Jeroen: Welkom bij een nieuwe aflevering van Leaders in Finance. Deze week met Kalo Bagijn, oprichter van meerdere ondernemingen waaronder Binck Bank en Brand New Day. Welkom, Kalo!
Kalo: Dank je!
Jeroen: Bedankt dat je de tijd neemt om met Leaders in Finance in gesprek te gaan. Ik zal je kort introduceren. Kalo groeide op in Doorn en studeerde aan de Hogeschool van Utrecht maar maakte zijn studie niet af. Tijdens het studeren liep hij stage bij IMG Holland, een internetbelegger waar hij 5 jaar zou blijven als medewerker. Daarna richtte hij rond het jaar 2000 samen met Thierry Schaap Binck Bank op. Later nam Binck optiehuis AOT over en ook werd Alex overgenomen. Na 9 jaar verliet hij Binck en richtte hij pensioenbank Brand New Day op. Brand New Day groeide naar circa 250 medewerkers, 4.5 miljard euro aan spaar- en beleggingsgeld en zo’n 330.000 klanten. In 2017 verkreeg Brand New Day een bankvergunning. In 2020 verkocht Brand New Day haar deel van Brand New Day PPI, de premie pensioen instelling, aan a.s.r.
Kalo is bestuurder bij de stichting Waste for Life, zit op de advisory board van fintech Blanco, heeft in een veelheid van bedrijven geïnvesteerd, waaronder in fintech Floryn. Naast werk houdt Kalo van koken en is hij met zijn zoons fanatiek fan van voetbal en FC Utrecht in het bijzonder. Kalo is 49 jaar, is getrouwd, woont in Doorn en heeft 3 kinderen (2 zoons en een dochter).
Waarmee ik zou willen starten is een vraag om Brand New Day nog wat verder toe te lichten, wat doet Brand New Day allemaal precies?
Kalo: Brand New Day geeft zowel bedrijven – althans, die activiteit hebben we verkocht en dat wordt geëffectueerd per 1 april van dit jaar – en particulieren de mogelijkheid om een pensioen op te bouwen middels sparen en beleggen. Dat kan in de fiscale variant, dus met fiscale voordelen, maar dat kan ook in de vrije variant sparen en de vrije variant beleggen waardoor je het vermogen te allen tijde ook kan aanwenden voor andere doelen dan ik dat kan.
Jeroen: Ik heb veel over jou gelezen ter voorbereiding van dit gesprek. In het begin heb je heel erg tegen andere partijen aangeschopt van “Kijk, hier zijn wij.” Nu ben je er best al lang en je bent ook een grote partij geworden. Hoe komen jullie nu met name aan jullie klanten?
Kalo: We hebben Brand New Day ook geïntroduceerd met een tamelijk agressieve campagne tegen de gevestigde orde. Ik kan me nog herinneren dat toen we van start gingen de campagnes ertoe leidden dat onder andere Egon met paginagrote advertenties terugsloeg in alle grote landelijke dagbladen. Dat heeft dus uiteindelijk niet zijn doel gemist in die zin. Binck, mijn vorige bedrijf, was ook een echte disruptor dat het opnam tegen de gevestigde financiële orde in tarieven. Dat geldt ook weer voor Brand New Day. We maken nu wat minder zichtbaar campagne, dus niet zoveel op radio en televisie. Minder zichtbaar maar wel veel efficiënter en veel effectiever en daarom kom je het misschien wat minder vaak tegen maar dat leidt bij ons niet tot vermindering in groei van het aantal klanten.
Jeroen: In de dingen die ik beluisterd heb voel je ook wel dat je het heel erg leuk vindt om die sector op te schudden van “Kijk, hier zijn wij en we gaan het anders doen”, en met Binck “We gaan het een stuk goedkoper doen”. Nu met Brand New Day en naar aanleiding van de woekerpolissen “We gaan het heel anders in de markt zetten.” Mis je dat weleens, die sfeer?
Kalo: Nee, daar zit ik middenin. We gaan nog steeds gevechten aan met de grote verzekeraars en de grote banken. Wij zijn disruptie optima forma, ook hier dagen wij die partijen uit. Dat doen we ook op tarieven. Het belangrijkste onderscheidend vermogen bij een financieel product zijn de tarieven. Als consumenten minder betalen houden ze meer over. Dus in die zin zitten we daar ook hier middenin.
Jeroen: Zijn de anderen niet mee veranderd, ondertussen ook van jullie onder andere?
Kalo: Dat zeggen sommigen ook vaak zelf, dat ze vaak een buitenstaander nodig hebben om uiteindelijk de status quo die gewenst is te doorbreken. Toen wij met Binck Bank begonnen kostte een effectentransactie 1-1,5%. Dat gingen wij voor 0,1% aanbieden, dus niet een beetje goedkoper maar 99% goedkoper. 7-8 jaar later zaten alle banken op het tarief van die 0,1%. Datzelfde speelde zich af in pensioenen, ook daar werden torenhoge tarieven gevraagd voor de dienstverlening die banken en ook verzekeraars boden en bieden. Ook daar onder druk van externe partijen zijn die tarieven behoorlijk afgenomen.
Jeroen: Je bent natuurlijk ongelooflijk succesvol als ondernemer, er zijn ontzettend veel mensen die jou kennen. Toen je startte met je ondernemerschap, bijvoorbeeld bij Binck of later weer bij Brand New Day, heb je ook wel een aantal keer gezegd “Er zat soms een beetje naïviteit in en dat heb je ook wel nodig om te starten.” Daar wilde ik het graag over hebben, waar ben je allemaal doorheen gegaan in die beginfases van die twee bedrijven?
Kalo: Ik denk dat een belangrijk kenmerk van ondernemerschap – misschien wel het belangrijkste – is dat je als ondernemer ook daadwerkelijk van start gaat. Je weet één ding zeker: veel mensen hebben ideeën, doen daar niks mee en als je niks doet weet je zeker dat het ook niks gaat worden. Dus de belangrijkste stap is dat je de eerste stap neemt en het gaat doen. Dat betekent ook weleens dat je niet al te veel moet bezig zijn met alle consequenties die dat kan hebben omdat je dan altijd wel een reden vindt om iets niet te doen. Een gezonde dosis naïviteit leidt er dus makkelijker toe dat je de eerste stap neemt, namelijk het beginnen van iets. Maar ook in latere fases kan je dat helpen, op het moment dat je echt weet dat er consequenties van dingen zijn zou je misschien heel vaak iets niet doen wat wel nodig is om weer een stap verder te komen.
Jeroen: Heb je daar een voorbeeld van?
Kalo: Toen we met Binck begonnen was het in het begin helemaal niet zo succesvol, ook in financiële zin niet. Het kostte allemaal veel geld. Dat kwam omdat wij geen bank waren en een bank moesten inhuren om de bancaire dienstverlening voor ons te organiseren. Dat kostte ons heel veel geld terwijl dat eigenlijk revenuen voor ons zouden moeten zijn. Onze financieel directeur kwam naar mij en mijn collega Thierry toe en hij wilde ermee stoppen. Wij vroegen waarom en hij zei “We gaan dit nooit winstgevend krijgen.” We vroegen “Waarom denk je dat het niet winstgevend te krijgen is?” Toen zei hij “We raken veel te veel geld kwijt aan de Kasbank (de bank die we hadden ingehuurd om de bancaire dienstverlening voor ons te verzorgen) terwijl we eigenlijk de inkomsten zelf moeten hebben.” Wij zeiden toen zonder na te denken “Dan moeten wij maar bank worden.” Dat zeiden we ook tegen hem, “Dan worden we bank als dat het probleem is.” Hij vertelde later dat hij toen de kamer uitliep en toen zeker wist dat hij ontslag zou gaan nemen omdat hij met een serieus probleem op de proppen kwam en wij met een oplossing kwamen die volgens hem te gek voor woorden was: “Hoe kon je in hemelsnaam bank worden?” We waren toen allebei 28-29 jaar en we hadden nooit een bank gerund. De Nederlandsche Bank is natuurlijk niet heel scheutig met het verlenen van bankvergunningen. Dus hij vond het een krankzinnige reactie van ons op een serieus probleem van hem. Daar had hij misschien wel gelijk in, maar gelukkig waren wij gezond naïef en wij vonden dat een hele realistische en verstandige oplossing voor het probleem dat hij schetste.
Jeroen: Heb jij van de beginfase van Binck of Brand New Day voorbeelden van dat je dacht “Dit zou wel eens niks kunnen worden”?
Kalo: Zeker bij Binck in het begin, toen hadden we twee activiteiten. We zetten in die tijd een internet broker op waarbij particulieren konden beleggen via het internet. Tegelijkertijd hadden we ook – dat kwam vanuit mijn verleden – een tak van sport waarin we financiële beleggers bedienden. Dat waren met name grote Amerikaanse en Engelse banken die op de Nederlandse beurs belegden, met name in derivaten. Die deden dat niet via de ABN of via de Rabo want dat waren ook hun concurrenten. Dus die deden dat onder andere via een partij zoals wij dat deden. Die laatste activiteit leverde in het begin heel erg veel geld op, eigenlijk vanaf dag één. Dat kwam omdat we de relaties hadden, de mensen kenden en het voor die partijen en mensen niet uitmaakte of ze dat bij bedrijf X of bedrijf Y deden want ze waren meer verbonden aan ons dan aan een bedrijf. Dat leverde veel geld op, terwijl internet brokers aanvankelijk heel veel geld kosten. Dat duurde en duurde en toen waren uiteindelijk alle ogen gericht op Thierry en mijzelf, met name vanuit de commissarissen: “We moeten op een gegeven moment een keer gaan stoppen met het brengen van goed geld naar kwaad geld.” Maar blijven investeren in die internet broker terwijl we aan de andere kant een ontzettend mooi businessmodel hebben wat veel geld oplevert, hoe lang gaan we dat blijven doen? De grote vraag is natuurlijk: Gaan jullie er een succes van maken? En ook daar twijfelden we natuurlijk over: “Gaat dat überhaupt wel lukken?” We hadden ook wel de wetenschap “Als wij nu het vertrouwen opzeggen en zeggen dat we erover twijfelen, dan weten we zeker dat we stoppen.” Dus misschien ook tegen beter weten in hebben we geroepen dat het zeker goed gaat komen en dat we ervan overtuigd waren dat het succesvol zou gaan worden. Ik weet nog dat we die gesprekken hadden met commissarissen en 2-3 jaar later was het schip volledig gekeerd en was de institutionele partij ingestort. We verdienden misschien te makkelijk geld en gaat marktwerking zijn werk doen? Meer concurrentie, prijstarieven daalden en de internet broker liep heel erg goed. Uiteindelijk was dat natuurlijk ook het grootste succes van Binck.
Jeroen: Toen ik al die dingen zat te lezen over jou dacht ik steeds aan één ding en dat is “Deze meneer is absoluut niet bang.” Klopt dat?
Kalo: Nou, ik ben heel erg bang aangelegd. Maar zakelijk inderdaad niet. Zakelijk vind ik, maar ook mijn zakenpartner, het wel leuk om de strijd aan te gaan met grote financiële instituten. Die hebben natuurlijk een hoop macht maar ook middelen om die strijd in hun voordeel te doen beslechten. Maar de intellectuele uitdaging is voor ons des te groter.
Jeroen: Ik haalde het uit het ondernemen maar ook een beetje uit de school, waar je volgens mij van school gestuurd werd, toen was je blijkbaar ook niet bang, of ik heb het verkeerd gelezen. Met andere woorden: zit dit in je of is het toch iets wat zo geworden is gedurende de loop van je leven?
Kalo: Ik ben inderdaad van school gestuurd maar niet omdat ik ergens niet bang voor was maar omdat ik zo onverstandig was geweest om het docentenboek te bestellen. Daar stonden de proefwerken in die ik tot nu toe had gekregen in 3 vwo, daar stonden ook de proefwerken in die ik nog zou krijgen. Daarom had ik ook dat boek besteld, dat was gewoon te verkrijgen via de boekhandel. Het kwam op een gegeven moment als een verrassing net voor de kerstdagen thuis bij mij in de brievenbus en ik dacht “Wat voor mijn klas 3 vwo geldt, geldt ook voor alle andere vwo-klassen.” Dus toen heb ik samen met een vriendje ook alle andere boeken besteld en dat was eigenlijk mijn eerste onderneming die zeer profitabel was. Waarbij we natuurlijk van tevoren hadden kunnen weten dat het een keer mis zou gaan. Dat gebeurde ook en een deel van de leraren noemde het fraude en een deel van de leraren noemde het bijzonder ondernemerschap. Maar uiteindelijk hebben de leraren die het fraude vonden het gewonnen van de leraren die het bijzonder ondernemerschap vonden en moest ik inderdaad van school af.
Jeroen: Hoe keek het thuisfront ertegenaan? In welk kamp zaten zij?
Kalo: Mijn moeder was laaiend en in alle staten en dat verergerde nog omdat wij kort daarna een familiefeest hadden en ik kom uit een vrij grote familie met veel neven en nichten en mijn moeder vroeg aan een nicht van mij hoe het afgelopen jaar op school was gegaan. Mijn nicht vertelde dat het te mild was en zij woonde in Delfzijl en ik in Doorn, dus dat ligt zo’n 200 km van elkaar vandaan. Ze vertelde dat haar proefwerk Frans ongeldig was verklaard vanwege een grote fraude in het midden van het land. Dat wekte bij mijn moeder niet echt een gevoel op van trots maar eerder van paniek en grote ergernis naar mij toe.
Jeroen: Ik vraag aan alle gasten ook altijd of ze iets willen vertellen over hoe ze zijn opgegroeid. Daar zijn we eigenlijk al vrij snel aanbeland. Zou je daar verder nog iets over willen delen?
Kalo: Ik heb een prima jeugd gehad, eigenlijk een fantastische jeugd, in een hele plezierige omgeving waarin je er een rotzooi van moet maken om niets van je leven te maken.
Jeroen: Wat bedoel je daarmee?
Kalo: In een omgeving waarin school wordt gestimuleerd, waar veel mogelijk is en waar veel kan, waar weinig stress is omdat er niet voldoende mogelijkheden zijn of niet voldoende geld is. In die zin ben ik dus in een hele prettige omgeving opgegroeid.
Jeroen: Heb je bepaalde normen en waarden meegekregen die je nu nog steeds actief met je meedraagt of actief uitdraagt?
Kalo: Ja, natuurlijk krijg je dat vanuit je jeugd mee. Er werd er bij mij wel op gehamerd dat je iets waaraan je begint afmaakt. Als je ergens talent voor hebt, wat het ook mag zijn, dat je er ook wat mee doet. En dat je dingen aanpakt en je schouders ergens onderzet.
Jeroen: Je bent toen gaan studeren, hoe kwam die keuze tot stand?
Kalo: Ik had eigenlijk al vrij vroeg bepaald dat ik iets wilde gaan doen met beleggen. Er waren twee dingen die mij heel erg aanspraken: ondernemerschap en beleggen. Beleggen omdat de vader van een schoolvriend accountant was en met beleggen bezig was en ons in geuren en kleuren heeft verteld wat het eigenlijk was. Dat leidde ertoe dat die vriend en ik elke middag op teletekst de koersen van allerlei fondsen in de gaten aan het houden waren en dat ook met pen en papier grafiekjes bijhielden. Dus het was voor mij al snel duidelijk dat ik iets wilde gaan doen met beleggen, dan is een economische opleiding een logisch vervolg daarop.
Jeroen: Hoe vond je dat?
Kalo: Dat was fantastisch want opeens was je zelfstandig in een stad en met vrienden op kamers. Alles kon en van jezelf mocht ook alles. Dat was studie-technisch niet een ontzettend groot succes maar qua levensvreugde was het misschien wel de mooiste periode uit mijn leven.
Jeroen: Dat is mooi! Daarna ben je stage gaan lopen bij IMG Holland. Daar heb je veel mensen leren kennen en veel geleerd. Daar ben je volgens mij ook gestopt met je studie?
Kalo: Ja.
Jeroen: Kan je iets vertellen over hoe het daar was? Wat waren vooral de dingen die je geleerd hebt?
Kalo: IMG Holland was een relatief klein bedrijf dat gerund werd door twee DGA’s die al eerder succesvol waren geweest in de financiële wereld en uiteindelijk besloten om eigenlijk min of meer voor de lol een bedrijf op te zetten en te runnen. Daar werden in eerste instantie alleen institutionele beleggers bediend, we deden daar niks met particulieren. Dat betekende dat we relatief weinig transacties deden maar wel hele grote transacties. Ik denk dat we met een man of 7-8 op de beursvloer zelf en 7-8 op kantoor misschien wel 20-30% van de hele optiehandel van Amsterdam voor onze rekening namen. Het was ook een hele leuke tijd omdat het een relatief vrije tijd was. De beurs ging om 9:30 open en om 16:30 dicht. We hielden het kantoor op de Spuistraat boven een café waar we elke dag stonden. Dat was eigenlijk fantastisch, ik heb daar in een hele korte tijd heel veel geleerd over het beleggingsvak met internationale klanten totdat we uiteindelijk begonnen met het bedienen van particulieren. Dat kwam omdat één van mijn twee bazen terugkwam van vakantie uit Amerika en aan mij vroeg of ik wel eens had gehoord van het wereldwijde web. Ik had geen idee waar hij het over had en hij probeerde dat uit te leggen. Hij zei “Dat is een soort systeem waardoor je met een willekeurige computer met elke andere computer op de wereld kan communiceren.” Ik weet nog dat ik zei “Dat kan toch logistiek niet want dan moet er van die computer een draad naar al die andere computers.” Hij wist ook niet precies hoe dat zat maar hij had begrepen in Amerika dat het dat helemaal zou gaan worden. Toen bleek dat je een domeinnaam nodig had, die moesten we nog aanvragen en daarvoor moesten we bij een kantoor langsgaan. Toen kregen we een week later te horen of we de domeinnaam konden claimen. Dus we hebben niet alleen IMG Holland gevraagd om te onderzoeken maar omdat we er toch waren hadden we de vraag om eens te kijken naar Rabobank en ABN AMRO en al die domeinnamen. Een week later kwamen we terug en die waren nog allemaal vrij, dus die hebben we ook geclaimd en een tijd in ons bezit gehad. Dus in een hele vroege fase van het internet kwam mijn baas met dat idee. Dat was ook nog aan het begin van de hype op internet die later nog volgde waardoor het bedrijf enorm veranderde want opeens werd het bedrijf heel veel geld waard. Jaren later kwam het internet tot stand en het ging niet meer om winst te maken maar om hoeveel klanten je had. Want als je een willekeurig bedrijf op internet was kon je allemaal andere dingen aan de klanten verkopen. Dus het ging om klantwaarde en niet om winst. Daarmee is het bedrijf toen wel veranderd maar tegelijkertijd heb ik daar ook weer een hoop geleerd van het hele internet. Uiteindelijk heb ik daar samen met Thierry – die daar ook werkte – een verschil van inzicht gehad met de directie die tevens aandeelhouder en eigenaar was van het bedrijf. Dat was op een gegeven moment voor mij de keuze: Ga ik mij conformeren aan wat zij willen of stop ik ermee en ga ik iets voor mezelf doen?
Jeroen: Ik wil heel kort toch nog even weten hoe het met die domeinnaam is afgelopen.
Kalo: Dat is ook weer een heel verhaal. Wat er in eerste instantie gebeurde, toen Rabobank en ABN AMRO en ING erachter kwamen hebben ze een protest ingediend bij de beurs. De beurs was toen nog een ledenvereniging, daar waren wij lid van. Als we geen lid zouden zijn zouden we geen transacties meer kunnen en mogen verrichten. Die hebben geprobeerd om aan te tonen dat wij onbetrouwbaar waren omdat wij de domeinnaam van andere leden hadden gestolen, zoals zij dat noemden. Dat vond de beurs in eerste instantie een grote onzin en die zeiden “Dan had je maar beter moeten opletten.” Maar helaas hadden wij optiebeurs.nl en effectenbeurs.nl ook geclaimd en dat brachten de banken daar te berde en dat veranderde de gedachten van het bestuur van de effectenbeurs dusdanig dat we uiteindelijk die domeinnamen hebben moeten inleveren en dat ook maar snel hebben gedaan.
Jeroen: Thierry had je dus leren kennen bij jouw werk. Hoe kwam het tot stand dat jullie tezamen Binck zijn begonnen?
Kalo: Het is op zich wel grappig, want ik heb mijn hele werkbare leven met Thierry samengewerkt. Dus we hebben bij IMG samengewerkt, we zijn vanuit IMG samen begonnen met Binck. We zijn later ook min of meer, Thierry iets later dan ik, opgestapt bij Binck om samen Brand New Day te beginnen. Dus we werken eigenlijk al ons hele leven samen.
Jeroen: Wat zagen jullie in het begin in elkaar? Wat is de toegevoegde waarde die de ene niet heeft en de andere wel en andersom?
Kalo: Het is niet een bewuste keuze geweest toen we elkaar tegenkwamen dat we een analyse hebben gemaakt en dat hij rood was en ik groen zodat het een ideale match zou zijn. We zijn samen collega’s geworden en konden het heel goed met elkaar vinden. Daar is ook een vriendschap uit ontstaan en later bleek dat we elkaar ook heel erg goed aanvullen maar dat is niet een bewuste keuze geweest. Dat is ons min of meer overkomen.
Jeroen: Wanneer was het punt waarop jullie wisten dat Binck echt groot ging worden?
Kalo: Ik denk ongeveer 3-4 jaar na de start. Eerst maak je een businessplan, die komen natuurlijk nooit uit want je bent veel te positief. Gelukkig ook weer een vorm van naïviteit, want als daar uitkomt wat er daadwerkelijk gebeurt begin je waarschijnlijk ook niet. Vervolgens ga je van start en in het begin viel dat best tegen. Dat was bij Binck zo maar ook bij Brand New Day. In die consumer markt waar wij inzitten betekent het dat je langdurig moet investeren in marketing en enorme bedragen moet investeren en dat je daarna moet afwachten of het allemaal goedkomt. Je bent er natuurlijk actief mee bezig maar het valt altijd tegen, je moet vertrouwen winnen, je moet een naam opbouwen. Je hebt tijd nodig om het merk neer te zetten. Na een paar jaar merkten we zowel bij Binck als bij Brand New Day een versnelling in de groei. Toen ging het op een gegeven moment ontzettend hard.
Jeroen: Hoe financierden jullie alles in de beginjaren?
Kalo: Dat verschilt ook per onderneming. Bij Binck hebben we dat in eerste instantie met bancaire leningen gefinancierd en met een aandeelhouder, AOT. Dus we hebben ons privé in de schulden gestoken om te kunnen investeren in het bedrijf. We hadden allebei alles wat we hadden tot en met onze vrouw eraan toe verpand aan de bank. Althans niet de vrouw zelf maar het salaris van mijn vrouw, voor Thierry gold datzelfde. Later, toen we met Brand New Day begonnen hebben we dat in eerste instantie kunnen financieren uit eigen middelen. Dat vonden we ook prettig, we hebben ook gezegd “Jongens, als we een nieuw bedrijf gaan beginnen willen we zeker de eerste paar jaar geen extern kapitaal erin.” Later, toen de investeringen toenamen, zijn er ook externe investeerders ingestapt.
Jeroen: Je hele werkzame leven tot nu toe werk je met geld. Wat is geld voor jouzelf?
Kalo: Geld is gewoon een middel. Voor mij, en dat hoop ik ook voor de mensen om ons heen, is het geen doel op zichzelf. Het geeft natuurlijk uiteindelijk wel bij ondernemerschap een mate van succes aan. Een bedrijf moet geld verdienen, anders heb je ook geen bestaansrecht. Daar is geld een heel belangrijk onderdeel in.
Jeroen: Zijn er mensen in je loopbaan geweest die heel cruciaal geweest zijn?
Kalo: Allereerst Thierry, mijn zakenpartner. Als er een nadeel is aan eigen ondernemerschap is het dat er niemand boven je staat die vertelt hoe je iets anders zou moeten of kunnen doen. Op IMG na ondernemen we al sinds onze hele carrière, we hebben dus niemand gehad die daarboven hing van wie we wat konden leren. Maar we konden wel elkaar heel erg uitdagen en challengen. Dat is het allerbelangrijkste, denk ik. Along the road kom je natuurlijk met enige regelmaat mensen tegen die je op een bepaalde manier inspireren of waar je iets van leert. Je komt ook heel veel mensen tegen die je totaal niet inspireren en waar je niks van leert. Maar het gebeurt inderdaad wel eens dat je iemand tegenkomt van wie je denkt “Dat is een hele interessante zienswijze” of waar je op een andere manier wat van opsteekt.
Jeroen: Heb je een voorbeeld van iets waarvan je zegt “Dat is belangrijk voor mij om te leren om succesvol te zijn”?
Kalo: Ik heb ook weleens eerder verteld dat één van onze investeerders in Binck, John Fentener van Vlissingen, iemand met een hele andere zienswijze dan de zienswijze van veel andere mensen van wie we geleerd hebben. Je vertelde in de intro dat ik fan ben van FC Utrecht, dat klopt. Daar zit iemand die de club gered heeft, Hans van Seumeren. Dat is echt een Nederlandse ondernemer voor wie ik veel respect en bewondering heb. Zo zijn er nog meer mensen, ik vergeet ongetwijfeld een aantal te noemen, van wie je wat van oppikt.
Jeroen: Wat ik ook wel interessant vond is dat er best wel veel mensen om je heen zijn geweest in die verschillende bedrijven die nu ook weer zelf succesvolle bedrijven zijn begonnen, bij Ohpen, bij Bux en bij Blanco. Je hebt ook gezegd “Ik heb het zo vaak gezegd dat ze maar zelf zouden moeten starten als ze dat wilden dat een aantal dat ook gedaan heeft”. Is dat toevallig?
Kalo: Wat ik tegen die mensen heb gezegd was eigenlijk flauw bedoeld, dit zijn mensen die vroeger ook voor mij werkten bij Binck en ook direct aan mij rapporteerden. Als ze het ergens niet met me eens waren en ik wilde een discussie afkappen riep ik weleens “Begin maar je eigen bank!”, met de wetenschap dat dat natuurlijk bijna onmogelijk is dat iemand zijn eigen bank begint. Dat was eigenlijk een soort dooddoener in discussies. Als ik er klaar mee was riep ik dat uit. Later hebben zij dat dan als grap gebruikt in interviews: “Kalo riep dat zo vaak uit dat ik maar besloten heb om voor mezelf te beginnen.” Ik vind het fantastisch om te zien dat mensen die voor mij gewerkt hebben aangeven dat ze daardoor ook geïnspireerd zijn om te gaan ondernemen en dat ook zeer succesvol doen. Het is ook leuk dat ze nog af en toe eens bij mij langskomen als ze mijn raad of daad nodig hebben maar het vooral allemaal zelf hebben gedaan.
Jeroen: Leuk! Op dit punt heb ik twee vervolgvragen. De ene vraag is: Deze mensen zeggen dat ze de goede dingen van jou hebben overgenomen en de slechte niet. Kan je eens omschrijven wat die zijn, de goede en de slechte dingen?
Kalo: Dat hebben ze volgens mij allemaal wel eens gezegd in interviews. Ik vind het heel moeilijk om van mezelf te zeggen maar laat ik zeggen wat anderen erover zeggen, dat zijn de mensen die met me gewerkt hebben, dat ik goed in staat ben om een irrealistisch doel wat onhaalbaar lijkt op een dusdanige manier te presenteren zodat iedereen er vertrouwen in krijgt dat we dat gaan bereiken en daarna ook de mensen daarin mee kan krijgen omdat ik wel bereid ben om voorop in de strijd te gaan en dat dat iets is wat mensen vinden dat ik goed doe. Wat ze ook wel hebben aangegeven is dat ik me in een proces ook wel veel te veel kan bemoeien en kan verliezen in details. Als je wil groeien is dat wat minder handig omdat groei bepaald wordt door de mate waarin je in staat bent om te delegeren. Hoe minder goed je dat doet hoe minder hard je uiteindelijk als ondernemer groeit.
Jeroen: Helder! Een andere route die ik in wilde is dat er ongelooflijk veel mensen moeten zijn die jou om advies vragen. Je gaf het net zelf ook aan; soms vragen deze mensen nog om advies. Maar er moeten veel meer mensen zijn, denk ik. Als het niet klopt moet je het zeggen. Hoe ga je met al die adviesvragen om?
Kalo: Het is niet zo dat mijn oud-collega’s met wie er vriendschappen zijn ontwikkeld bij mij de deur platlopen. Dat gebeurt misschien 1-2 keer per jaar dat ze langskomen om te vragen hoe ik ergens tegenaan kijk en dat vervolgens zelfstandig op hun merites beoordelen en bepalen of ze daar wat mee doen en wat ze daarvan vinden. Daarnaast zijn er ook mensen buiten de groep die mij om advies vragen. Als ik ze ergens mee kan helpen doe ik dat, zeker als het ondernemers zijn, of jonge ondernemers. Als dat kan doe ik dat.
Jeroen: Zie je er een rode draad in wat voor soort dingen er gevraagd worden en wat voor soort adviezen jij vaak geeft?
Kalo: Je ziet wel dat de mensen die naar me toekomen over het algemeen mensen zijn met een onderneming die in de beginfase is van de looptijd van een onderneming; startups of scaleups. Het zijn vaak bedrijven die disruptief bezig zijn en ook vaak wel een link hebben met de financiële wereld. Veel van dat soort mensen komt naar mij toe.
Jeroen: Het soort advies dat jij geeft, is dat heel specifiek op iets? Zit er ook een gemene deler in?
Kalo: Heel veel mensen vragen naar het recept voor succesvol ondernemerschap en dat bestaat helaas niet dus daar kan ik ze ook niet mee van dienst zijn.
Jeroen: Nee, maar ik gok wel dat jij zegt “Het gaat vooral om het doen.”
Kalo: Daar begint het mee. Als je het niet gaat doen weet je zeker dat het geen succes wordt, dat staat vast. Maar daarna moet je een aantal stappen zetten om je kans op succes te vergroten. Of je uiteindelijk succesvol zal worden wordt ook beïnvloed door geluk en misschien ook wel door talent of in ieder geval zaken die je niet zelf in de hand hebt. Maar er zijn ook een aantal dingen die je misschien wel kan doen om die kans te verbeteren.
Jeroen: Denk je dat toeval in jouw geval een grote rol heeft gespeeld en dat je veel geluk hebt gehad?
Kalo: Ja, zeker.
Jeroen: Waar denk je dan aan?
Kalo: Ik vertelde net al even dat de vraag bij Binck Bank na 2-3 jaar kwam van commissarissen “Hoe moeten we nu in hemelsnaam verdergaan met het internet beleggen?” en dat wij zonder enige wijsheid en puur en alleen maar met het idee “Als wij nu het vertrouwen verliezen raakt iedereen het kwijt” – dat was geen groot strategisch inzicht – vastgehouden hebben aan het plan. Dat is natuurlijk gewoon geluk. Daarvoor wilde ik helemaal geen institutionele handel erbij doen maar ik heb dat uit aardigheid gedaan omdat die mensen wilden aansluiten. Als we dat niet hadden gedaan was het bedrijf ook niet blijven bestaan. Zo kan ik een tal van dingen opnoemen die uiteindelijk gelukt zijn maar die uiteindelijk wel mede het succes hebben bepaald.
Jeroen: Ik heb nu het voorrecht gehad om meer dan 50 mensen te interviewen. Eén ding dat mij steeds weer opvalt is dat er best wel veel toeval is, zoals jij ook beschrijft, of geluk. Maar tegelijkertijd heeft iedereen ook heel veel uren gemaakt, zeker in het begin maar ook vaak later nog. Maar zeker in die beginfase, of het nu ondernemers zijn of mensen die nu in de top van de banken zitten of waar dan ook, er wordt heel hard gewerkt. Er worden heel veel uren ingestopt op alle mogelijke tijden in de week. Geldt dat voor jou ook?
Kalo: Je kan succes vergroten, er is geen recept daarvoor te maken, maar je kan die kans wel vergroten. Natuurlijk, als je hard werkt heb je grotere kansen dat je succesvol bent dan als je dat niet doet.
Jeroen: Wat motiveert jou?
Kalo: Ik vind het vooral leuk om van niets iets te maken. Daarom vind ik ook de eerste fase van een onderneming de leukste fase. Het uitmanagen van een onderneming is een fase waar ik minder enthousiast van word en die mij ook minder inspiratie geeft. Ik weet nog goed dat toen ik van Binck Bank wegging daar 700-800 mensen werkten. Alles was daar geregeld, fantastisch mooie directiekamers, je hoefde maar op een knopje te drukken of de IT kwam de computer een draai geven. Als je dan weer teruggaat naar Ikea om stoeltjes en bureautjes te halen voor je nieuwe onderneming en er is niks maar je gaat wel wat creëren, dat geeft mij wel een enorme spirit.
Jeroen: Waar ben je het meeste trots op?
Kalo: Zakelijk?
Jeroen: Het liefst zowel privé als zakelijk.
Kalo: Wat ik zakelijk ontzettend leuk vind en waar ik trots op ben is dat we van Binck een groot succes hebben gemaakt. We zijn nog niet klaar maar we zijn wel goed op weg met Brand New Day. Dat is iets wat ik leuk vind. Ik ben er trots op dat we ook andere mensen hebben geïnspireerd om te gaan ondernemen en dat ook succesvol doen. Ik ben er ook trots op dat ik nog steeds met al die mensen die voor mij gewerkt hebben een goede relatie heb en vaak ook een meer dan zakelijke maar ook vriendschappelijke relatie heb onderhouden.
Jeroen: De privékant wilde je ook benoemen?
Kalo: Ik had er niet direct een voorbeeld van, maar ik ben heel trots op mijn kinderen!
Jeroen: We hebben ook altijd een teaser en een pleaser bij Leaders in Finance. Ik heb opgeschreven: Ik geloof in het model ‘learn, earn, return’. Ben je het daarmee eens?
Kalo: Ja, zeker.
Jeroen: Dat is weinig teasend! Wil je het toelichten?
Kalo: Je moet leren om er uiteindelijk wat van op te steken en dan moet je er vervolgens ook iets mee terugdoen. Wie zou dat niet onderschrijven?
Jeroen: Ik zal toch proberen om het nog wat teasender te maken anders is het weinig teasend. Er zijn best wel veel mensen die zeggen “Leren moet zeker, ofwel in de praktijk ofwel via opleiding of allebei. Maar return moet eigenlijk samenvallen met earn.”
Kalo: Hoe bedoel je dat dan?
Jeroen: Bijvoorbeeld ondernemingen starten die geld verdienen en een maatschappelijk doel hebben of je moet tijdens je werk in loondienst of als ondernemer returnen zoveel als je kan en niet pas nadat je heel veel verdiend hebt. Een beetje zoals Bill Gates, hij is daarna heel veel goede doelen gaan doen. Dan zeggen mensen “Nee, je moet dat misschien ook al veel eerder doen.”
Kalo: Ik dacht allebei erbij. Ik vind dat een onderneming meer verantwoordelijkheid heeft dan alleen maar het najagen van de belangen van de aandeelhouders. Je hebt met veel meer stakeholders te maken die net zoveel rechten hebben in een onderneming als de aandeelhouder. Dan gaat het ook over de maatschappelijke verantwoordelijkheid die je als onderneming hebt. Marketing-wise, veel grote bedrijven doen dan weliswaar hun jaarverslag op goed papier in plaats van op slecht papier waar geen bomen mee gekapt zijn of een herplantingsplicht op zich nemen, maar je moet ook gewoon goede producten voor je klanten maken. Ik vind ook dat je als persoon in mijn geval uiteindelijk wel – als je in de gelegenheid bent – iets terug moet doen voor nieuwe of beginnende ondernemers. Dus ik vind ‘return’ voor een bedrijf gelden als je die mogelijkheid hebt maar ik vind dat je die in de basis al hebt. Ik vind dat dat ook individueel voor iemand moet gelden.
Jeroen: Doe je dat bijvoorbeeld ook bij Waste for Life? Ik weet niet precies wat het is.
Kalo: Dat is een stichting waarmee we onderzoek doen naar de levensomstandigheden van mensen op afvalbergen in kansarme landen. Dat zit nog in de onderzoeksfase, het is dus nog te vroeg om verder iets te zeggen over wat we gaan doen. Maar daar zit ook wel iets in voor mezelf als een intellectuele uitdaging maar ook wel iets maatschappelijks.
Jeroen: Aan de pleasende kant stel ik altijd dezelfde vraag: lees je graag? Zo ja, heb je bepaalde boeken die jou geïnspireerd hebben of die je vaak aan mensen geeft of adviseert?
Kalo: Ik denk dat ik zowel bij Amazon als bij Bol één van de beste klanten ben van heel Nederland. Maar dat gaat alleen maar over het kopen van de boeken. Ik lees eigenlijk veel te weinig. Ik heb van mijn vrouw moeten stoppen om boeken te kopen omdat we ze fysiek niet kwijt kunnen. Gelukkig heb ik zo’n diepe boekenkast dat ik twee rijen achter elkaar kan zetten dus ik heb nog een slag kunnen maken. Gelukkig ben ik gered door de mogelijkheid om digitaal boeken te kopen, want die ziet mijn vrouw in ieder geval niet. Als ze niet fysiek zijn zijn ze ook geen belasting. Ik lees veel te weinig maar ik vind heel veel dingen zo interessant om er meer van te weten. Als ik maar iets lees zet ik het op een lijstje dat ik dat boek moet kopen of ik koop het boek. Elk jaar zeg ik “Dit jaar ga ik meer lezen.” Ik geloof ook dat het heel veel waarde kan toevoegen. Ondernemers of beleggers zijn mensen die heel veel lezen dus ik moedig het eigenlijk iedereen aan. Een eerste stap heb ik dan genomen omdat ik boeken koop maar aan de tweede stap moet ik nog wat meer voor elkaar krijgen.
Jeroen: Heb je een bepaald boek waarvan je een deel gelezen hebt of helemaal gelezen hebt en waarvan je zegt “Dat heeft me wel getriggerd”?
Kalo: Ik vind het zo moeilijk want ik heb er heel wat gekocht en ook best wel wat gelezen. Maar om daar één boek uit te zoeken. Een boek dat mij wat betreft mijn vak heeft geïnspireerd is een boek dat over risico’s gaat, dat heet Against the Gods. Ik vind binnen het leven maar ook binnen beleggen alles wat met risico’s te maken heeft ontzettend interessant omdat het ook heel erg de manier van hoe we met dingen omgaan bepaalt. Dat is een boek dat op het gebied van risico toonaangevend is.
Jeroen: Komt er nog een keer een boek over hoe jij samen met Thierry Schaap Binck Bank of Brand New Day hebt opgericht of überhaupt jouw ondernemerschap?
Kalo: Die kans acht ik uitermate klein.
Jeroen: Het is toch een interessant verhaal.
Kalo: Ik zou zeggen dat het onvoldoende interessant is om dat in een boekformaat uit te geven.
Jeroen: We hebben het er al een beetje over gehad maar toch vraag ik het nog even omdat ik het bij iedereen doe. Heb je bepaalde tips voor mensen die nu starten op de arbeidsmarkt als ondernemer of ergens in loondienst?
Kalo: Ik kan beter tips geven voor ondernemerschap, daar heb ik meer ervaring in dan het werken in loondienst waarbij ik niks tekort wil doen aan één van beide maar dat heb ik nu eenmaal gedaan in mijn leven. Zoals ik net al zei is er geen gouden formule of een recept voor succesvol ondernemerschap. Er zijn heel veel factoren die je niet kan beïnvloeden die uiteindelijk ook je succes voor een deel of het grootste gedeelte bepalen. Waar ik zelf wel erg in geloof zijn een paar dingen. Ten eerste: begin als je een idee hebt maar blijf niet verzanden over praten met vrienden en vriendinnen maar ga het doen. Ik heb het al een paar keer gezegd, als je het niet gaat doen wordt het ook niks. Ten tweede: ik geloof heel erg in duo’s. Je kan niet alle kennis die nodig is verenigen in één persoon, althans ik ben hem nooit tegengekomen. Zoek dus 1-2 extra mensen op die complementair zijn daaraan. Een ander punt, zeker als je een bedrijf opstart met de wens om hard te groeien, is dat je niet alleen maar aandacht hebt voor de groeikant van de organisatie maar ook voor de weerbaarheid van de organisatie. Zodat als je groeit het bedrijf het ook aankan en je niet kapot groeit. Natuurlijk moet je er ook voor zorgen dat je dit heel goed georganiseerd hebt maar geen klanten binnenhaalt, dat is de andere kant. Maar zorg ervoor dat je zowel op groei focust en ook heel erg op de weerbaarheid van groei. Dat zit voor mij ook in ouderwetse principes zoals werken met budgetten en businessplannen om zo aan iedereen te laten weten waar je staat en waar je naartoe wil. Maar ook om vast te stellen wie het wel of niet goed doet en ook om grip te houden op je onderneming. Ik denk last but not least – maar dat is natuurlijk een open deur die iedereen zou noemen – zorg ervoor dat je de allerbeste mensen erbij betrekt want die maken uiteindelijk het verschil in de organisatie.
Jeroen: Uiteindelijk zijn zowel Binck als Brand New Day natuurlijk enorm gegroeid. In het begin werd het heel erg gedreven door het enthousiasme en de drive van de ondernemers, jij in dit geval. Hoe blijf je ondernemend? Want er zijn ook heel veel mensen van banken die naar deze podcast luisteren, zij stellen zich die vraag ook vaak: Hoe kunnen wij ondernemend blijven in hele grote organisaties? Nu zijn sommige organisaties nog vele malen groter dan die van jou, maar jouw organisatie is ook groot geworden. Hoe blijf je ondernemend?
Kalo: Ergens houdt dat natuurlijk ook wel een keer op en worden misschien ook wel de risico’s door de omvang van de organisatie dusdanig groot dat je minder risico’s kan lopen op ondernemerschap. Natuurlijk probeer je dat er wel zo lang mogelijk in te houden. Het was uiteindelijk voor mij en Thierry ook de aanleiding om te stoppen bij Binck omdat we wel voorzagen dat het inmiddels een omvang had dat het meer een soort van heel groot schip werd in plaats van een speedboot en dat is gewoon ook inherent aan de omvang van de organisatie. Tegelijkertijd kan je ook nog heel veel doen om wel binnen relatief omvangrijke organisaties nog heel ondernemend te blijven. Ik weet zelf dat bij Binck maar ook bij Brand New Day heel veel klanten spreken. Ik kan me nog herinneren dat bij Binck commissarissen op een gegeven moment zeiden “Straks lukt dat niet meer want dan moeten we ons ook met andere dingen bezighouden en dan kan je niet meer de helft van de tijd met klanten bezig zijn.” Ik zei “Klanten zijn de belangrijkste asset van onze organisatie. Ik blijf de rest van mijn werkbare leven bij Binck minimaal de helft van mijn tijd spenderen aan klanten en de rest, wat over is, aan andere zaken.” Dus dat is ook hoe je er zelf in staat. Cultureel kan je natuurlijk ook wel wat sturing geven aan de cultuur en het DNA van een bedrijf waardoor je ook wel bij grote omvang ondernemend kan zijn.
Jeroen: Waaraan denk je dan?
Kalo: Het moet ook verankerd zijn in de cultuur van je organisatie. Die moet uiteindelijk in ieder geval voor een deel meegroeien met de groei van je bedrijf. Er zijn natuurlijk ook grotere bedrijven die nog steeds heel ondernemend zijn. Recent Picnic bijvoorbeeld dat heel erg gegroeid is waar nog steeds een hele ondernemende cultuur heerst. Internationale bedrijven zoals Amazon waar ook nog wel een enorme ondernemerscultuur is of Apple. Zo zijn er tal van voorbeelden te noemen. Maar goed, daar worden de werknemers wel in de gelegenheid gesteld om te ondernemen, althans binnen een organisatie te ondernemen en de cultuur is er ook naar.
Jeroen: Dat is wel interessant, want aan de ene kant zei je eerder “Ik hou ook wel van het managen van details zo nu en dan” en aan de andere kant wil je die ruimte geven. Dat is best een moeilijk evenwicht.
Kalo: Ik zei ook dat het een slechte eigenschap van mij is dat ik dat doe. Je hebt misschien soms wel eens de valse overtuiging dat als je het zelf doet het dan beter gaat dan als een ander het doet. Vaak kom je er in de praktijk achter dat als je het niet doet en iemand anders doet het dat het veel beter gaat. Dat verzanden in details belemmert uiteindelijk natuurlijk wel de groei van een organisatie.
Jeroen: Je bent ondertussen ook investeerder geworden in andere bedrijven. Kan je er iets over vertellen en ook waarom je het doet?
Kalo: Ik investeer in een aantal bedrijven direct of indirect. Dat doe ik omdat ik dat leuk vind en ook uitdagend om naar te kijken “Denk ik of een bedrijf kansen heeft of niet? Wat zou je moeten doen om dat uiteindelijk zoveel mogelijk kansen te geven op een succes?” Het houdt je ook gewoon scherp omdat je ook weer met andere dingen bezig bent dan alleen maar pure focus op je eigen onderneming. Ik vind het ook leuk omdat het vaak weer met jonge mensen is die aan het begin staan van een nieuw bedrijf.
Jeroen: Doe je er veel?
Kalo: Je kan daar niet veel doen omdat als ik het doe wil ik er ook wel als een actieve aandeelhouder in zitten en soms is dat minder nodig omdat er ook andere actieve aandeelhouders in zitten. Soms is dat wat meer nodig omdat we de mogelijkheid hebben. Maar ik denk wel dat het rendement-technisch belangrijk is om goed te spreiden. Vandaar dat ik ook voor een groot deel in fondsen zit die dat doen en daar wel de aandacht voor kunnen hebben en er wel bovenop kunnen zitten. Maar er zijn een paar bedrijven waarvan ik het ook interessant vind om dat zelf te doen. Maar dat is beperkter dan het aantal waar ik indirect in investeer.
Jeroen: Ik wilde nog iets anders aan je vragen over de gehele financiële sector, dan wel in Nederland, dan wel de wereld. Hoe kijk je daarnaar?
Kalo: Dat is nogal een vraag; de hele financiële wereld en dan ook wel in de hele wereld.
Jeroen: Wat ik vooral bedoel, als je er even boven gaat staan en daarnaar kijkt. Ik zal je een paar suggesties geven en je de tijd geven om na te denken, is het te groot of te klein, is er nog steeds veel van de zaken die we niet goed vonden voor de financiële crisis aanwezig of niet? Dat soort dingen, hoe kijk jij daarnaar?
Kalo: Ik kan in algemene zin natuurlijk zeggen dat er in de financiële wereld de aandacht voor het belang van de aandeelhouders veel te veel de overhand gekregen heeft ten opzichte van andere stakeholders en dan met name de klanten. Daar zijn allemaal excessen door ontstaan zoals de woekerpolissen-affaire, we hebben de aandeellease-affaire gehad, de renteconstructie waarbij mensen een renterekening openen en zich omdraaien en de rentes worden fors verlaagd. Met nieuwe producten worden weer nieuwe klanten met hoge rentes geïnteresseerd om klant te worden. Daar is natuurlijk veel aandacht voor geweest, ook vanuit toezichthouders en ik heb wel het gevoel dat daar dingen veranderd zijn. Maar nog onvoldoende om een financiële wereld te laten zijn die in het belang is van klanten en niet tegen het belang van klanten ingaat.
Jeroen: De laatste paar vragen gaan over hoe jij werk en privé combineert en hoe je zorgt dat je fit blijft. Dus in de eerste plaats: hoe heb je dat altijd gecombineerd, je privéleven met je gezin en daarnaast was je altijd heel actief als ondernemer? Hoe combineer je dat nu en hoe combineerde je dat toen?
Kalo: In eerste instantie combineer je dat niet. In mijn geval is er heel veel aandacht uitgegaan naar het ondernemerschap. Dat kon voor mij ook makkelijk omdat mijn vrouw zelf werkte en een eigen carrière had toen we nog geen kinderen hadden. Dat betekende dat we elkaar weinig zagen maar daardoor konden we wel bezig zijn met onze werkzaamheden. Vrienden maakten er wel eens grappen over, als je met ons een afspraak maakte en we in een restaurant zouden gaan eten dat we allebei met onze eigen auto aankwamen en eerst een uur met elkaar aan het praten waren om de afgelopen week door te nemen omdat we elkaar nog niet gezien hadden. Op het moment dat er kinderen komen verandert dat natuurlijk. We hebben ervoor gekozen dat mijn vrouw minder is gaan werken, wat mij ook nog wat meer ruimte gaf om relatief veel tijd te kunnen steken in het ondernemerschap. Een eigen zaak betekent ook dat het wel allesoverheersend is, dus ook als je niet op kantoor bent of niet aan het werk bent speelt het altijd mee, het zit altijd in je hoofd. Je bent er dus heel veel mee bezig. Maar gelukkig als je ouder wordt – dat was in ieder geval bij mij het geval – ben je beter in staat om daar een balans in te vinden. Ik denk ook dat het ontzettend belangrijk is omdat je uiteindelijk ook gewoon fris weer aan de start moet staan van een nieuwe week als er weer een hoop staat te gebeuren.
Jeroen: Hoe blijf je fysiek en mentaal fris, zoals jij het noemt?
Kalo: Voornamelijk door relatief veel te sporten. Ik heb de aanleg om naast iets te veel met mijn werk bezig te zijn ook heel snel aan te komen. Het is niet zo dat het me overkomt; ik eet en drink waarschijnlijk veel te veel. Dus sporten is voor mij cruciaal en dat doe ik dus veel. Om de dag ben ik wel een uur of anderhalf uur intensief aan het sporten. Dat maakt mijn hoofd leeg en dat houdt me ook enigszins fit. Alhoewel mijn kinderen daarom lachen want die vinden mijn figuur niet in verhouding met mijn ambitie op dat niveau.
Jeroen: Je kijkt ook naar sport, waar komt je liefde voor voetbal vandaan?
Kalo: Ik weet niet waar dat vandaan komt maar ik heb vroeger als jongetje gevoetbald en ook nog getennist. Ik ben sowieso wel fan van sport; sport te kijken en ook te beoefenen. Maar het is ook ontzettend leuk om een club te supporten, zeker als je dat met je kinderen doet. Mijn twee zoons voetballen allebei en mijn dochter hockeyt. Voetbal is iets waar het bij ons vaak over gaat.
Jeroen: Voordat ik je ga bedanken voor dit leuke gesprek, heb je iets waarvan je zegt “Jeroen, dat zou ik graag nog willen delen” of “Ik vind het jammer dat je het niet gevraagd hebt”?
Kalo: Nee, volgens mij is alles gevraagd en ik heb in ieder geval heel veel verteld. Dus ik zou niet iets kunnen bedenken wat ik nog mis.
Jeroen: Dan wil ik je heel erg bedanken voor je tijd die je hebt genomen om met mij in gesprek te gaan. Met dank aan Bloomon, het online bloemenbedrijf, krijg je na de uitzending een bedankje. Voor nu nogmaals heel erg bedankt dat je dit hebt willen doen.
Kalo: Graag gedaan!
Dit was Leaders in Finance, we hopen dat je deze aflevering met veel plezier hebt beluisterd. We stellen je feedback erg op prijs. Wat houdt je bezig en over wie wil je meer horen? Laat het weten via een Apple of Google review. Dat kan ook via de social media kanalen of direct via een email. We kunnen het enorm waarderen als je dat doet. Tot slot danken we onze partners voor hun steun, dat zijn Kayak, EY, Odgers Berndtson executive search en Roland Berger. Bedankt voor het luisteren!