Jeroen: Welkom bij een nieuwe aflevering van Leaders in Finance, leuk dat je luistert! Deze week met Matthijs Aler, de CEO van Ohpen. Welkom, Matthijs!
Matthijs: Dank je!
Jeroen: Leuk dat je de tijd neemt om met Leaders in Finance in gesprek te gaan. Ter introductie het volgende: Matthijs is de CEO van Ohpen, zoals gezegd, een Fintech softwarebedrijf dat oplossingen biedt voor banken en andere financiële dienstverleners om spaarproducten, beleggingsproducten, leningen en hypotheken kostenefficiënt en schaalbaar te administreren. Het platform van Ohpen beheert dergelijke producten zonder dat banken zelf hiervoor IT-systemen hoeven te onderhouden en is volledig cloud based. Ohpen opereert in Nederland, Spanje, België, Slowakije en de UK en heeft circa 320 medewerkers. Ohpen nam in de zomer van 2020 branchegenoot Davinci over. Pikant detail hierbij is dat Davinci groter was dan Ohpen. Het bedrijf werd opgericht in 2009 door Chris Zadeh die sinds begin dit jaar geen rol meer heeft bij het bedrijf. De huidige aandeelhouders zijn onder andere NPM, het investeringsvehikel van SHV en Amerborgh, het investeringsvehikel van Alex Mulder en de medewerkers. Matthijs startte zijn loopbaan bij Binck bank en werkte er 10 jaar in allerlei leidinggevende functies. In 2012 begon hij bij Ohpen. Hij studeerde Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij is 44 jaar, woont in Bloemendaal, is getrouwd met Siena en heeft twee kinderen (Sophie van 10 en Gijs van 9). Tot slot, Chris Zadeh en Matthijs brachten recent een boek uit over de eerste 10 jaar van Ohpen, getiteld Banking the Cloud. Ik heb het net van jou gekregen, dankjewel daarvoor! Ik heb het helaas nog niet kunnen lezen, maar dat ga ik zeker wel doen. Nogmaals welkom en om te starten wou ik met jou eens kijken naar wat stakeholders rondom Ohpen, om zo het bedrijf wat beter te leren kennen. Ik denk dat het wel aardig is om te beginnen bij de medewerkers die Ohpen maken, kan je iets vertellen over hun achtergrond, waar zitten ze allemaal, wat voor soort mensen zijn het?
Matthijs: We zijn in totaal met 320 mensen en dat is best wel mooi verspreid over de verschillende landen, weliswaar zit het merendeel van de mensen in Nederland, zo’n 180 mensen. Maar ook bijna 100 mensen in Slowakije, 35 in Spanje en meer dan 30 in België. Het is dus mooi verspreid en het leuke van het werken vandaag de dag is dat zo’n medewerkersbestand een enorm divers en internationaal karakter heeft. Toen ik 20 jaar geleden begon met werken bij Binck waren dat uitsluitend Nederlanders en af en toe een verdwaalde Belg. Maar nu werken we met mensen van bijna 40 verschillende nationaliteiten en dat brengt zoveel extra’s aan het werk.
Jeroen: Zijn het allemaal tech-mensen?
Matthijs: Als technologiebedrijf heeft natuurlijk het merendeel van de mensen een technologische achtergrond; ongeveer 220 van de 320 mensen werken in één van de engineering of product teams. Dat zijn softwareontwikkelaars of cloud specialisten of mensen die heel goed zijn in het schrijven van requirements, dus de vereisten van de productvertaling richting de ontwikkelaars. Dus de meeste mensen zijn technisch maar we hebben natuurlijk ook veel mensen in Marketing en Sales en in de reguliere staff-afdelingen.
Jeroen: Zoals ik al zei in de inleiding, met de overname van Davinci hebben jullie er een hoop extra mensen bij. Hoe gaat de culturele integratie?
Matthijs: Het leuke is dat we natuurlijk allemaal diezelfde passie delen voor het vak en de passie voor het brengen van de beste oplossing voor de klant. Dus je hebt zoveel gemeen met elkaar dat het eigenlijk vrij gemakkelijk gaat. En eigenlijk al voor de overname een feit was waren de eerste samenwerkingen al gaande om samen voor klanten nieuwe oplossingen te maken. Er was natuurlijk wel een bijkomende gecompliceerde factor toen op 1 september de overname een feit was, toen zaten we nog steeds in lockdown en dat is een halfjaar later niet anders. Het is heel jammer dat je elkaar niet kunt zien en met elkaar samen in een hok kunt filosoferen en kan debatteren over de toekomst en over de purpose en over dat soort zaken. Maar het is wel zo dat we elkaar ondanks die belemmering in allerlei andere samenwerkingsvormen toch heel goed hebben kunnen vinden en dat we dus ook samen met elkaar verder kunnen bouwen aan een sterke cultuur met een eensluidende missie, visie en purpose. Dat gaat boven verwachting goed.
Jeroen: Leuk! Dan de andere stakeholder, de klanten, niet onbelangrijk. Wie zijn dat ongeveer en wie moeten het nog worden?
Matthijs: Op dit moment is het overgrote merendeel van onze klanten nog Nederlands van aard. We werken voor bekende banken en hypotheekverstrekkers zoals Nationale Nederlanden, Aegon, ASN, etc., dus bekende namen in de consumer finance. Ons belangrijkste doel voor 2021 en hierna is dat we ook het bedrijf een internationaal karakter geven als het gaat om de klanten. Dus we zijn bezig om onze vestigingen in Londen en België uit te breiden en om ook klanten in die twee landen te gaan bedienen.
Jeroen: Ik heb naar een aantal interviews met jou geluisterd en daar blijkt ook steeds weer uit het binnenhalen van een nieuwe klant voor Ohpen. Dat zijn lange trajecten; dat is niet even één korte sales pitch en done. Is dat internationaal nog lastiger?
Matthijs: Ik denk dat het best goed vergelijkbaar is met hoe het in Nederland gaat. Financiële instellingen hebben natuurlijk de plicht richting hun klanten maar ook richting de toezichthouders om heel zorgvuldig te werk te gaan, dus het maken van beslissingen als het gaat over IT en operations is iets waar wij niet over een nacht ijs gaan. Dus zo’n traject duurt vaak 6-12 maanden en daar zitten allerlei verdiepingsworkshops in en risicoanalyses en demo’s en proof of concepts. Dat is in Engeland en België niet anders dan in Nederland, dus we verwachten ook niet dat de verkoop- en implementatie-inspanningen daar een heel ander karakter zullen hebben.
Jeroen: Ik ga mijn rijtje stakeholders af. Aan de aandeelhouderskant is dat best stabiel met de twee aandeelhouders die ik noemde, volgens mij. Is daar expliciet voor gekozen of is dat zo gekomen?
Matthijs: Aan het begin van Ohpen in 2009 hebben we heel bewust gekozen voor een lange termijn investeerder die dezelfde doelen had als Ohpen en die echt geloofde in het doel waarvoor wij in het leven waren geroepen. Die heeft Chris gevonden in Alex Mulder, een bekende uitzendondernemer die in 40-50 jaar tijd een fantastisch bedrijf heeft gebouwd. Hij onderschreef het idee en het executieplan van Chris en heeft ervoor gekozen om te investeren. Niet alleen de Sheet Capital ronde in 2009 maar ook de groei die we daarna hebben doorgemaakt is door Amerborgh, het investeringsvehikel van Alex, gefinancierd. Toen in 2017-2018 duidelijk werd dat Alex ook andere plannen willen verwezenlijken, andere dromen wilde najagen en hij zei “Het is nu ook mooi als er een andere investeerder bijkomt” hebben wij datzelfde nog een keer geprobeerd, namelijk het zoeken van een aandeelhouder die ook niet hijgerig is en voor een langere termijn in bedrijven participeert. Die hebben we gevonden in NPM Capital, een bekende Nederlandse investeerder. Die zijn in april 2019 toegetreden tot het aandelenkapitaal van Ohpen en met beide investeerders hebben we een hele goede en vruchtbare relatie en kunnen we niet alleen de begrotingen en dat soort praktische dingen bespreken maar ook echt die lange termijnvisie, kijken naar innovatie, dat kunnen we allemaal heel goed met hen doen.
Jeroen: Komt een plan om zo’n grote overname te doen ook vanuit de aandeelhouders of is dat meer een bestuursinitiatief geweest?
Matthijs: Nee, dat is iets wat vanuit de onderneming komt. Dus in 2018 en 2019 hebben we gekeken “Hoe gaan wij op lange termijn de groei die we de afgelopen tien jaar hebben gehad voortzetten?” We kwamen er al vrij snel achter naast de internationale uitbreiding – wat altijd een idee was – dat het ook belangrijk was om ons productaanbod te verbreden. Want sparen en beleggen en voor een deel betalen is natuurlijk ook een best groot onderdeel van de Nederlandse financiële sector, maar als je echt nog beter bij de banken wil kunnen helpen zul je ook nog iets van lenen en hypotheken dingen moeten doen. We hebben toen gezegd “We willen graag het productaanbod verbreden” en dan sta je voor de traditionele beslissing: ga je dat zelf bouwen of ga je daar de samenwerking zoeken met een derde? “Wij wisten hoeveel tijd het ons heeft gekost om een spaar- en beleggingsplatform te bouwen, namelijk een miljoen ontwikkeluren. Dus dat is niet iets wat je in hele korte tijd kunt doen. Toen hebben we besloten om te zoeken naar een overnamekandidaat en dan ga je daarna natuurlijk wel het gesprek aan met de investeerders “Hoe pak je dat aan?” Maar ook in de executie van dat plan, dat originereerde bij de onderneming, heeft de aandeelhouder ons heel veel ruimte gegeven en ze zijn heel erg supportive geweest. Maar dat is echt iets wat door ons als managementteam is uitgevoerd.
Jeroen: Nog andere stakeholders en toezichthouders? Die zijn denk ik heel belangrijk voor jullie want je doet toch wel hele spannende dingen, denk ik, vanuit een toezichthouder perspectief.
Matthijs: Ja, absoluut. Ohpen staat als bedrijf niet direct onder toezicht. Wij zijn geen financiële instelling; we zijn en technologie- en softwarebedrijf. Maar omdat wij in de relatie met onze klanten garanderen dat onze service altijd compliant is met de toepasselijke wet- en regelgeving hebben wij natuurlijk wel indirect te maken met die toezichthouder en ook indirect te maken met de ministeries van financiën die uiteindelijk te maken, bijvoorbeeld de wet op het financieel toezicht en met Europese toezichthouders. Dus we hebben ook een heel team bij Ohpen dat nauwlettend in de gaten houdt wat er allemaal gebeurt bij de ECB, wat er gebeurt bij de Europese Commissie, wat er gebeurt in Den Haag. Dat is indirect een hele belangrijke stakeholder voor Ohpen. Het is ook iets waar we heel regelmatig met de klanten bij stilstaan en kijken hoe de toezichthouder kijkt naar dingen zoals cloud, hoe ze kijken naar concentratierisico’s, hoe ze kijken naar ketenrisico. Dus dat is iets wat wij heel regelmatig doen.
Jeroen: Het gaat heel vaak over legacy-systemen bij banken waardoor jullie ook de kans krijgen in zekere zin om opnieuw te starten in de cloud voor die banken. Dat zijn mijn woorden, je moet me maar corrigeren als ik het niet goed verwoord. Je bent zelf nu ook alweer 11-12 jaar oud, krijg je er zelf ook last van, van legacy-systemen?
Matthijs: Als je niet uitkijkt wel. Daarom besteden wij altijd een behoorlijk percentage van onze totale ontwikkel-resources aan het herbouwen van dingen die we in het verleden hebben gebouwd. Dus waar we in 2009 en 2010 beslissingen namen om bepaalde zaken in databases te ontwikkelen is sindsdien natuurlijk de technologie heel erg ontwikkeld en we komen er nu achter dat met de groei van cloud computing en met de ontwikkeling van zaken zoals serverless computing het belangrijk is om ook onszelf opnieuw uit te vinden. Dus 30-40% van de bijna 400.000 ontwikkeluren die we op jaarbasis kunnen besteden gaan naar innovatie en technologische heruitvinding. We hebben dus al bepaalde onderdelen van ons platform niet één maar zelfs twee keer helemaal opnieuw gebouwd om ervoor te zorgen dat onze zogenaamde tech debt, dus de technologische ‘schuld’ die je met je meetorst, zoveel mogelijk te beperken.
Jeroen: Wat ik me afvroeg uit nieuwsgierigheid, zijn er ook bepaalde intellectuele eigendomsrechten die je kan vastleggen? Of is dat bij software in deze hoek nooit te doen?
Matthijs: Absoluut. We hebben meteen in 2010 een octrooi aangevraagd voor onze oplossing omdat wij dus alles zelf bouwen en geen echte softwarecomponenten van derden in onze software integreren berusten de auteursrechten en de intellectuele eigendomsrechten van ons platform geheel bij Ohpen. We hebben het ook afgezonderd in een aparte juridische entiteit, Ohpen Technology. Ohpen Technology beschermt dus die IP-rechten zo goed als we dat kunnen. Maar het is zeker heel goed mogelijk om dingen die veel verder gaan dan code maar ook om de designs en de functionele en technische ontwerpen te beschermen.
Jeroen: Voordat ik naar jou en Ohpen ga, nog één vraag over de banken. Er zijn natuurlijk heel veel luisteraars bij Leaders in Finance die bij banken werken. Op welk niveau wordt nou een beslissing genomen om met jullie te gaan samenwerken? Is dat uiteindelijk de CEO die daar echt op aftekent bij die banken? Of is dat toch lager in de organisatie?
Matthijs: Het is niet vaak de CEO maar het is wel altijd op directie- of bestuursniveau. Het verschilt heel erg van bank tot bank waar de beslissingen worden genomen. Je ziet bij sommige banken dat het heel erg gedecentraliseerd is en 99% van de beslissing ligt bij het IT- of het operationsteam. Dan zet alleen de statutair directeur de handtekening onder de uitbestedingsovereenkomst. In sommige bedrijven en mortgage lenders wordt de beslissing heel erg gedragen en genomen door de directie zelf, maar in het merendeel van de gevallen zien we dat die projecten worden geïnitieerd vanuit de business zelf, dus vanuit de IT of operations, en dat die wordt afgetekend door de directie. Dat is wel wat we het meeste zien.
Jeroen: Hoe ben jij bij Ohpen terechtgekomen?
Matthijs: Ik ken de oprichters van Ohpen al tussen de 15 en de 20 jaar. In 2001, toen ik bij Binck startte, waren Chris en Erik en Bas er al. In 2009 gingen ze allemaal weg om Ohpen te starten. Ik zat toen zelf in Frankrijk waar ik verantwoordelijk was voor het oprichten en opstarten van binck.fr, het Franse bijkantoor van Binck. Toen vroeg Chris of ik mee wilde doen met Ohpen. Maar voor mijn gevoel was toen de verwezenlijking van de droom in Frankrijk nog niet afgerond. Het was toen wel net een paar maanden live maar ik had bepaalde doelstellingen voor welk marktaandeel ik wilde veroveren. Het was voor mijn gevoel nog te jong om over te dragen aan iemand anders. Dus pas toen ik een paar later terugkwam bij Binck in Nederland heb ik besloten om alsnog op de vraag van Chris in te gaan en om bij Ohpen te komen.
Jeroen: Waarom denk je dat ze jou vroegen?
Matthijs: Bij Binck was het al zo dat Chris en ik een goed duo waren, we vulden elkaar goed aan op heel veel verschillende onderdelen. Dat zag ik, dat zag hij, dus het was eigenlijk heel vanzelfsprekend dat wij ook weer in een andere samenstelling, in een ander bedrijf met elkaar zouden gaan samenwerken.
Jeroen: Ik ben wel benieuwd daarnaar, niet specifiek in deze relatie maar meer in de brede zin, is dat ook altijd persoonlijk of puur zakelijk, dat het aanvullende zaken zijn die je inbrengt?
Matthijs: Het is altijd een combinatie van zaken maar als het gaat over ondernemerschap en over het bouwen en uitgroeien van een bedrijf moeten toch de zakelijke kernmerken de bovenhand voeren. Want uiteindelijk ben je toch bezig om waarde te creëren als onderneming en als ondernemer en doe je dat ook voor aandeelhouders en wil je voor je werknemers het beste beleid definiëren. Dus je doet dat nooit alleen op vriendschappelijke basis, er moet ook een heel groot stuk van zakelijke complementariteit zijn. Dat was bij ons absoluut het geval, dus ik zou zeggen – om antwoord te geven op je vraag – dat het voornamelijk zakelijk is maar dat het daarnaast natuurlijk wel prettig is als je ook vriendschappelijk met elkaar kunt omgaan en als je elkaar door en door kent.
Jeroen: Zie jij jezelf als ondernemer?
Matthijs: Eigenlijk niet. In 2001, toen ik bij Binck startte, was ik vers uit de collegebanken van de Erasmus Universiteit en toen sloot ik aan bij de ondernemersdroom van Kalo en Thierry en Pim en Anneke. Ik heb wel in dat hele jonge bedrijf – toen nog maar 30-40 man groot – met een ondernemende geest mijn steentje kunnen bijdragen aan het succes van Binck en later steeds meer. Bij Ohpen is het in feite niet anders gegaan. Ohpen te starten was niet mijn idee, ik was er ook niet op dag één bij maar ik ben wel in zo’n startfase en in een doorgroeifase heel geschikt, denk ik, om het bedrijf de goede kant op te leiden.
Jeroen: Of je bent straks de derde generatie met de hele club mensen die je net opnoemde, daar zijn weer heel veel andere ondernemers uit voortgekomen. Misschien ben jij wel de derde generatie die straks voor zichzelf begint.
Matthijs: Het is wel iets waar ik de afgelopen 20 jaar regelmatig mee heb gestoeid, met die gedachte van “Zou ik het kunnen?” Een goed idee hebben is één maar het uitvoeren en het dwars door deuren heengaan en het wegwerken van bezwaren is een heel ander verhaal. Dus heb je het echt in je om echt die executiekracht zo door te voeren dat je een idee kan laten uitgroeien tot een succesvol bedrijf? Dat is iets wat ik ooit nog wel zou willen onderzoeken of ik het in me heb om zoiets te kunnen doen.
Jeroen: Je haalde het net al even aan, je ging uit de collegebanken zo de financiële sector in. Wanneer wist je dat je in de financiële sector wilde gaan werken?
Matthijs: Toen ik van de middelbare school afkwam en in Rotterdam bedrijfskunde ging studeren was ik wel door het hele wereldje van met name beleggen heel erg gegrepen. Ik heb de film Wall Street wel 20-30 keer gezien, denk ik. Wat mij heel erg aansprak in die film was de vastberadenheid van Bud Fox om het te maken in die wereld van de investeringen en om aan tafel te willen zitten bij de grote jongens en om succesvolle investeringen te doen. Dat is tijdens mijn studietijd van 1995-2001 alleen maar gegroeid en ik was ook heel erg gefascineerd door hoe particuliere beleggers tegen de markten aankeken en hoe zij de adviezen van analisten op waarde schatten en daarnaar handelden. Dus eigenlijk is in die periode de liefde voor het finance vak heel erg gegroeid en ik wilde eigenlijk aan het einde van mijn studietijd niks liever dan die effectenwereld in te gaan.
Jeroen: Heb je weleens hele andere dingen overwogen iets eerder, voordat je bedrijfskunde ging studeren, bijvoorbeeld?
Matthijs: Nee. Ik heb eigenlijk vanaf het begin van die studie toch wel de vastberadenheid gehad om die finance wereld in te gaan. Ik heb natuurlijk weleens nagedacht over hoe het zou zijn in andere ondernemingen of andere sectoren. Maar ik heb dat nooit serieus overwogen.
Jeroen: Kom je ook uit een familie waar mensen in de financiële wereld werken?
Matthijs: Nee, verre van. Mijn vader is jurist en heeft decennia op het Ministerie van Justitie gewerkt en is later rechter geworden. Mijn moeder is oefentherapeut Mensendieck, dat is een soort fysiotherapeut voor ruggen. Ik heb dus vanuit huis uit niet direct het ondernemende meegekregen en zeker niet het bedrijfsleven. Wel heel veel andere dingen maar in ieder geval niet de voorliefde voor finance. Sterker nog: eerder het tegenovergestelde dan dat.
Jeroen: Wat bedoel je daarmee?
Matthijs: Mijn vader was iemand, toen ik 14 was en zijn blauwe enveloppen kwamen binnen, dat hij het zo’n voorrecht vond om belasting te betalen en dat hij eigenlijk ook weleens een afkeuring uitsprak over hoe dingen in het bedrijfsleven soms gingen en dat er eigenlijk te veel eendimensionaal aandacht was voor de aandeelhouder en voor het verdienen van geld en het zo min mogelijk betalen van belasting. Hij nam daar duidelijk stelling tegenin en goot dat er dus met de paplepel bij mij in, in tegenstelling tot andere gezinnen waar het ondernemende heel erg de boventoon voerde.
Jeroen: Heb je je er dan tegen afgezet?
Matthijs: Nee, dat zou ik niet willen zeggen want de normen en waarden die ik heb meegekregen van mijn vader en moeder en ook de rest van de familie zijn wel heel erg in mijn DNA ingeslepen en ik probeer daar zoveel mogelijk naar te handelen. Dus het is zeker niet afkeur of afkering. En ik heb ook op andere plekken bij mijn familie gezien hoe het is om wel in het bedrijfsleven actief te zijn en daar heel erg in te kunnen floreren. Dus nee, het is geen afkeur.
Jeroen: Je voelt het al aankomen, wat waren die normen en waarden dan?
Matthijs: Mijn ouders waren heel erg over zaken als integriteit en hard werken en “Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg”. Tot afgrijzen van mijn vrouw ook wel een beetje calvinistisch af en toe. Dus de normen en waarden die ik heb meegekregen waren dingen zoals: stel niet uit tot morgen wat je ook vandaag kunt doen, werk gaat voor het meisje. Vooral hard werken en met de rug recht en een open blik de wereld tegemoet gaan. Dat zijn de dingen die ik heb meegekregen en waar ik nog steeds heel dankbaar voor ben.
Jeroen: Was het dan ook een christelijke achtergrond, was het letterlijk calvinistisch?
Matthijs: Tot mijn grote tegenzin ben ik tot mijn 14de of 15de iedere zondag mee naar de kerk gegaan. Dat was wel iets dat ik heel erg van huis uit heb meegekregen.
Jeroen: Daar doe je nu niks meer mee?
Matthijs: Nee.
Jeroen: Komt dat nog een keer terug in je leven?
Matthijs: Ik denk dat ik me wel door een breder interesse en nieuwsgierigheid altijd voor dingen heb opgesteld. Ik ga dus ook af en toe met plezier naar de kerk of lees verhalen of luister naar podcasts of andere dingen en je kan nooit dingen uitsluiten, dus ik weet niet of ik daar ooit nog heel erg actief mee zal worden. Maar hoe ik er nu tegenaan kijk denk ik dat het onwaarschijnlijk is.
Jeroen: Een gast, Hanzo van Beusekom, zei laatst, “Ik deel het in van 0-18”, zo deelde hij zijn leven in qua tijd. Heb jij van 0-18 bepaalde vormende momenten gehad die nog steeds impact hebben op je leven?
Matthijs: Ik denk, om bij Hanzo te blijven, dat voor mij 0-18 en 18-23 een belangrijk keerpunt was. Daarin ben ik niet heel bijzonder want ik denk dat heel veel mensen op het moment ze uit huis gaan en op eigen benen gaan staan en terecht komen in een wereld waar je voor jezelf moet denken en waar je je eigen verantwoordelijkheid moet pakken, namelijk als je gaat studeren, dat een heel erg belangrijk moment in mijn leven is geweest. Weg van huis, in een nieuwe omgeving, in een nieuwere manier van onderwijs waar je heel veel vrijheid krijgt. Voor mij is dat het moment om te gaan studeren en om je ook gewoon helemaal onder te dompelen in het studentenleven. Dat is een belangrijk punt geweest, denk ik.
Jeroen: Heb je broers en zussen?
Matthijs: Ja, ik heb een jonger zusje, drie jaar jonger. Zij is actief in de provinciale politiek en de gemeentelijke politiek in Stichtse Vecht en ik heb een jonger broertje, hij is vijf jaar jonger dan ik. Hij werkt bij Akzo Nobel in een commerciële functie.
Jeroen: Hoe zou je je studententijd omschrijven?
Matthijs: Best wel als een worsteling. Die vrijheid die ik net noemde, ik had in de eerste twee jaar wel moeite om de goede balans te vinden tussen vrijheid en discipline. Ik heb er dus ook 2,5 jaar over gedaan om mijn propedeuse te halen. Ik denk dat die eerste 2,5 jaren ook wel nodig waren om van het vrij beschermde leven in Den Haag bij mijn ouders de omslag te maken naar een zelfstandige student die in Rotterdam ook zijn weg moet vinden en sociaal wat handiger en meer verbaal en ook strijdlustiger wordt. Ik zie het inderdaad als een worsteling in de positieve zin van het woord.
Jeroen: Heb je zoals veel mensen zeggen vrienden voor het leven gemaakt in je studententijd of was het bij jou anders?
Matthijs: Absoluut. De mensen waarmee ik 25 jaar geleden ben begonnen aan die studie, daar zijn een aantal van die ik nog steeds in ieder geval maandelijks spreek. Dat zijn van die mensen dat als je iets overkomt, iets positiefs of negatiefs, het zijn nog steeds die mensen die dan het eerste in me opkomen van “Die ga ik bellen” of “Die ga ik bezoeken” om dat mee te delen. Dus ik heb niet alleen met de mensen waarmee ik direct heb gestudeerd nog steeds heel veel contact maar ik heb überhaupt dat hele studeren in Rotterdam en onderdeel zijn van zo’n grote universiteit als iets heel positiefs ook in zakelijk opzicht ervaren. Want als je op LinkedIn kijkt wie er bij bedrijven werkt, met wie je dan via de Erasmus een link hebt in dat ongelooflijk groot netwerk, je deelt dan toch iets met elkaar wat in het leggen van contacten en in het onderhouden van contacten iets is wat ontegenzeggelijk meehelpt.
Jeroen: Heb je bepaalde mensen gehad die voor jou heel belangrijk zijn? Je noemde Kalo Bagijn die ook hier bij Leaders in Finance is geweest. Zijn er nog anderen en waarom is hij belangrijk voor jou geweest?
Matthijs: Ik denk dat ik van Kalo veel heb geleerd over het vormen van een strategie, het uitdragen van die strategie naar het team, naar de medewerkers, naar de aandeelhouders. Dus hele duidelijke communicatie en focus daarin. Ik heb ongelooflijk veel gehad aan de 20 jaar die ik met Chris heb samengewerkt die mij ook heeft gepusht om dingen te realiseren en om patronen te doorbreken. Zo zijn er nog een handjevol mensen, zowel privé als zakelijk, waarvan ik denk “Die hebben echt een meaningful rol gespeeld in mijn leven die mij hebben gemaakt en gevormd tot wie ik vandaag ben”.
Jeroen: Als je over feedback nadenkt, ik kan bij mezelf aan het begin van mijn eigen carrière nog een aantal feedbackmomenten herinneren waarvan ik nu denk “Dat was best wel even pijnlijk, maar ik heb er wel heel veel aan gehad”, heb jij dat ook, dat je van die feedbackmomenten kreeg waarvan je nu nog denkt “Dat was echt wel heel belangrijk dat ik die kreeg, maar toen was het niet leuk”?
Matthijs: Ja, wij proberen hier bij Ohpen heel erg een cultuur van het geven van feedback te stimuleren en we doen dat ook niet alleen binnen het managementteam maar ook in het bedrijf in de volle breedte, daar geven we op hele regelmatige basis invulling aan. We hebben toevallig twee weken geleden een roast & toast gedaan waarbij je richting je teamgenoten uitspreekt wat je waardeert en waar ze vooral in moeten doorgaan maar ook waar mensen mee moeten stoppen. Als ik heel eerlijk ben hoor ik eigenlijk al een jaar of 20 hetzelfde. Moet ik daar wat mee of moet ik gewoon accepteren dat het zo is? En dan denk ik aan dingen zoals te wollig zijn in de communicatie, dus “Wees wat meer to the point”. En ook – en dat is misschien een belangrijkere – “Probeer niet altijd de harmonie te willen bewaren in een team maar accepteer het ook als die harmonie er soms niet is en als je je gewoon heel duidelijk uitspreekt over iets en ook accepteert dat dat betekent dat één van de deelnemers aan een discussie daar dan eventjes ‘pech’ heeft”.
Jeroen: Je bent in dit interview in ieder geval heel erg to the point, dat wil ik vast als feedback teruggeven. Een ander onderwerp dat ik graag met je wilde bespreken – en dat vind ik leuk omdat dit allemaal mensen zijn in de financiële sector – is geld. Ik heb altijd het gevoel dat mensen er niet helemaal eerlijk over zijn. Een enkel antwoord is wel eerlijk maar de meeste mensen geven het sociaal wenselijke antwoord. Wat is nou de rol van geld voor jou?
Matthijs: Ik zie geld als een middel dat ervoor zorgt dat je focus kan hebben en dat je een onbezorgd leven kunt leiden, in ieder geval op het gebied van financiële zekerheid. Dus voor mij is geld wel degelijk iets belangrijks want het zorgt ervoor dat ik mij in mijn werk vol kan richten op de uitdagingen die voor mij liggen op zakelijk gebied en dat er geen financiële triggers om me daarvan af te leiden. Dat is één. Ten tweede, als je weet dat je je geen zorgen hoeft te maken over het betalen van de hypotheek of over de andere uitgaven zit je gewoon wat comfortabeler in je stoel en dan maak je ook betere beslissingen dan als je dat soort dingen wel heel erg laat meewegen.
Jeroen: Welke toegevoegde waarde wil jij hebben op de samenleving? Dat klinkt misschien wat zwaar maar wat is jouw drive als het breder gaat dan alleen maar het bedrijf?
Matthijs: Ik denk dat ik op het gebied van kennis over financiële producten en kennis over de processen die achter de financiële producten schuilgaan best wel veel van weet. Na 20 jaar in retail banking bouw je op een gegeven moment gewoon kennis op over hoe dat soort dingen werken vandaag en over hoe ze zouden moeten werken. Als ik denk over wat ook voor mij een persoonlijke drijfveer is om iedere ochtend met een sprong uit mijn bed te gaan, dan is het dat ik er graag voor wil zorgen dat er betere financiële producten voor de consument zijn en worden gemaakt en dat die vooral ook bereikbaarder zijn. Met bereikbaar bedoel ik dat als je 20 jaar geleden Shell-aandelen wilde kopen dat een fortuin kostte en het was heel moeilijk om een goed gespreide portefeuille op te bouwen en beleggen was dus ook beschikbaar voor alleen de lucky few. Tegenwoordig, door partijen zoals Binck maar ook door Ohpen is beleggen toegankelijk geworden voor de massa. Dat zorgt er dus voor dat ook mensen die heel jong zijn en eigenlijk niet of nauwelijks geld over houden voorzichtig op jonge leeftijd kunnen kennismaken met beleggen en dat op het moment dat het er dan echt om gaat – als je 30-35 wordt en je moet echt aan je lange termijn financiële doelstellingen gaan werken – ze dan weten hoe het werkt. Hoe werkt fonds beleggen, hoe werkt vermogensbeheer, hoe werken financiële markten? Door daar een bijdrage aan te leveren, niet alleen op gebied van beleggen maar ook op pensioensparen en ook op hypotheken en ook op consumentenkrediet, proberen wij met Ohpen ervoor te zorgen dat onze klanten betere producten aan hun klanten kunnen bieden die ook toegankelijk zijn.
Jeroen: Als je kijkt naar trots, waar ben je echt trots op in je loopbaan?
Matthijs: Ik denk dat ik dan toch terugga naar de periode bij Binck. Ik was 29 toen Kalo vroeg of ik land nummer drie voor Binck wilde gaan opzetten. Ik was al trots dat ik werd gevraagd om dat te doen. Toen heb ik gekeken “Zou dat Engeland, Duitsland of Frankrijk moeten zijn?”, ik wilde per se in Europa blijven en het moest ook een wat groter land zijn dan land nummer twee dat België was. Een moment waar ik dan heel specifiek trots op ben is dat ik in eind 2006 naar Parijs verhuisde samen met mijn vrouw. Helemaal in mijn eentje met mijn golfje, met mijn tandenborstel en wat kleren achterin naar Parijs om binck.fr te starten. Om dan als nog geen 30 jaar oud daar een kantoor te zoeken, een team te bouwen, de specificaties voor de website en voor het backoffice systeem op te schrijven, ervoor te zorgen dat dat komt. Toen kwam er een moment in 2008, anderhalf jaar nadat ik daar naartoe was gegaan, dus ik heb wel mijn tijd genomen om binck.fr neer te zetten, in september 2008 – een maand voordat de crisis wereldwijd losbarstte – stonden we in La Maison Blanche aan de oevers van de Seine en gaven we een persconferentie over de lancering van binck.fr. Toen stond ik daar tegenover 30-35 journalisten en een aantal klanten en ook Kalo en Thierry waren gekomen en Nick. Dat moment dat je op de knop drukt en aan de wereld – tenminste, zo heb ik dat toen ervaren – laat zien “Dit is binck.fr en hierom zouden Franse beleggers bij ons moeten komen beleggen”, dat ik dat had gerealiseerd als jonge dertiger. Dat is het moment waar ik het meest trots op ben, denk ik.
Jeroen: Mooi hoe je het beschrijft! Ik zit helemaal in het moment daar aan de Seine. Spreek je overigens Frans dan?
Matthijs: Ja.
Jeroen: Dat helpt, neem ik aan.
Matthijs: En gelukkig vandaag de dag nog steeds veel want mijn vrouw heeft toen ze terugkwam samen met mij en onze dochter uit Parijs de beslissing genomen om de financiële sector te verlaten en het onderwijs in te gaan. Zij is lerares Frans geworden, dus als ik nu ‘s ochtends een kop koffie ga halen en ik hoor haar over Microsoft Teams aan pubers Frans lesgeven word ik daar nog aan herinnert en blijf ik ook betrokken bij de taal. Ik vind het de mooiste taal in de wereld.
Jeroen: Prachtig! Waar ben je op privégebied het meest trots op?
Matthijs: Ik denk ook dat dat misschien een beetje een open deur of een cliché is, maar gisteren kwamen de kinderen thuis met hun rapporten van groep 6 en groep 7, ze zijn nog heel erg jong; 9 en 10. Maar ik denk dat ik heel erg trots ben dat Sophie en Gijs zijn wie ze zijn en presteren zoals ze presteren, maar vooral dat eerste.
Jeroen: Wat voor soort ouders zijn jullie?
Matthijs: Ik denk heel veel aandacht en betrokkenheid en ik hoop liefdevol en ik denk dat we heel liefdevol zijn. Ik denk dat we proberen om een goede balans te zoeken tussen presteren en ook gewoon kind-zijn en genieten. Dus we zijn niet overdreven streberig, hoop ik. Dus dat soort ouders.
Jeroen: En als het gaat om een hele andere vorm van opvoeden, namelijk mensen coachen in het zakelijke leven, doe je dat, los van je eigen teams?
Matthijs: Jazeker. Er zijn best wel veel mensen bij Ohpen die hier ook al meer dan vijf jaar werken. Mensen die als jonge informaticastudent hier zijn begonnen en toen Ohpen nog maar uit 30-40 man bestond heb je daar natuurlijk een goede relatie mee, dan ken je iedereen. Vandaag de dag zeker met de nieuwe collega’s in Slowakije en in België ken ik helaas niet iedereen persoonlijk, maar ik heb met heel veel collega’s heel erg veel contact dat ook veel verder gaat dan als je iets nodig hebt van iemand of als je samenwerkt aan een project. Dus ik probeer met heel veel collega’s ook buiten projecten om contact te houden en om ook te kijken in hoeverre ik kan bijdragen aan hun persoonlijke ontwikkeling en hun ontwikkeling binnen het bedrijf.
Jeroen: We hebben ook altijd een teaser en een pleaser bij Leaders in Finance. De teaser gaat altijd over het bedrijf of over de organisatie waar ik iemand interview. Ik heb opgeschreven: “Er is uiteindelijk geen grens aan wat je kan uitbesteden als bank, ook op IT-gebied”. Geen grens, ben je het er daarmee eens?
Matthijs: Nee, daar ben ik het niet mee eens want het allerbelangrijkste wat je niet kan uitbesteden is de verantwoordelijkheid die je draagt als financiële instelling voor de dienstverlening aan je klant en voor de compliance en het riskmanagement stuk. Dus uiteindelijk kun je als financiële partij eigenlijk alleen maar dingen die wat meer een commodity achtergrond hebben echt uitbesteden. Dus je effectenadministratie of je spaaradministratie kun je prima uitbesteden maar je moet ervoor zorgen dat je zorgt dat die administratie dan voldoet aan alle wet- en regelgeving, dat die altijd beschikbaar en snel is. Maar dingen zoals productinnovatie en ook klantenservice voor een heel stuk, dat is ook wat er bij Binck met de paplepel is ingegoten, ervoor zorgen dat je altijd de verwachtingen van je klanten overtreft. Dat is iets wat je niet kan uitbesteden.
Jeroen: Zou je wel de gehele tech-operatie, en dan heb ik het niet alleen over de echte achterkant, zoals jullie dat noemen, maar ook de websites en de apps. Stel ik heb een hele grote zak geld en ik wil een bank beginnen en ik denk “Dat hele tech-stuk, letterlijk alles, push ik naar buiten”, is dat voorstelbaar?
Matthijs: Ja. Je ziet het niet heel veel gebeuren. Het onderdeel van de stack wat banken het minst graag loslaten is inderdaad die front-end, de voorkant, de interactie met de klant via apps en websites. Maar zelfs dat kun je als bank goed loslaten en misschien ook nog wel veel succesvoller zijn dan als je het zelf doet. Dus ik denk dat er op het gebied van technologie maar ook op het gebied van de operatie eigenlijk geen belemmeringen zijn voor uitbesteding.
Jeroen: Maar dat is heel interessant, want als je daar verder over nadenkt en je hebt inderdaad het geld – en aan de regulatory kant heb je natuurlijk ook een hoop geld en een hoop kennis en middelen nodig – maar als je een grote client-facing organisatie bent buiten de financiële en je hebt veel klanten en je kan de hele techniek overdragen en je hebt ook het geld om de regulatory kant goed op orde te krijgen, dan zou het dus makkelijker moeten zijn om een bank te beginnen?
Matthijs: Ja, dat klopt. Maar dan kijk je voornamelijk naar de uitvoerende kant. Ik denk dat het de afgelopen 20 jaar wel moeilijker is geworden om een bank te beginnen op heel veel andere gebieden. Ik denk ook dat het minder aantrekkelijk is geworden om een bank te beginnen. Dus ik ben het helemaal met je eens als het gaat over de operatie maar als het gaat waarvoor je als bank in het leven bent geroepen en hoe je er bij komt om überhaupt een operatie te kunnen hebben, daarvan denk ik dat het flink lastiger is geworden en dus minder aantrekkelijk.
Jeroen: Zien jullie van die hele grote systemic banks in de wereld die met partijen als Ohpen (jullie zijn natuurlijk onvergelijkbaar, maar iets wat daarop lijkt) in zee zijn gegaan?
Matthijs: Ja, zeker. Je ziet met name in Amerika dat er in de Fintech-sector echt wel hele grote samenwerkingsverbanden zijn ontstaan tussen echte tier 1 banks en Fintechs. Ook in Europa en in Nederland in het bijzonder zie je dat. Het is dus ook zo, als we even kijken naar Ohpen, dat we nu meer dan 100 miljard aan spaar- en hypotheekgeld beheren voor iets van 4,5 miljoen verschillende financiële producten voor Nederlandse klanten, dan is dat natuurlijk op zichzelf ook al echt heel materieel. Het is wel zo dat onze volgende stap is om van de middelgrote banken naar de grootbanken over te gaan. Ik denk dat nu zowel Ohpen als bedrijf volwassen genoeg is om dat te kunnen doen, de technologie is goed genoeg om 10 miljoen rekeningen voor één partij te kunnen administreren. En ik denk ook dat de grootbanken in Nederland en daarbuiten maar vooral in Nederland klaar zijn om ook op het gebied van hun core operatie, echt kritische bedrijfsprocessen, de samenwerking met bedrijven zoals Ohpen te zoeken.
Jeroen: Ik vind het wel mooi in alles dat ik gelezen heb over jou en over Ohpen dat jullie zo vaak blijven roepen dat jullie met die tier 1 banken willen werken want op een bepaald moment is het volgens mij gewoon zo omdat je het zo vaak gezegd hebt. Ik geloof wel in die strategie, trouwens. Maar ook omdat je er geen tijd bij noemt, want dan zou het lastig worden, want dan ben jij diegene die het niet of wel gehaald heeft. Als je het wel gehaald hebt, prima. Aan de pleasende kant ben ik benieuwd of er boeken zijn die jou hebben geïnspireerd of die jij met veel plezier cadeau geeft of anderszins impact hebben gehad of hebben op je leven?
Matthijs: Jazeker. Ik probeer veel te lezen en niet alleen non-fictie maar vooral ook romans. Een boek dat de afgelopen jaren veel indruk op mij heeft gemaakt en mij ook een beetje heeft bevestigd in mijn eigen levensovertuiging is het boek De meeste mensen deugen van Bregman. Mij is heel vaak het verwijt gemaakt dat ik naïef ben en ik denk dat ik trots ben op mijn naïviteit. Het lezen van dat boek heeft mij heel erg bevestigd in dat ik niet op het verkeerde spoor zit als ik toch in zakelijke en in privérelaties uitga van de goede bedoelingen van mensen en dat ik ervan uitga dat verreweg de meeste mensen gewoon deugen. Dat boek leen ik uit of geef ik cadeau omdat ik denk dat het heel goed is als alle zwartkijkers, met name als het gaat over intermenselijke relaties, ook hele beroemde verhalen zoals Prison Experiment en Lord of the Flies in het juiste perspectief te zien en ook een ander geluid daarover te horen.
Jeroen: Ik vind het mooi dat je inderdaad de positieve kant wil zien. Ik had ook jouw Twitter uitgebreid bekeken en ik kreeg het idee – correct me if I’m wrong – dat jij je ook ongelooflijk kan ergeren aan dingen die jou wel nauw aan het hart gaan. Bijvoorbeeld als er grote dieren gedood worden. Ik zag op Twitter een aantal van dat soort berichten over de walvisjacht of de grote dieren in Afrika. Maar misschien heb ik het helemaal verkeerd gezien.
Matthijs: Ik trek me dierenleed en mensenleed heel erg aan. Er bestaat niet zoiets als zinvol geweld. Er wordt soms gesproken over zinloos geweld, zinvol geweld is maar in heel weinige gevallen echt zinvol. Maar met name als het gaat over niet bewezen medische werkingen van bijvoorbeeld de botten van walvissen die worden vermalen tot geneesmiddelen in Azië, daar kan ik van binnenuit misselijk van worden als ik zie hoe schitterende dieren worden vermoord voor niks. Overigens doe ik al jaren niks meer of nauwelijks meer dingen met Twitter maar de dingen die ik heb geretweet of iets over heb gezegd, daar sta ik nog wel achter.
Jeroen: Ik ben bang dat vanmiddag het Twitteraccount wordt opgeschoond, maar ik vond het heel interessant om te zien. Als het gaat om mensen die nu starten op de arbeidsmarkt, heb je daar bepaalde tips, met name mensen die starten in de financiële sector?
Matthijs: Iets waar ikzelf heel erg veel aan heb gehad en wat ik ook vandaag de dag nog probeer te zijn is nieuwsgierig en leergierig. Zeker als je begint te werken heb je natuurlijk veel meegekregen vanuit school en misschien universiteit. Maar als je dan de stap maakt om van het onderwijs het echte leven in te gaan moet je ervoor zorgen dat je die nieuwsgierigheid niet verliest en dat je die leergierigheid behoudt omdat ik ervan overtuigd ben dat als je ergens binnenkomt en je doet gewoon je stinkende best om alles wat je moet weten over je product of je dienst of je collega’s of je sector of industrie, dat je allemaal wil weten, dan kun je al heel snel het verschil maken ten opzichte van andere mensen die daar toch misschien wat luier in zijn of van nature wat ongeïnteresseerder. Kalo zei vroeger altijd dat je in Nederland al heel snel met je kop boven het maaiveld uitsteekt als je maar goed genoeg je best doet. Ik onderschrijf dat en ik zou dus jonge mensen die beginnen met werken vooral heel erg aanraden om nieuwsgierig te zijn. Het is ook één van de leadership principles van Amazon die ik heel erg onderschrijf, als je bij Amazon een leidende functie wil hebben moet je de ability to dive deep hebben. Dat is dus dat je ervoor zorgt dat je van een onderwerp gewoon alles weet wat er daarover te weten kan zijn. Ik denk dat die nieuwsgierigheid er bij mij toe heeft geleid dat ik op momenten die ertoe deden kon aantonen dat ik ergens iets van afwist of dat ik wist hoe je iets moest inrichten of hoe je iets moest bouwen en dat mensen daarop zijn afgegaan en denken “Volgende keer dat we zo’n proces of zo’n product gaan maken moeten we eens vragen aan Aler wat hij daarvan denkt”.
Jeroen: Zie je veel dingen die starters niet handig aanpakken die heel vaak terugkomen in je organisatie maar ook daarbuiten?
Matthijs: Dat vind ik een moeilijke vraag. Ik denk dat het onverstandig is om te snel te hard te willen gaan. Het is natuurlijk heel erg ingegeven door het succes wat je om je heen ziet dat je zelf ook heel graag heel snel op een plek terecht wil komen. Ik denk dat jezelf te veel tijdsdruk opleggen in het realiseren van je doelen in het begin een slecht idee is en dat je dus ook niet te snel ontevreden moet zijn waar je bent en wat je doet en ervan overtuigd moet zijn dat your time will come.
Jeroen: Ik wil het ook nog even over je boek hebben dat je samen met Chris Zadeh hebt geschreven. Kan je kort zeggen waar het over gaat en wie en waarom ze het zouden moeten lezen?
Matthijs: We hebben dat boek geschreven omdat wij het belangrijk vonden om de eerste tien jaar van Ohpen te beschrijven, wat we hebben gedaan om een best wel lastige opgave – namelijk het brengen van een bank naar de cloud – hoe we daar zijn gekomen en dat te delen met anderen die ook een lastig te realiseren droom willen realiseren. Toen wij in 2013 in het paasweekend bijna 10 miljard aan spaar- en beleggingsgeld migreerden vanuit een database die hier op Nederlandse bodem stond en onderdeel uitmaakte van een legacy platform naar onze AWS omgeving in Ierland wisten we “Wat we vandaag doen is toch een historisch moment”. Want er waren weliswaar banken die riskmanagementapplicaties of opslag in de cloud deden of hun e-mail, zoals Office 365. Maar echt het draaien van kritische bedrijfsprocessen in de cloud en het administreren van spaarsaldi en beleggingsrekeningen in de cloud, dat werd nog nooit gedaan. Het verhaal dat dit boek beschrijft over hoe die eerste bank in de cloud tot stand is gekomen en wat voor ontberingen we zijn getrotseerd om daar te komen, dat vonden wij de moeite van het delen waard. Wat wij ermee willen bereiken is dat mensen in leidende posities in de financiële sector in Europa dat boek lezen en denken “Die mensen van Ohpen doen innovatieve dingen, die doorbreken manieren van denken die ons verder kunnen helpen en die ervoor kunnen zorgen dat wij relevant blijven voor onze klanten naar de toekomst. Met hen zouden we willen samenwerken om onze bank te digitaliseren”.
Jeroen: Hoe blijf je innovatief?
Matthijs: Ik denk dat je moet voorkomen dat je heel erg inward-looking bent, dus dat je alleen maar aan het navelstaren bent en bezig bent met wat je zelf binnen je eigen bedrijf ziet of misschien één ring daarbuiten wat je ook met je klanten ziet en met je medewerkers. Dus het is belangrijk om de tijd te nemen om echt naar buiten te kijken “Wat zien we in de rest van de wereld gebeuren? Als we niet denken in beperkingen van tijd of technologie of geld, wat zouden we veranderen aan onze business als die beperkingen er niet waren?” Dan kom je op ideeën die ervoor zorgen dat iets wat voorheen niet mogelijk was mogelijk gemaakt wordt. Om dat bijvoorbeeld concreet te maken, wij willen vanuit onze hypotheek business ervoor zorgen dat banken in staat zijn om straks hun klanten al van tevoren met een zak geld bij wijze van spreken naar buiten te sturen zodat ze niet eerst een huis hoeven uit te zoeken, dan een taxatierapport op te vragen, een loonstrookje in te dienen en te kijken of ze die hypotheek krijgen maar dat ze weten “Ik kan gewoon voor 275.000 € die huizenmarkt op en het hoeft niet 4-6 weken te duren voordat ik weet of ik die hypotheek krijg”. Dat klinkt misschien niet zo overdreven innovatief, maar als je bekijkt wat er nodig is om op dat punt te komen is dat best veel. Wij hebben de overtuiging en de bereidheid om ervoor te zorgen dat die droom op korte termijn realiteit wordt.
Jeroen: Je hebt altijd intense banen gehad waarbij je veel verantwoordelijkheid hebt genomen. Een deep-dive heb je waarschijnlijk ook elke keer zelf gedaan op een subject matter. Hoe combineer je dat met je privéleven post- en pre-kinderen, dat is misschien ook nog wel een goede indeling om deze vraag te beantwoorden?
Matthijs: Ik denk dat ik er niet altijd even succesvol in ben geweest om die balans te vinden. Ik moet zeggen dat de huidige situatie van 80% thuiswerken er wel toe bijdraagt dat je op momenten tussen twee calls in toch net eventjes met elkaar kan lunchen of je zoon kan helpen bij zijn rekenhuiswerk en dat je toch iedere avond samen eet. Het is in het verleden lastig geweest om die balans te zoeken. Ik ben ook zelf een aantal keren in de valkuil getrapt om mijn gedachten te laten beheersen door het werk en geen ruimte te vinden voor ontspanning en om ook echt in de situatie thuis te zijn of met vrienden te zijn zonder afgeleid te worden door de problemen waar je op je werk mee bezig bent. Maar door persoonlijke groei en door ook veel te praten met coaches en met andere ondernemers word je er toch steeds beter in om de dingen die je doet echt met aandacht te doen. Ik denk dat dat laatste het allerbelangrijkste is. Dus het maakt niet zo heel erg veel uit of je nou het hele weekend thuis bent of maar één dagdeel, op het moment dat je er bent moet je er 100% zijn en de dingen die je doet met volle overtuiging doen. Daar heeft dan ook jouw omgeving en jezelf veel meer aan dan iemand die misschien het hele weekend thuis is maar waarvan zijn gedachten alle kanten opgaan en eigenlijk niet echt aanwezig is.
Jeroen: Hoe blijf je mentaal en fysiek fit? Ik hoorde of las in één van de interviews dat jullie hieronder het pand bij Ohpen een enorm fitnesscentrum hebben, maak je daar gebruik van?
Matthijs: We hebben eigenlijk meteen vanaf het begin toen we Ohpen oprichtten in 2009 en toen ik er in 2012 bijkwam en we dit kantoor huurden altijd heel veel aandacht gehad voor lichamelijke verzorging, zowel in beweging als ook in voeding. We hebben hierbeneden op het Rokin een sportruimte van dik 350 m² waar we een paar keer per week onder professionele begeleiding – dat zijn al tien jaar dezelfde mensen die dat voor ons en met ons doen – iedereen uitnodigen om deel te nemen aan klasjes. Voor beginners en bevorderden, krachttraining, conditietraining, vechtsporttraining. Het is jammer dat het kantoor nu dus al bijna een jaar dicht is waardoor we daar geen gebruik van kunnen maken zoals we dat voorheen deden. We doen dat nu via Teams-sessies, dus twee keer per week is er een uur dat iedereen vanuit zijn woonkamer of vanaf zijn balkon met een schermpje open samen met diezelfde trainers ervoor kan zorgen dat ze fit blijven. Ikzelf heb best wel veel moeite om fit te blijven en ik heb ook een best wel krakkemikkig gestel met een slechte knie en slechte heup. Dat klinkt alsof ik 65 of 80 ben. Maar ik probeer dus fit te blijven door te letten op voeding en ieder moment om te bewegen aan te grijpen, dus om liever 6 km te lopen om van A naar B te gaan dan om de fiets te pakken of erger nog de auto. Veel niet-intensieve beweging zorgt er samen ook voor dat je in ieder geval fit blijft en als straks de amateursporten weer worden toegestaan hoop ik ook weer iedere zondag te kunnen voetballen en op die manier ook de spieren een beetje op peil te houden.
Jeroen: Wat zijn vragen waarvan jij zegt “Jeroen, die zou je eens wat vaker moeten stellen aan gasten bij Leaders in Finance”?
Matthijs: Ik denk dat je gasten van je podcast zou moeten uitnodigen om een kritische blik op zichzelf en op anderen partijen in het ecosysteem te hebben, dat kan heel erg nuttig zijn. Als ik door dat op te werpen ook meteen daar zelf invulling aan zou moeten geven zou ik zeggen dat ik vind dat we in Nederland af en toe een beetje doorslaan en niet proportioneel wetten maken en daar toezicht op houden waardoor we ervoor zorgen dat die financiële producten eigenlijk eerder wat op grotere afstand van de consument gekomen zijn dan dichterbij te komen. Dus om dat iets concreter te maken, als je kijkt naar MiFID, de effectendienstverlening-regels, dan denk ik dat we – ook bang gemaakt door excessen in het verleden – allerlei barrières hebben opgeworpen om effectendienstverlening aan consumenten te kunnen verlenen. Dat is jammer want terwijl we eigenlijk met z’n allen vinden dat mensen op hele jonge leeftijd moeten beginnen met beleggen maken we het eigenlijk toch nog te moeilijk. Ik zou bijvoorbeeld graag eens in dialoog met Hanzo gaan om te kijken “Hoe kunnen we er nou voor zorgen dat we die barrières in ieder geval voor sommige type dienstverlening en sommige klanten verlagen zodat mensen daar toch mee aan de slag gaan?”
Jeroen: Dat is mooi! Ook leuk dat je hem meteen ook zelf beantwoordt. Dat is een mooie nieuwe vraag die we vaker gaan stellen. Voordat ik jou ga bedanken, Matthijs, zijn er nog andere dingen waarvan jij zegt “Dat had ik graag willen delen” of “Jammer dat je het niet gevraagd hebt, Jeroen”?
Matthijs: Ik denk dat als je zo’n drie kwartier of uur dat we nu aan het praten zijn op zo’n rijdende trein zit, dan gebeurt er waarvan ik net zei dat ik dat niet moet laten gebeuren, dus dat je weinig ruimte overhoudt om te denken. Dus het antwoord op je vraag is dat ik nu niet direct onderwerpen heb waarvan ik denk “Daar had ik het heel graag over gehad” anders dan dingen die met de doelstelling en de strategie van Ohpen te maken hebben. Ik zou het leuk vinden om daar iets meer over te zeggen gedurende de resterende minuten van het interview.
Jeroen: Dan verwacht je van mij een vraag, neem ik aan? Misschien waar Ohpen in de toekomst naartoe moet op de wat langere termijn?
Matthijs: Wat wij graag willen is de transitie maken van een puur Nederlands softwarebedrijf naar een internationaal opererend bedrijf. Dit jaar staat dus in het teken – wat ik in het begin al vertelde – van onze gang naar België en naar het Verenigd Koninkrijk. Daar zijn we al qua product een heel eind op weg (lees: bijna klaar) maar het allerbelangrijkste is natuurlijk om een klant te vinden waarmee je samen die activiteiten kunt opstarten. Als ik aan het einde van dit jaar terugkijk op 2021 dan valt of staat het succes eigenlijk bij het gezet hebben van die stap. Ik denk ook dat dat het bedrijf verder een andere dynamiek zal geven die ook weer voor de medewerkers heel erg inspirerend is. Als je klanten hebt in Engeland en in België en straks in andere landen in de wereld voegt dat een extra niveau van complexiteit en cultuur en andere zaken toe die het ook weer nog leuker maken om bij Ohpen te werken.
Jeroen: Mooi! Nog andere zaken?
Matthijs: Nee, eigenlijk niet. Ik vond het leuk om met jou het gesprek aan te gaan, Jeroen. Ik denk dat we een aantal leuke onderwerpen hebben kunnen behandelen.
Jeroen: Heel erg veel dank! Ontzettend leuk hoe open je bent geweest en ik kon die woordgrap natuurlijk niet niet maken, dat begrijp je. En het zal niet de eerste keer zijn in jouw loopbaan bij Ohpen dat mensen dat woord gebruiken. Maar heel veel dank, ontzettend leuk hoe je alles hebt belicht, zowel privé als zakelijk. Met dank aan Bloomon, het online bloemenbedrijf, krijg je zo meteen na de aflevering nog een bedankje voor al je tijd die je hierin gestoken hebt. Veel dank, Matthijs!
Matthijs: Dankjewel, graag gedaan!
Dit was Leaders in Finance, we hopen dat je deze aflevering met veel plezier hebt beluisterd. We stellen je feedback erg op prijs. Wat houdt je bezig en over wie wil je meer horen? Laat het weten via een Apple of Google review. Dat kan ook via de social media kanalen of direct via een email. We kunnen het enorm waarderen als je dat doet. Tot slot danken we onze partners voor hun steun, dat zijn Kayak, EY, Odgers Berndtson executive search en Roland Berger. Bedankt voor het luisteren!