Welkom bij een nieuwe aflevering van Leaders in Finance. Voordat ik mijn gast van vandaag welkom heet en introduceer wil ik u, jij, de luisteraar vragen om Leaders in Finance op LinkedIn te gaan volgen. Zo krijg je altijd meer informatie over een nieuwe aflevering in je tijdlijn. Je vindt Leaders in Finance door ‘Leaders in Finance’ in de zoekbalk van LinkedIn in te typen en vervolgens op ‘volgen’ of ‘follow’ te klikken. Dank!
Jeroen: Deze week hebben we te gast Robin de Jongh, Managing Director Detecting Financial Crime bij ABN AMRO. Welkom, Robin!
Robin: Dankjewel!
Jeroen: Leuk dat je de tijd hebt genomen. Ik zal je eerst introduceren. Robin groeide op in Zoetermeer. Na bedrijfseconomie te hebben gestudeerd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, startte Robin zijn carrière in 1996 bij ABN AMRO. Later studeerde hij ook nog naast zijn werk Accountancy en werd daarmee Register Accountant wat hij vandaag de dag nog steeds is. Vanaf 2012 vervulde hij diverse managementfuncties, zoals directeur risicomanagement van de Hypotheken Groep, directeur Processes & Control Retail en is hij sinds 2019 managing director Detecting Financial Crime, waar hij indirect en direct leiding geeft aan 2.700 mensen. Interessant om specifiek te benoemen vond ik ook zijn eerdere functie van ‘programmamanager Know Your Customer (KYC) remediation, Panama Papers en Credit Risk management’. Sinds 2018 is Robin daarnaast gastdocent Corporate Governance aan de Universiteit van Amsterdam. Robin is 48 jaar oud, is getrouwd, heeft drie kinderen en woont in Almere. Dat is een korte introductie over jou. Zou jij om te starten wat meer cijfers kunnen geven? We weten dat er 2.700 mensen werken, maar waar zitten die allemaal, hoe groot zijn jouw teams, wat voor onderdelen zijn er? Kan je een beetje schetsen wat jullie doen?
Robin: Ja, natuurlijk. Heel graag zelfs. Ten eerste is het goed om te weten dat deze afdeling ‘Detecting Financial Crime’ voor de hele bank werkt. Dus internationaal, natuurlijk in Nederland, maar ook voor dochterondernemingen van de bank. Dus het gaat om de hele scope van ABN AMRO. Laten we even met grove getallen werken, 2.200 mensen van deze 2.700 mensen zijn direct betrokken bij het bekijken van transacties van klanten en bij het onderzoek doen naar de gegevens van klanten en of die nog kloppen, of de herkomst van vermogen nog steeds goed is weergegeven in de klantendossiers en of dat ook in de tijd zo blijft. Dus ze hebben regelmatig weer contact met klanten om dat eventueel aan te vullen waar het nodig is. 500 mensen werken in IT, dus systeemontwikkeling, ze werken in managementinformatie voor elkaar krijgen, ze werken in specifieke innovatieteams. Ook hebben we een behoorlijk belangrijk onderdeel op mensen. Dus zorgen dat al die medewerkers die hieraan hard werken goed opgeleid zijn, hun werk ook goed doen, goed doorvragen daar waar het moet en ook goed de analyse opschrijven die ze moeten maken.
Jeroen: Heeft de bank altijd teams gehad om dit te doen? In de voorbereiding hoorde ik ook dat het flink is opgeschaald de afgelopen jaren. Kan je daar een beetje een beeld bij geven? Bijvoorbeeld: drie jaar geleden, hoeveel mensen werkten er toen bij jouw club?
Robin: Mijn club bestaat pas sinds 1 januari 2019 in de centrale vorm. Daarvoor heb je inderdaad gelijk, Jeroen, vanuit meer decentrale organisaties. Dan moet je denken aan iets onder de duizend mensen. Dus het is behoorlijk opgeschaald. Dat heeft te maken met aan de ene kant dat de verwachting vanuit de maatschappij gewoon groter is geworden om witwassen, terrorismefinanciering, corruptie, belasting ontduiken, etc. gewoon kenbaar te krijgen. Aan de andere kant ook omdat de banken dat graag willen. Die willen graag hun specifieke bijdrage die we hierop kunnen doen ook echt doen. Dus die combinatie daarvan maakt dat we nu 3-4 keer zo groot zijn.
Jeroen: Jullie zijn niet de enige bank waar dat opgeschaald is. Hoe kom je in godsnaam aan zoveel mensen? Waar haal je die vandaan? Die kan je dus niet bij andere banken halen, want die hebben het ook nodig. Dus hoe doe je dat?
Robin: Dat is dus ook heel veel opleiden. Goede mensen zijn ook mensen die van nature nieuwsgierig zijn, die kunnen analyseren. Dat kun je natuurlijk op meerdere gebieden doen op het gebied van witwassen, terrorismefinanciering. Voor corruptie heb je natuurlijk wel specifieke kennis nodig, dus we zorgen dat mensen goed ge-onboard worden, getraind worden, onder begeleiding hun eerste zaken of hun eerste transacties kunnen bekijken of hun eerste customer dossiers gaan opmaken. Op het moment dat ze dat goed doen worden ze steeds vrijer gelaten en krijg je steeds meer complexere vraagstukken. Er zit altijd een kwaliteitscheck op, want we moeten zorgen dat we dit goed doen.
Jeroen: Zijn er ook weleens mensen die vanuit de politie of OM of andere overheids- of semi overheidsinstellingen overstappen naar de bank?
Robin: Ja, voordat Detecting Financial Crime is gestart gebeurde dat ook al. Overigens van banken natuurlijk ook naar andere onderdelen van de maatschappij. Dat is ook goed, denk ik, want je hebt die mix nodig van mensen met verschillende ervaring, verschillend beeldperspectief. In feite is dat ook een soort diversiteit. Dat gebeurt nu ook.
Jeroen: Je hebt natuurlijk een ongelofelijke hoeveelheid backing op dit moment om dit allemaal te laten groeien. Ik kan me dus voorstellen dat er veel geld jouw kant opgaat. Wat dan ook altijd de vraag is, je kan het op heel veel manieren inzetten. Je kan extra mensen nemen, je kan je heel erg focussen op de tech-kant, de IT-kant of de data-kant. Je kan van alles doen, maar hoe prioriteer jij wat je gaat doen? Dat lijkt me best wel lastig, met zoveel mensen en zoveel geld.
Robin: Dat zeg je terecht. Dat is ook lastig om te doen en om te prioriteren. We doen ook eigenlijk alles tegelijkertijd. Aan de ene kant zijn we bezig met het herstellen van het verleden, op het moment dat we klanten gaan bekijken waar we in het verleden te weinig hebben verzameld en moeten aanvullen ben je bezig met dat herstel. Dat is vaak echt mensenwerk; handmatig analysewerk. Je wil ook voor de toekomst een duurzame goede inrichting van je organisatie, van je proces in systemen hebben, dus je bent ook aan het investeren in nieuwe dingen, innovaties, machine learning, data science oplossingen. Dus je doet eigenlijk de twee dingen: herstel naar het verleden en toekomstgericht goed duurzaam neerzetten, dat doe je beide.
Jeroen: Dat klinkt als wel de meest uitdagende job die je tot nu toe hebt gehad, of niet?
Robin: Dat klopt helemaal, ja.
Jeroen: Waar zit het hem dan met name in?
Robin: Ik kan wel een paar aspecten benoemen. Eén is dat die maatschappelijke verwachting heel groot is en bijna wekelijks wordt die kenbaar. Dus ik heb veel meer te maken met uitleg geven ook buiten ABN AMRO wat we hieraan doen. Dat betekent soms perscontacten, dat je open wil zijn over hetgeen wat je echt wil bewerkstelligen, naar binnen toe een team van 2.700 mensen. Dat is voor mij ook nieuw; ik was meestal bezig met wat kleinere teams die je bijna bij elkaar kon roepen door even over de gang heen te lopen. Dat gaat nu ook anders. Dus je doet veel meer met videootjes maken, zeker in deze digitale tijd met Covid-19, maar ook blogs schrijven om de hele groep mee te nemen in de ontwikkeling die we als ABN AMRO hierin doormaken en te zorgen dat zij heel erg verbonden blijven met het doel. Waarom doen we dit? Het is om de veiligheid van de samenleving een stukje te borgen. Het zou mooi zijn – en dat is precies waar ik me op richt – als alle medewerkers met die purpose hun werk doen.
Jeroen: Heb je het gevoel – los van de grootbanken – dat andere partijen (Fintechs, maar ook hele grote Fintechs die misschien wel banklicenties hebben) allemaal op dezelfde wijze met deze problematiek omgaan? Of zijn er toch nog plekken in het financiële systeem die veel makkelijker zijn voor de onderwereld om er doorheen te komen dan de plekken waar jij bijvoorbeeld werkt?
Robin: Laat ik bescheiden zijn. Ik vind het heel moeilijk om over andere bedrijfsvoeringen te spreken. Een voordeel van Fintechs of Big Techs is dat ze vaak hun systeem of een IT hebben dat nieuw is, waar ze hun data ook nieuw hebben kunnen opzetten en geen last hebben van systemen van vroeger of databases die nog niet goed aansluiten. Dus ik denk dat iedereen wel zijn uitdagingen heeft. Iedereen valt wel onder dezelfde wet- en regelgeving. Dus op het moment dat je een financiële dienst verleent val je onder de wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering en moet je voldoen aan het kennen van je klant. Dat zit daar natuurlijk achter en dat zal voor niemand anders zijn. Banken hebben natuurlijk wel een hele belangrijke maatschappelijke functie. Er wordt ook wel verwacht van banken dat ze klanten in de breedte en ook in de diepte blijven aannemen en ook blijven servicen. Dus wij moeten ook goed kijken naar onze bestaande klanten en nieuwe klanten, hoe we die goed kunnen bedienen.
Jeroen: Waarom ik het vraag is omdat criminaliteit toch altijd naar de zwakste plek toegaat. Het is net als water; het gaat naar het laagste punt. Ook in Europa zie je natuurlijk dat criminaliteit daar naartoe gaat waar het het makkelijkste doorheen komt. Of dat Nederland is, dan is het Nederland, of in Denemarken of in de Baltische Staten, ik noem maar een paar plekken waar dingen gebeurd zijn. Ik kan me voorstellen dat de bank ook een lobby voert om te zorgen dat het overal gelijk is. Niet alleen tussen bedrijven, maar ook tussen landen.
Robin: Ja, dat klopt inderdaad. Dus op het moment dat inderdaad een bank ergens in Europa of in de wereld hele lage standaarden heeft om witwassen tegen te gaan is dat heel erg kwetsbaar voor het opzoeken van criminelen om daar inderdaad geld naar binnen in het systeem te krijgen. Dus daarom is het met elkaar verbinden, netwerk creëren om dat te voorkomen ongelofelijk belangrijk maar daarmee ook ongelofelijk moeilijk. In Nederland hebben we daar nu net met het Transaction Monitoring Nederland met vijf banken een eerste mooie stap gezet om transacties te gaan monitoren over banken heen.
Jeroen: Kun je dat nog kort toelichten? Wat is Transaction Monitoring Nederland precies?
Robin: Dat is een nieuw bedrijf dat gestart is door vijf banken, door ABN AMRO, Rabo, ING, Volksbank en Triodos waarbij op een gewaarborgde manier – zowel qua privacy als information security – data van transacties worden gedeeld waardoor je ook veel meer kan zien over transacties over banken heen. Uiteindelijk met als doel om gebruikelijke transacties te kunnen zien en te kunnen melden aan de Financial Intelligence Unit, wat ook de verplichting is vanuit de WWFT: de Wet ter Voorkoming van Witwassen en Terrorismefinanciering. Daarmee kunnen we dus nog beter onze maatschappelijke rol spelen om dus mogelijke rare ongebruikelijke transacties te melden bij de overheid zodat zij opsporing kunnen gaan doen.
Jeroen: Is dat TMNL iets wat helemaal vanuit de banken komt? Of hebben de overheid of de toezichthouders daarop aangedrongen om dat gezamenlijk te gaan doen?
Robin: Het initiatief komt echt vanuit de banken zelf. Het is zeker in afstemming gebeurd. Dat was ook nodig omdat wij als banken op dit moment onder de wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering geen outsourcing mogen doen van de Transaction Monitoring. Dus we mogen niet aan een ander dit werk laten uitvoeren. Dat doen we dus nu additioneel in dit Transaction Monitoring Nederland opzet wel, maar het is additioneel want we doen nog steeds zelf als individuele bank ook het Transaction Monitoring gedeelte. In het nieuwe wetsvoorstel op WWFT wordt voorgesteld om wel te mogen outsourcen. Dus die afstemming is ook gedaan met de overheid om te zorgen dat dit soort mogelijkheden komen. Er is goede afstemming maar het initiatief ligt vanuit de banken.
Jeroen: Heb je er een beetje een beeld bij hoe het in de wereld gaat, wat jij doet in hele andere landen? Lopen we in Nederland voor of achter of zitten we in het midden?
Robin: Ik denk dat we trots mogen zijn op een aantal aspecten die we in Nederland heel goed doen. Transaction Monitoring Nederland is uniek in de wereld. Hopelijk gaat dat opvolging krijgen, zeker ook in Europa. Want het is aardig dat het met veel banken dan in Nederland gebeurt maar het is natuurlijk nog mooier als we dat over de landsgrenzen heen kunnen doen. Maar er zijn heel veel landen die inderdaad naar ons toekomen, naar Transaction Monitoring Nederland toekomen om te vragen, “Hoe hebben jullie dat nou gedaan?” Dat is één aspect en het maakt me wel trots dat we dat hebben kunnen doen. Het tweede is dat de publiek-private samenwerking er is tussen overheid en banken waarbij onder andere de Fiod, belastingdienst, politie, banken samenwerken om binnen zogenaamde task forces heel gericht te zoeken naar bepaalde criminaliteit zoals serious crime, terrorismefinanciering, ondermijning via stichtingen en daar zoeken we dus in Nederland – en dat is eigenlijk het Poldermodel – naar mogelijkheden hoe je binnen wet- en regelgeving dingen wel kan doen in plaats van te kijken naar hoe je dingen niet kan doen. Dat is het tweede element dat heel mooi is. In dat opzicht lopen we misschien een beetje voor op de wereld maar er zijn andere landen die ook heel veel doen op samenwerking. Engeland is daar een goed voorbeeld van, de V.S. alsook Australië. Nederland zit wat mij betreft in die kopgroep.
Jeroen: Toen je aan deze baan begon, hoe kwam je daar terecht? Wilde je dit altijd?
Robin: Je refereerde al in de introductie eraan dat ik een keer programma manager KYC remediation ben geweest, dat was in 2014. Toen was ik inderdaad riskmanager bij hypotheken. Toen vroeg het bestuur aan mij “Robin, zou je kunnen helpen met een hersteltraject, een remediation op Private Banking Nederland?” Dat was voor mij de eerste keer dat ik vanuit een normale lijnmanagement rol in een programma-management rol stapte. Dat is me onwijs goed bevallen. Het is gelukt om het ook op orde te krijgen en te zorgen dat het ook op orde bleef. Want het is niet alleen belangrijk om hersteltrajecten voor elkaar te krijgen maar ook te zorgen dat het duurzaam doorgaat. Vervolgens kwam in die periode dat ik dat deed Panama Papers naar voren, wat ook op het terrein van ‘Know Your Customer’ zat en de belastingkant. Daarvan kreeg ik steeds meer zin om dat onderwerp nog beter te begrijpen, het was maatschappelijk heel relevant. Dat raakt mij dan als professional dat ik niet alleen maar met moeilijke complexe onderwerpen bezig mag zijn maar ook het verschil kan maken voor de maatschappij; dat er iets verwacht wordt en dat je dat kan invullen. Dat is eigenlijk uitgegroeid naar deze rol, duurzaam ingericht als Detecting Financial Crime.
Jeroen: Zeg je ook “Ik miste soms dat maatschappelijke component van mijn werk”?
Robin: Bij hypotheken kwam dat eigenlijk ook al aan de orde. Ik ben begonnen in januari 2012. Dat was dus toen eigenlijk die recessie voor de tweede keer doorsloeg. Toen kwamen heel veel klanten van de bank ook echt in een probleem met het betalen van hun hypotheek omdat er werkloosheid was, maar ook vaak gecombineerd ging met scheiden. Het scheiden gaat gewoon door, ook in economisch slechte omstandigheden. Toen heb ik zitten nadenken van “Hoe kom je nou handig uit in de zin van wat voor klanten werkt maar ook voor de bank?” Dat is niet door mensen hun huis af te nemen, hun huis te verkopen, want die markt was er nauwelijks. Daar houdt de klant maar ook de bank dus een enorme restschuld over. Dus hoe kunnen we ervoor zorgen dat we de klanten in hun huis laten wonen? Daar hebben we allerlei oplossingen zoals rentekortingen, rentevakanties en ook coaching voor. Want soms zit het niet alleen op inkomsten maar ook op uitgaven. Daar merkte ik dat ik het vanuit een bank het verschil kon maken naar klanten en ook naar mijn maatschappij, omdat het zo een ontzettend groot thema was met toen die financiële crisis. Dus toen dit doorging naar meer het KYC-stuk gaf mij dat een heel gaaf gevoel van “Ik mag nog steeds vanuit die bank het verschil maken voor de maatschappij”.
Jeroen: Dat is goed om te horen en ik kan me ook voorstellen dat toen jij halverwege/eind jaren ’90 bij ABN AMRO begon die bank natuurlijk meerdere enorme transities doorgemaakt heeft: in staatshanden opgeknipt, verkocht. We kennen het verhaal, veel mensen hebben De Prooi gelezen en later De Staatsbank. Dat zijn twee boeken die dat vastleggen. Zie jij nou dat je in die periode – want jij kan er bijna een kwarteeuw naar kijken – dat er ook meer ruimte is gekomen om meer naar die samenleving te kijken dan dat er was toen jij startte?
Robin: Ja, er zijn wel twee elementen daarin, Jeroen. Want ik begon natuurlijk als jonkie, dus dan had ik natuurlijk een heel andere rol dan wat ik nu heb. Nu zit ik natuurlijk veel meer bepalend en ik mag veel meer mede richting geven aan de visie van de bank en hoe we dat ook invullen. Dus dat is logisch, maar dat was ook echt een andere tijd, inderdaad. ABN AMRO was toen nog wereldwijd aanwezig met heel veel producten, heel veel landen waar we in zaten. Die bank ziet er nu totaal anders uit, heel erg gemoderniseerd, ook op het IT-vlak, naar voren gericht, veel progressiever geworden. Dat vind ik ook heel fijn. Duurzaamheid zit ontzettend in onze strategie. ‘Banking for better, for generations to come’ zegt dat al helemaal. Dus het is voor mij een bank die enorm veranderd is, maar ik ben daarin natuurlijk ook zelf als persoon heel erg in mee-veranderd en meegegroeid.
Jeroen: Als we dan heel ver teruggaan, je bent in Den Haag geboren en opgegroeid in Zoetermeer. Vanaf wanneer wist je “Ik ga de bedrijfskant op”? Je bent toen bedrijfskunde gaan studeren, maar wanneer wist je “Ik wil in de financiële wereld werken”?
Robin: Eerlijk gezegd wist ik dat toen niet. Ik ben bedrijfseconomie gaan studeren in Rotterdam, ook om een beetje die brede inslag te hebben. Ik was niet zozeer bezig met “Ik wil per se daar of daar komen”. Ik had eigenlijk twee elementen die ik heel leuk vond in mijn studie. Dat was aan de ene kant interne organisatie, de mens, cultuur. Dat maakt voor mij altijd het verschil, daar maak je het succes mee. Aan de andere kant die kosten- en winstvraagstukken. Dus meer de accountancy, de inhoudelijkheid, de complexiteit en een beetje dat puzzelen en het cijfermatige. Dat heb ik eigenlijk mijn hele carrière ook steeds samen kunnen blijven verbinden. Dus aan de ene kant vind ik het leuk om de inhoud in te gaan en met mensen natuurlijk daarover te sparren. Aan de andere kant om mensen mee te nemen, te motiveren, te inspireren om hard te werken voor iets waarvan je ook het gevoel hebt van “Dat doet ertoe”. Die twee dingen heb ik eigenlijk steeds doorgezet.
Jeroen: Wil je iets delen over je jeugd, over hoe je bent opgegroeid?
Robin: Ja, ik kom uit een heel traditioneel gezin. Mijn vader werkte bij Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Mijn moeder was apothekersassistente. Ik heb nog een broertje en een zusje. Het was een hele prettige bloemkoolwijk. Toen heette het nog niet zo, maar nu noemen we dat zo. Heel veel voetballen op straat. Met de jongens waar ik toen heel veel mee heb gevoetbald heb ik later ook een vriendenelftal gehad, op mijn 35ste of zo. Dat was superleuk om met die jongens ook te blijven opgroeien en op die manier elkaars carrière ook een beetje te kunnen volgen. Op school ging het bij mij altijd best wel makkelijk, zowel op de lagere school als op de middelbare school. Mijn studie ging ook best wel fluitend. Dus dat leren en dat studeren, de serieusheid en het combineren met sporten is een beetje wat ik toen heel leuk vond. Als ik nu naar mezelf kijk is het iets wat ik nog steeds heel graag doe. Die balans zoeken van aan de ene kant serieus bezig zijn met je werk maar ook gezin, sporten en leuke dingen doen.
Jeroen: Over dat voetballen, waar in het veld stond je en wat voor soort voetballer was je?
Robin: Vroeger startte ik als spits, ik scoorde ook heel veel. Daar had ik een neusje voor. Ik weet niet wat het was, een beetje Sjakie in de Wondersloffen. Ik stond altijd op een goede positie, zal ik maar zeggen. Toen ik wat ouder werd was het meer teruggezakt op het middenveld, meer de regisseur zou je kunnen zeggen, aanvoerder. Op het laatst van mijn carrière, dus na mijn dertigste, ben ik echt achterin gaan spelen om het hele overzicht te hebben. Dat had waarschijnlijk ook te maken met het verliezen aan snelheid.
Jeroen: En je bent nu keeper?
Robin: Nee, ondertussen doe ik niks meer op dat vlak. Ik ben sporten gaan zoeken die makkelijk te combineren zijn met werk. Dan moet je met name denken aan hardlopen en wielrennen.
Jeroen: Zijn er bepaalde normen en waarden die je hebt meegekregen in je opvoeding?
Robin: Ja, heel sterk. Mijn moeder komt uit Zeeland ons bin zuunig. Ik ben ook heel spaarzaam. Ik ben daarin ook heel erg milieubewust. Ik probeer echt mijn persoonlijk spoor op de wereld zo klein mogelijk te houden. Dat lukt misschien alleen niet bij het reizen, want dat vind ik superleuk om te doen omdat het me heel erg vernieuwt. Ik hoop echt meer te gaan reizen door andere vervoersmiddelen dan vliegtuigen te gaan pakken. ‘Doe maar gewoon, dat is al gek genoeg’ is mijn opvoeding wel geweest en ‘Werk hard en klaag niet veel’. Dat zijn een beetje de dingen. Maar ook ‘Het is goed genoeg als je daar alles voor hebt gedaan’. Dus het hoeft niet altijd meer of hoger; het is eigenlijk heel down to earth.
Jeroen: Toen je begon met werken bij ABN AMRO, dacht je “Ik ga hier misschien weleens 20+ jaar blijven”?
Robin: Eén van mijn eerste gesprekken was natuurlijk in de sollicitatie, dat was iemand die zijn zei “Robin, je moet niet denken dat je hier 20 of 25 jaar kan blijven of tot je pensioen. Hou je gedachten open”. Ik heb daar nooit zo over nagedacht. Ik heb voor mijn gevoel vijf of zes of misschien wel tien banen gehad binnen ABN AMRO die elke keer weer heel anders waren. Ik heb met andere mensen gewerkt. En wat ik al net zei, de bank is ook ontzettend veranderd. Dus op zichzelf heb ik nooit het gevoel gehad dat ik bij hetzelfde bedrijf in een soort routinematig werk terechtgekomen ben. De bank heeft mij heel veel gegeven aan opleidingen en aan kansen. Ik heb het ook heel veel gegeven aan energie en aan de dingen die ik denk die ik goed heb gedaan. Dat is een soort partnership geworden. Ik ben ook heel loyaal, dus ik heb nu ook niet de neiging om te zeggen “Ik wil nu eens een keer iets heel anders”. Het zou kunnen zijn dat ik weleens een keertje binnen ABN AMRO weer iets heel anders zou willen doen. Maar voorlopig zit ik nog heel goed bij Detecting Financial Crime.
Jeroen: Hoe komt het dat je hiërarchisch gezien steeds stappen hebt gemaakt?
Robin: Ik zei eerder al dat het toen voor mij een combinatie van dingen is. Ik richt me heel erg op de mens waar ik aansturing aan mag geven, om die te laten groeien en heel veel ruimte te geven. De professional heeft voor mij het meest aan ruimte. Daar komt wel iets voor terug, dat is namelijk het stellen van hulpvragen: Kan het beter? Kan het sneller? Maar mensen die voor mij werken vinden dat heel prettig om die ruimte te krijgen. Aan de andere kant vind ik de inhoud leuk. Dus ik probeer mee te denken aan “Wat zijn de oplossingen voor problematieken? Hoe komen we hier het beste uit? Hoe krijgen we dit duurzaam?” Dat wordt gezien door de bank als een hele mooie unieke combinatie. Dus eigenlijk moet je de IQ-kant en de EQ-kant combineren: “Robin, ga dat maar doen voor een groep, ga dat maar doen voor een grotere groep. Ga dat maar doen vanuit een meer statutaire rol, zoals bij een hypothekengroep. En ga het daarna maar doen bij Detecting Financial Crime met een groep van 7.700 mensen die je dan in één keer mag aansturen”.
Jeroen: Aan de IQ-kant ben je op een bepaald moment accountancy erbij gaan studeren naast al een druk privéleven. Ik weet niet of je kinderen er dan al waren, maar in ieder geval was er een privéleven en een drukke baan. Waarom dat?
Robin: De kinderen waren er overigens nog niet. Dat is eigenlijk anders ook niet te doen. Ik heb heel veel respect voor mensen die inderdaad nog een studie met jonge kinderen volgen en dan nog hun werk goed doen. Er zijn overigens mensen die dat goed kunnen, maar dat zou voor mij best uitdagend zijn. Het is eigenlijk heel simpel. Ik startte bij ABN AMRO een traineeship en mijn eerste plaatsing was bij de auditafdeling, dus bij de interne accountancy-dienst, wat me heel veel gebracht heeft omdat je daarmee vanuit een soort toren echt het hele bedrijf kon inkijken. Dat heeft me gewoon heel veel inzicht gegeven. Maar het was ook wel de vereiste dat je er dus een accountancy studie ernaast deed. Dat heb ik met heel veel gretigheid ook opgepakt. Dat betekende wel veel avonden en ook weekenden regelmatig studeren. Ik vertelde net dat ik toen ook voetbalde. Dus op zondagochtend ging regelmatig om zes uur het wekkertje af en dan ging ik eerst eventjes vier uur studeren en dan ging ik lekker voetballen. Dat was voor mij een ideale combinatie van een zondag.
Jeroen: Een aantal dingen die ik over jou gelezen heb en ook dingen die ik beluisterd heb, onder andere het interview bij BNR – en ook dit halfuur – komen voor mij heel erg over alsof jij best wel een optimist bent, iemand die heel positief in het leven staat. Klopt dat? Is dat iets dat in je karakter zit of is het iets dat je toch ook kan leren?
Robin: Goede vraag. Het zit zeker in mijn karakter. Je vroeg net ook naar mijn normen en waarden. Dat doet me ook denken aan wat ik een beetje van mijn ouders heb meegekregen: alles wat je aandacht geeft groeit. Dus als je aan positieve dingen aandacht geeft groeit dat. Dan zie je dat meer. Daar krijg je energie van. Als je aan negatieve dingen aandacht geeft, dan groeit dat dus ook. Dan wordt dat groter, daar krijg je stress van. Dus ik ben in de loop van de 20 jaar bij ABN AMRO veel met dat thema bezig geweest: “Laten we focussen op wat er goed gaat”. Dat wil niet zeggen dat je het andere gewoon wegstopt. Dat is helemaal niet aan de orde. Maar dat moet je gewoon klein houden of snel oplossen. Dan richt je je dus op de dingen die motiveren, want daar gaan mensen harder door lopen en ga ik zelf ook harder lopen. Dus het is deels aard en deels ervaring wat ik uit die 20 jaar bij ABN AMRO-werk heb meegenomen.
Jeroen: Het is natuurlijk heel gemakkelijk om te focussen op het negatieve. De miljarden en miljarden die jullie niet vinden en het huidige werk. Tegelijkertijd is er een enorm vergrootglas van de samenleving. Tegelijkertijd mogelijke boetes voor ABN AMRO, grote boetes bij andere banken. Het onderzoek loopt nog. Het is heel makkelijk om te denken “We doen wel goed werk, maar wat gaat er ongelofelijk veel mis”. Dus misschien heb je deze aard wel nodig om in deze setting succesvol te zijn.
Robin: Het helpt mij enorm. Want inderdaad, er is altijd veel commentaar. Er zijn onderzoeken gaande, daar hebben jullie over kunnen lezen in de kranten. Daar kun je ook ontzettend veel stress van krijgen, met name omdat het hersteltraject ontzettend veel tijd kost, je hebt niet 2.700 mensen nodig om dit eventjes een paar weken te doen. Het is echt een langere adem die je hiervoor nodig hebt. Dus rust, overzicht en positiviteit heb je ook nodig om hier goed doorheen te gaan. Ik vind het belangrijk om dat te blijven uitstralen en ik ben ook op zoek naar de verandering. Dus als we het iets beter doen dan vorige week, moet je daar de punten opzetten. Als het misschien nog niet voldoet aan hetgeen waar je moet zijn, prima, maar we komen er dan wel vanzelf. Op het moment dat het minder gaat, dat komt ook weleens voor, dan kijk je rustig. Want vanuit rust kun je veel beter nadenken en veel betere beslissingen nemen. Dan zet je daar je actie op, wat het dan ook is.
Jeroen: Wanneer word jij wel gestrest?
Robin: Eigenlijk als mensen niet meer gaan samenwerken. Als daar een soort van competitiestrijd in komt, zoals een wij/zij-cultuur, dat vind ik heel vervelend. Want in mijn karakter zit ook harmonie, dus ik vind het fijn als mensen heel goed met elkaar samenwerken en op inhoud met elkaar discussies hebben en dan ook weer samen doorpakken. In de snelheid te raken, in stresserende zaken verliezen we dat weleens uit het oog, ook binnen ABN AMRO. Dat vind ik vervelend. Of ik daar gestrest van raak, dan moet je het uitspreken, dat helpt enorm. Ik doe zelf met mijn team elke ochtend een ‘daily’, een dag start van een halfuurtje en dan delen we met elkaar eventjes de stand van zaken, de successen, de hulpvragen en de verbazingen. Dat helpt enorm. Dus je moet je uitspreken. Vorige week had ik even zo’n moment dat ik inderdaad wat meer in de stress zat dan normaal. Dan spreek ik dat uit. Mensen vinden het ontzettend fijn dat ik dat doe. Dan zien ze ook wat er bij mij leeft en ik ben het kwijt. Dus het is eigenlijk een tip aan mezelf maar ook een tip aan anderen: Blijf dat gewoon doen, dat houdt ook klein.
Jeroen: Wat is een verbazing?
Robin: Een verbazing is iets waarvan je denkt “Hoe kan het nou dat we dat zo doen?” of wat het resultaat was van een actie. Of dat iemand zo reageerde op een voorstel. Dat kan een verbazing zijn. Daar kan je veel uit leren.
Jeroen: Dat klinkt als een positieve draai om iets te zeggen wat je eigenlijk niet mag zeggen over iemand anders.
Robin: Over mensen spreken vind ik sowieso niet zo handig. Dus de verbazing kun je uiten als je zegt “Ik vond dat die dat niet zo goed had gedaan”, dan is het antwoord uit de groep “Heb je dat besproken met diegene?” Je moet elkaar echt helpen. De intentie van mensen – laat ik het even bij de groep houden waar ik leiding aan geef – is allemaal hetzelfde: we willen dit allemaal goed doen. Maar in de samenwerking, in het afstemmen, in het soms prioriteren of in het werken met elkaar, daar zitten soms dingen die niet helemaal goed lopen. Spreek dat uit, want de intentie is hetzelfde.
Jeroen: Heb je bepaalde mensen gehad in jouw loopbaan – privé of zakelijk en met of zonder naam – die jou enorm gemotiveerd of geïnspireerd hebben waarvan je zegt “Ik ben je echt heel dankbaar, anders had ik nooit kunnen doen wat ik nu doe”?
Robin: Namen noemen heeft geen zin, want dat is bijna iedereen om me heen. Dit klinkt wat groot en ik heb een misschien wat roze wereld achter me, maar ik vind dat echt zo. Wekelijks heb ik een uur een koffiegesprek met zes willekeurige mensen uit het team, mensen die ik natuurlijk ook niet allemaal ken. Ik kan even geïnspireerd raken door iemand die met volle passie praat over het werk wat diegene doet die daar veel beter in is dan ik want die is daarin opgeleid en wat hij/zij heeft gezien in de portefeuille of in transacties en hoe ze daarmee omgegaan zijn, dat vind ik echt supergaaf. Daar krijg ik ontzettend veel energie van. Maar ik krijg ook ontzettend veel energie van de leidinggevenden die ik heel mijn carrière door heb mogen hebben. Want die hebben me steeds ontzettend veel tips gegeven.
Jeroen: Geef eens een voorbeeld van een tip of feedback die je hebt gehad die echt veel impact heeft gehad?
Robin: In het begin van mijn carrière was dat “Geloof in jezelf, heb zelfvertrouwen. Robin, je bent jong maar je hebt wel deze rol. Je bent nu verantwoordelijk voor vijf mensen. Dus geef ook aan wat ze beter moeten doen of geef gewoon richting aan het team”. In het begin reageerde ik met “Die mensen weten al veel meer dan ik”. Dus zelfvertrouwen. Later op kennisgebied van Risk Management om daar echt veel beter in te worden. De leidinggevende had al heel veel jaren bij heel veel andere banken en credit card-maatschappijen gewerkt, dus ik kreeg heel veel inzicht en heel veel doorzicht en wijsheid voorgeschoteld. Waar ik nu in mijn huidige baan heel veel aan heb is, ik rapporteer nu iemand uit de Executive Committee, die heeft zoveel ervaring. Ook veel meer ervaring met alle stakeholders, of het nou toezichthouders zijn of binnen de bank zelf, hoe dat allemaal werkt. Daar heb ik heel veel goede gesprekken mee van “Hoe ga je daarmee om? Wat is een goede manier om iets naar voren te brengen? Hoe doe je dat tijdig?” Vaak gaat het toch over tijdigheid, transparantie, jezelf zijn, authentiek zijn en geloven in jezelf om dat ook naar voren te brengen. Dat zit er bij mij een beetje in, ik ben ook wel voorzichtig bescheiden. “Kom maar iets naar voren”, daar stuurt hij mij nu ook op. Dat is superfijn.
Jeroen: Je bescheidenheid is een mooi bruggetje naar iets anders wat ik met je wilde bespreken. In deze rol sta je natuurlijk meer dan ooit in de spotlights, zowel intern bij de bank maar ook naar buiten toe. Het feit dat wij met elkaar praten, maar ook dat je bij BNR optredens doet en dat soort dingen. Hoe vind je dat?
Robin: Ik noem het altijd de pareltjes die ik aan het rijgen ben in mijn leven. Dus ik zie het als enorm mooie ervaringen. Ik vind het ook elke keer best wel spannend om het te doen. Omdat ik toch bang ben dat ik ergens niet uitkom of een struikeling maak of misschien iets verkeerd zeg of iets dergelijks. Dus dat is wel spannend. Ik merk ook altijd dat het heel erg meevalt; op het moment dat je erin zit is het eigenlijk best leuk. Dan merk je hoeveel je er ook van weet, met welke intentie je spreekt en dat positivisme en enthousiasme komt ook altijd door. Dat vind ik altijd leuk. Achteraf is er een soort energie die dan vrijkomt en adrenaline die vrijkomt. Dus dat geeft ook altijd weer een lekker gevoel. Maar het is nooit normaal, want het is niet meer het normale werk. Het normale werk zit natuurlijk op Detecting Financial Crime en het team aansturen. Ik vind het dus best wel een mooi aspect dat bij het werk is gekomen. Maar nogmaals, ik vind het ook best wel spannend.
Jeroen: Mooi verwoord! Als het gaat om beslissingen nemen, je moet de hele dag door hele kleine beslissingen nemen en zo nu en dan hele grote. Vertrouw je daar met name op je EQ-kant zoals je het zelf noemde of op je IQ-kant, meer de rationele kant? Hoe werken die twee op elkaar in bij jou?
Robin: In eerste instantie geef ik altijd veel ruimte aan het team zelf. Dus het team komt zelf met een voorstel of met een overweging of een dilemma. Ik wil graag het team zelf eerst laten werken aan “Wat zijn dan de aspecten? Hoe wegen we die?” Dus ik zit dan meer te denken aan die EQ-kant, dus de ruimte geven-kant. Dat wordt me soms ook wel teruggegeven van mijn team, dat ze vragen “Geef maar iets meer sturing”. Uiteindelijk moet er een besluit genomen worden en als het consensus is en het einde ligt al heel erg voor, dan vind ik het eigenlijk het meest prettige. En waar het genomen moet worden doe ik het ook. Ik probeer het dan altijd heel rationeel te nemen, dus op basis van voor- en nadelen.
Jeroen: Heb je ook weleens dat je denkt “Dit klopt rationeel wel, maar gevoelsmatig zit het niet helemaal lekker”?
Robin: Ja, dat is met name op het moment dat de timing – dat is eigenlijk een ander element – niet goed is. Dus dan is dat misschien wel het besluit dat gaat komen, maar misschien niet het moment om het nu te nemen. Misschien moet je dan iets meer tijd nemen om het eerst te laten rijpen of misschien iets verder nog te doordenken of misschien iets meer af te stemmen. Ik vind dat zelf een ding dat ik het laatste anderhalf jaar in deze rol ook meer geleerd heb: Wanneer time je iets? Wees niet te vroeg of niet te laat, maar op het goede moment.
Jeroen: We hebben bij Leaders in Finance ook altijd een teaser en een pleaser. De pleaser is altijd dezelfde, daar komen we zo op. Dat heb je ook voorbereid, dat ligt al voor je! Aan de teasende kant heb ik opgeschreven: Uiteindelijk is het heel goed dat banken een rol pakken in de poortwachtersfunctie, zoals dat genoemd wordt. Maar uiteindelijk is het detecteren van fraude een taak van de overheid. Je hebt eerder ook gezegd dat er zo’n 8.000 mensen in Nederland werken op dit gebied, Money Laundering en Know Your Customer en alles wat daarbij komt kijken. Ik dacht “Gemiddeld kost dat 50.000 euro per persoon per jaar. Ik zeg maar wat, ik weet niet of het klopt met alle sociale lasten en kantoorplekken. Dan kom je op 8.000 x 50.000, dat is 400 miljoen. Dat is een extreme kostenpost. De teaser is dan ook: Goed dat er veel gebeurt, maar is het niet uiteindelijk toch de taak van de overheid?
Robin: Laten we eerst zeggen dat het kennen van je klant sowieso een onderdeel is wat bij een bank hoort. Het hoort bij het vertrouwen dat klanten en ook de maatschappij hebben in banken. Dus dat is een element dat er gewoon bij hoort. Ik snap zeker wel je teaser, dat je zegt “Als je kijkt naar de transacties die jullie dan melden, is dat dan niet iets van de overheid?” Maar toch is dat niet zo. De reden daarvoor is dat wij als banken zicht kunnen hebben op de transacties van klanten, op hun rekeningen. Dat kan de overheid niet. Die heeft die bankrekeningen niet. Dus het is een hele logische rol die bij ons ligt. We hebben wel een bepaalde rol, dus wij zoeken ongebruikelijkheid op. Dus wij zeggen niet “Dit is verdacht”. We zeggen ook niet “Dit is een crimineel”. We gebruiken het woord ‘ongebruikelijk’, iets valt op. Dat geven we als een stukje informatie aan de overheid die er daarna weer dingen mee kunnen gaan doen zoals het verdacht verklaren, dat gebeurt door de Financial Intelligence Unit. Opsporing door politie, Fiod, belastingdienst, etc. Dus het is een hele logische keten waarbij wij deze rol hebben. De rol is nu heel groot, dat heeft ook te maken met het kennen van je klant en het goed op orde hebben van de klantdossiers, wat klanten ook van ons mogen verwachten want die willen zich vertrouwd voelen bij ABN AMRO.
Jeroen: Nog even daarop doorgaand, ik kan me voorstellen dat het natuurlijk een continuüm is van “De bank doet alles” tot “De bank doet niks” en daar ergens tussenin zitten we. Want ik hoorde je het ergens anders ook hebben over dat jullie dingen van de NOW-regeling aan het checken waren. Je kan ook zeggen, zoals bij belastingaangifte, als ik mijn belastingenaangifte doe staan daar allerlei dingen voor je ingevuld. Dat is natuurlijk informatie van de bank die naar de fiscus gaat. Je kan ook zeggen “Hier, overheid, jullie hebben inzicht en hier zijn alle data”, net zoals bijvoorbeeld de politie de telefoons kan aftappen als het moet of een sms’je kan lezen van mensen “Hier kunnen jullie overal bij, dat verzorgen wij voor jullie. Succes ermee!” Dat zou ook kunnen.
Robin: Theoretisch kan dat zeker, maar dit vind ik heel erg “Big Brother is watching you”. Als alle klanten, alle burgers van Nederland continu onder een soort screening zitten van de overheid op hun betaalrekeningen, ik weet niet of dat de manier is waarop we onze maatschappij willen ingericht hebben. Ik zou zeggen “Nee”. We hebben de poortwachter-rol gekregen waarbij wij een monitoring kunnen doen op de rekening. Pas als er ongebruikelijkheid is, is het logisch om het aan de overheid tot eventueel verdachtmaking en opvolging te laten komen. Ik denk dat het nog steeds een hele logische inrichting is van dit model. Op Big Brother zit ik niet zozeer op te wachten.
Jeroen: Aan de pleasende kant stellen we altijd dezelfde vraag, namelijk: Is er een bepaald boek wat je erg geïnspireerd heeft? Ik vind het ook leuk om te horen of je het überhaupt leuk vindt om te lezen.
Robin: Ik moest er even over nadenken, want ik lees graag maar doe het veel te weinig. Ik heb het te druk met werk en andere dingen zoals mijn gezin, etc. Dat is natuurlijk ook leuk, maar één boek dat me ongeveer vijf jaar geleden heeft geraakt was het boek van Wim Hof. Dat heet Koud Kunstje. Waarom heeft me dat zo geraakt? Omdat hij inzicht gaf aan mij dat het menselijk lichaam ontzettend veel kan, veel meer dan wat je zelf denkt en weet. Ik ben heel veel in mijn hoofd bezig en ik vind sporten heel leuk. Het gaf mij een soort inzicht dat ik veel meer kon, namelijk via ademhalingsoefeningen en via kou kan je je prestaties verhogen. Ik woon in Almere aan water, daar ben ik heel gelukkig mee. Dus elke ochtend sta ik om zes uur op en ga ik naar het water toe en dan ga ik even het water in om een duik te nemen. Dat is zo verfrissend, dat is zo lekker, dat is zo’n goede start van de dag. Het is een reflectiemoment, hele actieve yoga, dat ik er Wim Hof nog steeds dankbaar voor ben dat hij me hiertoe aangezet heeft.
Jeroen: Dat doe je het hele jaar door?
Robin: Ja, dat doe ik het hele jaar door. Er zijn twee momenten waarop dat niet kan. Dat is als er eis ijs ligt en dat is helaas de laatste acht jaar voorgekomen. Dan kan ik er niet in. En als er zwanen zitten, want daar ben ik een beetje bang voor. Dus dan ga ik het water niet in.
Jeroen: Een goed voorbeeld doet goed volgen. Heb je ook al familieleden of mensen uit de wijk die met je mee het water ingaan?
Robin: Ja, de buurman doet het ook. Iets later, om zeven uur gaat hij het water in. Twee huizen verderop is er nog een buurman die ook mee gaan zwemmen is, hij doet het met name in de zomer. En de buurvrouw aan de overkant doucht elke ochtend koud. Dus je krijgt toch een soort olievlekwerking.
Jeroen: Ik heb toch het idee dat je vrouw en kinderen nog niet meedoen.
Robin: Nee, klopt.
Jeroen: Het is een reflectiemoment zei je. Hoe werkt dat precies?
Robin: Op het moment dat je het water ingaat moet je heel erg je ademhaling tot rust brengen, je moet heel diep ademen. Dat geeft meteen al ruimte aan je hoofd en aan je lijf. Dan ga ik even de dag door. Wat gebeurt er? Wat staat ervoor? Wat kan misschien moeilijk zijn? Wat wil ik eruit halen? Ik zit er misschien een minuut in, maar het kan in een minuut prima. Dus dat is een beetje dat reflectiemomentje. Daarna kom je het water uit en kom je in een soort lichamelijk reflectiemomentje, zeker in de winter als het water 1-3°C is, dan komt je hele bloedsomloop weer op gang en dat is een soort restart van je lijf. Ook dat is weer fijn om te voelen en te realiseren, dat je gezond bent.
Jeroen: Op het moment van wakker worden en het water ingaan doe je niks anders?
Robin: Nee.
Jeroen: Dus je zal nooit eerst je mobiel checken, bijvoorbeeld, of iets eten? Je gaat direct het water in?
Robin: Ja.
Jeroen: Ik kan me voorstellen dat het nu een gewoonte geworden is?
Robin: Ja.
Jeroen: Maar was het de eerste weken, maanden of misschien wel langer echt doorzetdiscipline om het steeds maar te blijven doen?
Robin: Ik ben in mei begonnen en dan wordt het water steeds wat warmer. Dus elke dag werd het een beetje lekkerder. In de zomer is er niks aan de hand en dat gaat ongeveer door tot deze periode, dus naar november toe slaat in één keer het water om naar koud. Ik had toen zoiets van – maar dat was eerder een soort prestatiedrang, denk ik – “Ik wil kijken of het me lukt om de winter door te komen”. Dat is me toen gelukt en de volgende winter dacht ik “Het is zo lekker, het is me zo goed bevallen. Ik zet het gewoon door”. Het is nu 4,5 jaar dat ik het doe, geloof ik. Ik ben zelfs even de jaren kwijt wanneer ik precies ben begonnen.
Jeroen: En nu zit het echt in je systeem?
Robin: Ja.
Jeroen: Als jij een paar tips zou mogen geven aan mensen die nu aan hun carrière beginnen in de financiële sector of überhaupt een carrière beginnen, wat zou je ze dan meegeven?
Robin: Ik heb het eigenlijk al een beetje genoemd in mijn verhaal. Wees ontzettend nieuwsgierig en leer daarvan. Geef heel veel energie aan het werk als je het leuk vindt, als het er voor jou toe doet. Doe het niet vanuit macht of vanuit geld of vanuit positie, maar doe het om beter te worden, doe het vanuit “Het is gaaf om pareltjes te rijgen aan je levensverhaal”. Dat zijn voor mij de motivatoren om dit zo te doen. Dan kost het eigenlijk ook niet extra energie, dan heb je geen stress en dan kan je je werk hartstikke lang doorzetten.
Jeroen: Je ziet ook heel veel trainees die nu starten en in de afgelopen jaren gestart zijn bij jouw bank. Wat zie je met name niet goed gaan in hun motivatie of hoe zij hun carrièreloopbaan benaderen?
Robin: Laat ik toch weer met iets positiefs beginnen, want ik vind dat heel veel jonge mensen ontzettend snel en open en makkelijk communiceren en transparant zijn over hun werk en ook waar ze mee zitten. Ik heb nu meteen een paar mensen in mijn hoofd waar ik natuurlijk ook mee te maken heb in mijn werk. Dus ik ben daar ontzettend blij om. Ik denk dat het soms – maar dat is misschien niet anders dan in mijn tijd – veel is; de druk of het moeten presteren of de hoeveelheid van dingen, je wil ook alles goed doen, je wil misschien niet alleen je werk goed doen, maar misschien ook nog een studie erbij doen en je wil mooi wonen en je wil dit en je hebt je sociale dingen. Er gebeurt gewoon veel, zeker als je net startend bent in je baan. Hoe balanceer je dat goed? Ik zou dan één ding willen zeggen: Blijf het balanceren. Je kan best wel op je werk soms dingen losser laten door andere dingen weer wat meer tijd en energie te gunnen waardoor je sterker wordt, beter wordt en meer uitgerust bent. Dan gaat het werk ook wel weer beter. Dus ik zou zeggen: Maak het niet te spannend, keer even terug naar jezelf op het moment dat je ergens moeite mee hebt.
Jeroen: Dat is een mooi bruggetje, je bent vader van drie kinderen, hoe combineer je dat nu en hoe heb je dat toen ze jonger waren gecombineerd met toch wel heel intensieve banen?
Robin: Nu is het eigenlijk vrij makkelijk aan het worden. Ze zijn 16, 12 en 10. Dus ze zijn heel zelfstandig, ze hebben veel minder verzorging nodig. Maar het is wel heel leuk om met hen te voetballen of te hockeyen of in de zomer te zwemmen of met het bootje te varen of vakanties te gaan doen. Dus ik probeer elke dag met de kinderen bezig te zijn. We eten altijd ‘s avonds met elkaar, we bespreken de dag door. Van de ene krijg je veel meer verhalen dan van de ander, dat weten we ook. Kinderen zijn altijd heel erg anders en dat mag ook. Dat moet zelfs ook, vind ik. Ze moeten zichzelf zijn. Dus op die manier zijn we heel veel met de kinderen bezig. Vroeger deed ik dat in combinatie van werk en kinderen naar school brengen en ze van de opvang ophalen. Mijn vrouw werkte toen parttime in het onderwijs. Maar parttime in het onderwijs is heel moeilijk, dus dat waren heel veel uren. Dat is soms ook ‘nee’ zeggen tegen dingen en ook toen al heel veel op afstand werken. Dus ik deed regelmatig conference calls in plaats van dat ik dan fysiek ergens ben en dan kom ik iets later aan. Dat vinden mensen helemaal niet erg.
Jeroen: Dat is eigenlijk al een soort van Corona-modus bijna.
Robin: Ja.
Jeroen: Leuk! Over fysiek blijven hebben we het uitgebreid gehad. Heb je nog aan de mentale kant manieren waarop je mentaal scherp blijft?
Robin: Ik probeer dat heel erg te doen door ook andere dingen te doen. Dus ik hou heel erg van met mijn handen te werken, met name in de tuin. Dat heeft ook grote tolerantiegrenzen, dus als je daar iets fout doet is het niet zo heel erg. Ik ben niet super technisch en niet handig, maar ik vind het wel echt lekker om buiten te zijn en daar lekker met mijn handen bezig te zijn. Sporten vind ik inderdaad ook iets mentaals, om echt even je hoofd leeg te maken. Ik vind het leuk om met verschillende mensen in contact te zijn, te spreken. Dat kunnen familie of vrienden zijn. Ik ga één keer per jaar altijd met mijn beste vriend op vakantie. Dat geef ik aan hem als een verjaardagscadeautje, dan gaan we een lang weekend weg naar een andere stad in Europa. Lekker andere dingen doen, even mannendingen doen. Dat is gewoon onwijs leuk om te doen. We pakken altijd een voetbalwedstrijdje, lekker eten, lekker naar een barretje toe. Maar ook af en toe naar een museum toe en daar gewoon de tijd voor nemen, lekker buiten wandelen. Zeker als het in de herfst en de winter is en het is hier een beetje guur om dan in Napels of in Madrid te zijn of waar dan ook, dat is hartstikke leuk. Dus op die manier probeer ik mezelf ook mentaal scherp te houden.
Jeroen: Je vriend heeft aardig mazzel, want hij geeft dat blijkbaar niet aan jou voor je verjaardag.
Robin: Hij betaalt dan altijd de voetbalwedstrijd, dus zo hebben we het mooi verdeeld!
Jeroen: Leuk! Voordat ik je ga bedanken voor dit ontzettend leuke gesprek waar we meer over Robin hebben geleerd en meer over wat jij doet, is er nog iets waarvan jij zegt “Jeroen, dat is echt jammer dat je het niet gevraagd hebt” of “Dat wil ik graag nog delen”?
Robin: We hebben het natuurlijk wel een beetje gehad over “Hoe ga je om met het werk, met je carrière als je kinderen hebt?”, maar ik vind deze periode ook super interessant en daar ook relevant voor – om even op je vraag terug te komen van wat ik zou willen meegeven – nu met Corona zit iedereen natuurlijk veel meer thuis. Ik zit hier in een vrij ruime woonkamer en we hebben een tuin en ons huis ligt nog aan het water ook en zeker in de eerste periode toen het zo’n ontzettend mooi voorjaarsweer was zag ik heel veel voordelen van het volledig thuiswerken. Maar ik weet dat dat niet voor iedereen geldt en niet iedereen woont zo. Mensen zitten soms met z’n drieën of vieren op een appartement in een grote stad. Dan kom je veel minder buiten en loop je bijna tegen elkaar in te werken. Mensen met jonge kinderen waar de opvang er toen niet voor was. Ik zou willen meegeven om daar heel open over te zijn naar je collega’s en je leidinggevende en hen mee te nemen welke uitdagingen je hierin hebt. Want er is altijd een oplossing mogelijk. Wij hebben daar binnen ABN AMRO en ook binnen Detecting Financial Crime heel veel aandacht aan besteed. Het is fijn dat je je kan uiten, maar heel veel mensen hebben daar gevolgen aan gegeven. Dus workshops werden gegeven, zowel om fit te blijven als dat we heel veel borrels hebben gedaan op afstand. Maar ook af en toe er even met mensen over te spreken van “Waar loop je tegenaan?”; dat uitspreken helpt. Dat kan ontzettend helpen om door deze periode heen te komen. Want we weten allemaal niet hoe lang het duurt. Dus ik zou willen meegeven: Wees open. Dat kan voor jonge mensen gelden, dat kan ook voor mensen op leeftijd gelden. Geef aan wat je nodig hebt. Volgens mij, waar je ook werkt, bij welk bedrijf je ook werkt, er is altijd een mogelijkheid om dingen wel te doen. Wij pakken in ieder geval veel dingen virtueel op, in conferenties, in onboarding, in blijven leren. En ook door videootjes, door dingen nu digitaal te maken kan het allemaal. Het vraagt ook weer allemaal nieuwe dingen van ons, maar probeer daar die positieve mindset in te hebben om ervoor te zorgen dat we allemaal door deze moeilijke periode heenkomen.
Jeroen: Dat zijn hele mooie woorden! Is er nog iets anders waarvan je zegt “Dat moeten we ook nog toevoegen”?
Robin: We hebben het natuurlijk veel gehad over leiderschap. Leiderschap wordt vaak ook wel aan personen opgehangen of aan iemand die een hiërarchische functie heeft. Ik snap dat wel en dat is eigenlijk ook wel terecht, maar ik denk dat leiderschap veel groter is en dat het bij elke mens zit. Dus regie pakken, verantwoordelijkheid pakken, je eigen architect zijn van je leven of van je carrière, je loopbaan. Dat heeft mij altijd heel erg geholpen om ook te krijgen wat je misschien ook wil. En ik wil iedereen oproepen om dat ook voor jezelf te doen. Dus ga niet afwachten, ga niet in een slachtofferrol zitten, ga niet denken “Dat wordt niet voor me geregeld”, maar pak zelf de handschoenen op, ook al is het een kleine stap, je maakt het verschil uit, het valt op. Dat is gewoon veel lekkerder werken. Dus zorg ervoor dat je je leiderschap in jezelf oppakt.
Jeroen: Mooi! Ik durf het bijna niet meer te vragen, want er komen steeds hele leuke antwoorden, maar is er nog iets waarvan je zegt “Dat zouden we moeten delen”?
Robin: Wat ik ook genoemd heb is nieuwsgierigheid en dat zei ik niet zomaar. Want nieuwsgierigheid betekent dat je op zoek gaat naar dingen die je nog niet weet. Maar daarin zit natuurlijk al iets dat je toegeeft dat je iets niet weet. Zeker binnen financiële instellingen met hele slimme mensen, in teams waar ook heel veel slimme mensen met heel veel kennis en ervaring zitten denk je misschien weleens van “Ik weet het niet en een ander zal het wel weten”. Dat valt over het algemeen toch best wel tegen of mee. Dat geldt voor heel veel mensen. Je weet niet alles, dus vragen stellen is niet alleen maar nieuwsgierigheid, het is ook een beetje jezelf kwetsbaar opstellen omdat je iets niet weet. Dat is echt prima, want vanuit kwetsbare houdingen en vanuit nieuwsgierigheid kom je echt dingen te weten en hoe het zit. Voorkom dat je ingenomen stellingen aanneemt. Dat is eigenlijk oordelen van tevoren. Ik denk dat het zeker geldt in de Detecting Financial Crime-wereld waarbij aan de ene kant het onderwerp ontzettend groot is met 16 miljard euro aan zwart geld, wat ingeschat is in de rondloop. Maar het leeuwendeel, 99% van consumenten, bedrijven en ook onze klanten zijn natuurlijk gewoon goed en doen hun zaken integer. Ik denk dat een neutrale positie, nieuwsgierigheid en niet meteen oordelen maar goed uitvragen ook voor Detecting Financial Crime enorm belangrijk is.
Jeroen: Hartstikke leuk! Heel veel dank voor je tijd. Ik ga het niet nog een keer vragen, dat durf ik niet aan! Maar het waren wel hele mooie toevoegingen. Met dank aan Bloomon, het online bloemenbedrijf, krijg je zo meteen nog een klein cadeautje van mij. Ik ga jou volgen, ik ga uiteraard ook ABN AMRO volgen. Ik ben ook echt benieuwd waar het naartoe gaat en hoeveel mensen uiteindelijk gaan werken of dat het toch weer een keer wat teruggaat. Heel veel dank voor je tijd!
Robin: Graag gedaan!
Dit was Leaders in Finance, we hopen dat je deze aflevering met veel plezier hebt beluisterd. We stellen je feedback erg op prijs. Wat houdt je bezig en over wie wil je meer horen? Laat het weten via een Apple of Google review. Dat kan ook via de social media kanalen of direct via een email. We kunnen het enorm waarderen als je dat doet. Tot slot danken we onze partners voor hun steun, dat zijn Kayak, EY, Odgers Berndtson executive search en Roland Berger. Bedankt voor het luisteren!