de standaard. Ik hoef alleen maar te kijken waar ik de puntjes moet invullen en dan kunnen we een deal doen”. Dat is één van de manieren waarop je mensen meer comfort kunt geven met de zaken die ze doen, financieel. En meestal kun je voorkomen dat mensen niet per ongeluk de verkeerde dealterms voor de kiezen krijgen. Dus dat is Capital Waters. Fintech Aera is een stichting die meer recentelijk opgezet is, om het hele idee van financial inclusion en financial literacy op een meer Europese schaal uit te dragen. Dat is dus eigenlijk meer het verlengde van het werk dat ik met Holland Fintech doe; we proberen op een onafhankelijk platform op Europees niveau verder uit te dragen. Dat staat nog redelijk in de kinderschoenen, maar daar ligt wel mijn hart.
Jeroen: Het is ongelofelijk wat je allemaal doet als je weet dat je ook nog een gezin hebt en je dit helemaal uit de grond opgestart hebt. Je hebt veel public speaking events gedaan en dergelijke. Dat leidt ook altijd tot de vraag: Hoe combineer je je werk en privéleven?
Don: De laatste tijd eigenlijk heel goed. Het is natuurlijk nu in de Corona-tijd iets anders dan voorheen. Maar ik heb me altijd voorgenomen sinds ik een dochtertje heb – ze is nu tien jaar, dus dat ‘tje mag eigenlijk bijna niet meer.
Jeroen: Laat het haar niet horen!
Don: Precies! Ze komt even om het hoekje kijken. Maar mijn dochter, Anna, wil ik goed kunnen volgen. Dus ik heb me altijd voorgenomen – als ik in het land ben en dat is de laatste tijd 100% – om voor etenstijd thuis te zijn, om ervoor te zorgen dat tussen samen eten en naar bed gaan tijd voor het gezin te hebben zodat ik in ieder geval altijd begrijp wat ze elke dag meegemaakt heeft en met haar kan praten over hoe zij de wereld ziet. In die zin krijg ik ook mee hoe ze opgroeit. Ze gaat meestal rond een uur of 20:00 of 21:00 uur naar bed. Daarna kan altijd weer de laptop open en kunnen we gewoon weer door. In die zin kom ik wel aan mijn tijd, maar ik vind het belangrijk om elke dag zo’n ijkpunt te hebben om even te voelen “Hoe gaat het met je? Wat heb je allemaal meegemaakt?” Op die manier kunnen we samen het traject doorgaan.
Jeroen: Hoe manage je je energie en hoe zorg je ervoor dat je fysiek en mentaal fit blijft?
Don: Ik heb gemerkt dat mijn lichaam het heel fijn vindt om enigszins een ritme te hebben. Dus op dezelfde tijd opstaan, om zeven uur elke ochtend, en het hebben van een ochtendritueel. Dat is niet veel meer dan de krant scannen, koffiedrinken en eventjes wat tijd met mijn gezin doorbrengen. Dat start redelijk goed. We doen ook elke dag een dag-start met het team; om kwart voor negen bellen we en doen we een virtuele stand-up deze dagen. Dat werkt best wel goed. Daarbuiten haal ik mijn rust heel bij het naar buiten gaan. Als je hier in de tuin kijkt zie je misschien een mooie boomhut en flink wat snoeiwerk. Dat zijn bijvoorbeeld dingen waar ik heel veel energie uit kan halen. Juist door even niet met mijn hoofd te werken maar even met mijn handen te werken krijg ik heel veel rust. Daarnaast ga ik graag hardlopen.
Jeroen: Leuk om te horen! Voor de luisteraars: de boomhut ziet er heel professioneel uit. Dat is leuk om te zien! Voordat we afronden stel ik altijd deze vraag: We hebben heel veel verschillende onderwerpen gecoverd, maar is er iets waarvan jij zegt “Jeroen, dat had je moeten vragen” of “Dat had ik graag willen vertellen”?
Don: Nee, er schiet me even niks te binnen.
Jeroen: Leuk! Ontzettend veel dank voor je tijd. Bloomon is zo vriendelijk en aardig om al onze gasten – alle CEO’s en leiders in de financiële sector – te voorzien van een prachtige bon. Die ligt hier voor mij en die ga ik na het gesprek aan jou overhandigen. Ik wil jou heel erg bedanken voor je deelname aan Leaders in Finance. Dat wordt zeer gewaardeerd!
Don: Graag gedaan, ik vond het ontzettend leuk om te doen!
Dit was Leaders in Finance, we hopen dat je deze aflevering met veel plezier hebt beluisterd. We stellen je feedback erg op prijs. Wat houdt je bezig en over wie wil je meer horen? Laat het weten via een Apple of Google review. Dat kan ook via de social media kanalen of direct via een email. We kunnen het enorm waarderen als je dat doet. Tot slot danken we onze partners voor hun steun, dat zijn Kayak, EY, Odgers Berndtson executive search en Roland Berger. Bedankt voor het luisteren!