#62: Karin van Baardwijk (transcriptie)

Transcriptie

Jeroen: Welkom bij een nieuwe aflevering van Leaders in Finance, deze week met Karin van Baardwijk, de COO, oftewel Chief Operating Officer, van Robeco. Welkom, Karin!

Karin: Dankjewel!

Jeroen: Leuk dat je de tijd neemt om met ons in gesprek te gaan.

Karin: Ja, heel leuk!

Jeroen: Dat is best goed om te horen! Ik zal jou kort introduceren. Karin is zoals gezegd COO en daarnaast Deputy CEO van Robeco. Ze heeft een lange staat van dienst bij Robeco, 15 jaar, onder andere in de rollen van Chief IT Officer, Hoofd van de Global Information Services en Hoofd van de Operational Risk Management afdeling. Karin begon haar carrière in de financiële dienstverlening in 2004 bij KPMG Consulting. Ze studeerde Economie en Rechten aan de Universiteit van Utrecht. En om een beetje gevoel te krijgen voor wie dat niet weet bij Robeco, een aantal cijfers met peildatum 31/12/2020: Robeco heeft 176 miljard euro assets under management, 160 miljard Euro wordt gemanaged in wat wordt genoemd ESG-integrated assets, 80 miljard wordt gemanaged met wat wordt genoemd Qant models en er werken 930 mensen bij Robeco in 17 kantoren wereldwijd. Tot slot: Karin is 44 jaar, is getrouwd, heeft twee zonen en woont in Maarssen. Karin, waar ik eigenlijk mee wilde beginnen is: je hebt heel veel functies gehad bij Robeco tot op heden. Is er nou een bepaalde functie die er voor jou nog steeds uitspringt?

Karin: Jazeker, ik denk dat de CIO, dus de Chief Information Officer, er duidelijk uitspringt. Ik denk dat dat komt omdat het een functie was, als je mijn familie en vrienden zou vragen of ik ooit die functie zou bekleden, daar waren ze nooit op uitgekomen. Dus dat betekent ook als je recht en economie hebt gestudeerd, dat dat niet meteen het meest logische pad was. Het is een functie geweest waarin ik heb moeten leren maar ook een heel ander diertje was dan de meeste dieren in die technologiehoek. Maar dat heeft me wel veel gebracht. De organisatie heeft natuurlijk ook eventjes moeten wennen want er komt iemand die niet die technologieachtergrond heeft op die stoel. Wat betekent dat nou eigenlijk voor ons? Dat zijn mooie gesprekken met mensen geweest maar uiteindelijk ben ik er ook op trots op wat we met elkaar hebben kunnen realiseren.

Jeroen: Betekent dat dan ook dat je ervoor gevraagd werd?

Karin: Ja. Op een gegeven moment had ik een aantal jaren als hoofd Operationeel Risicomanagement op de teller staan en er ontstond eigenlijk een logisch moment waarop ik dacht “What’s next?” We hadden een heel belangrijk punt achter de rug, dat was de verkoop van Robeco van Rabobank naar onze Japanse aandeelhouder Oryx. Op dat moment dacht ik “Wat gaan we doen?” Toen kwam Leni Boeren, de toenmalige bestuurder en CEO bij Robeco Groep, en zei “Ik heb wel een idee.” Daar moest ik even op kauwen, van “Ben ik daar wel de juiste persoon voor?” Dus daar heb ik even een paar nachtjes over moeten slapen tot ik dacht “Dit is een avontuur, dit gaan we doen.”

Jeroen: Is dat vaker gebeurd dat je op een positie bent gekomen waarvan je dacht “Ik zou dit zelf nooit bedacht hebben”?

Karin van Baardwijk, COO en Deputy CEO van Robeco achter de microfoon, in gesprek met Jeroen Broekema van de Leaders in Finance podcast

Karin: Met name deze. Dat had er ook mee te maken omdat je dat voor jezelf nooit had bedacht maar eigenlijk gaat het helemaal niet om de functie die je hebt. Het gaat om “Wat is de reden dat mensen jou op die stoel zien? Wat wordt er van je verwacht?” en of dat heel erg dicht ligt bij wie je zelf bent en wat je kan brengen van nature. Dan maakt het niet zo heel erg veel uit wat de naam van die titel of functie eigenlijk is. Het gaat om: Ga je effectief zijn? Ga je impact hebben in zo’n stoel? Voor mij was dat best wel spannend op dat moment. Maar ik vond het ook alweer een eer dat ze het risico wilden nemen om die reis met mij aan te gaan.

Jeroen: Toen ik begon bij ABN AMRO hadden we zo’n trainee-klasje. We hadden het vaak over “Wie zal hier over x-aantal jaar nog werken?” Daar hebben we allemaal polls van gemaakt en bedacht “Jij wel, jij niet, misschien zo lang, misschien zo lang.” Toen jij begon bij Robeco, je werkt er nu 15 jaar, dacht je zelf en dachten anderen om jou heen van “Over 15 jaar werk je hier nog steeds”?

Karin: Nee, eigenlijk niet. Want ik kwam uit een consultancy omgeving, dus ik ken de doorstroom van mensen. Sommigen blijven heel erg lang consultant, anderen zien het als een springplank naar iets anders, ontmoeten bedrijven waarvan ze denken “Hier blijf ik wat langer.” Zo is dat bij mij bij Robeco ook wel gegaan. Dat had te maken met het gevoel dat ik had bij de organisatie. Ik zat een beetje tussen – en dat is niet negatief bedoeld maar positief op dat moment – tafellaken en servet. Ik voelde me daarin thuis, het is groot genoeg om impact te hebben voor mij persoonlijk, maar de mensen herkende ik nog wel van naam en gezicht. Dus het was niet zo dat ik niet wist welk echelon wat besloten was en dat je je in één keer verticaal organiseert en dan weer horizontaal. Dus eigenlijk was het voor mij natuurlijk een start maar ik ben er nooit naartoe gegaan met de horizon “Ik ga hier extreem lang blijven” en eerlijk gezegd, ik hoorde jou in de introductie ook aangeven dat ik in Maarssen woon, de aansluiting van Maarssen naar Rotterdam is niet ideaal. Dus ik heb jaren in de auto gebivakkeerd, als je dat uitrekent. Het feit dat ik er nog ben betekent dus dat het bedrijf alle uitdagingen en kansen heeft geboden om op langere termijn daaraan te verbinden.

Jeroen: Want je krijgt geregeld aanbiedingen, gok ik, hier en daar? Dat is nooit voor jou een echte trigger geweest waarvan je dacht “Misschien moet ik toch een keer overstappen”?

Karin: Nee, tot op heden niet. En natuurlijk, ik denk ook als vrouw in de financiële sector met bestuurservaring en brede ervaringen in de financiële industrie, dan ben je zichtbaar. Dat is zeker zo. Maar het heeft nooit geleid tot een echte twijfel van “Ga ik ergens een overstap maken?” Het heeft ook te maken met mijn commitment en loyaliteit aan het bedrijf en ze hebben mij ook wel de kansen gegeven om te laten zien wat ik kan en me te laten ontwikkelen en groeien en vallen en weer opstaan. Dat heeft bij mij ook wel een echt Robeco-hart opgeleverd waardoor ik er geen enkel probleem mee heb om me er voor langere termijn aan te verbinden.

Jeroen: Mooi om te horen! Ik wilde het met je hebben over een aantal bedragen die we in de introductie al benoemd hebben. Een kleine 200 miljard, even heel grof afgerond, assets under management. Voor mij klinkt het aan de ene kant als gigantisch veel en aan de andere kant, in de asset managementwereld zijn er nog vele malen grotere bedragen die daarin omgaan. Hoe zie jij dat? Zijn jullie groot of klein?

Karin: Dat is een hele mooie vraag want die vraag hebben we zelf ook weleens. Als het gaat om de kwaliteit van wat we doen, dan denk ik dat we heel groot zijn. Als je kijkt naar de trackrecords die we hebben op het kwantitatief beleggen maar ook aan de fixed income hoek, emerging markets, evenals sustainability investing, dan denk ik dat het heel erg duidelijk is dat we kunnen meespelen met de grote partijen. Als het gaat om het thought leadership dat we hebben, de kwaliteit van mensen en of we ons daarmee kunnen meten, je begon over cijfers, als het gaat over de schaal van de organisatie moet je je realiseren dat je niet de omvang van een Blackrock, Vanguard of Fidelity hebt, maar dat je Robeco bent, een pure actieve vermogensbeheerder in Nederland met grote ambities.

Jeroen: Het andere getal dat ik interessant vond is die 160 miljard waar ik in de introductie van zei dat die gemanaged wordt in een ESG intergrated asset omgeving. Wat betekent dat?

Karin: Wat het eigenlijk concreet betekent is dat we ze earmarked hebben als assets waarin ESG-factoren meegenomen zijn in de beleggingsprocessen. Dus wij hebben researchafdelingen waar we onderzoek doen, de data die daaruit naar boven komt gebruiken we ook heel actief in de beleggingsprocessen. Die hebben we dan ook een earmark gegeven als ESG-integrated. Dus je ziet eigenlijk dat het verschil tussen die twee cijfers nog maar heel erg klein is. Dat zou zomaar in de toekomst dus steeds kleiner kunnen worden omdat sustainability investing en impact investing enorm op de radar staat wereldwijd.

Jeroen: Is het dan een benchmark van jullie zelf of is dat een soort wereldwijde benchmark of van de Europese Commissie?

Karin: Zoals wij het bekijken is het onze eigen definitie van ESG-integrated. Het is natuurlijk wel zo dat onze klanten ook kijken naar “Wat betekent dat dan?” Dus grosso modo is er ongeveer wel dezelfde definitie. Maar het kan zijn dat de ene Asset Manager iets anders rekent dan de andere. Maar waar het vooral om gaat is: Kun je de ESG-factor aantonen, hoe ze tot stand zijn gekomen, hoe zijn ze meegenomen in het beleggingsbeleid, het beleggingsproces? Hoe consistent wordt dat gedaan? Met welke kwaliteit en onderliggende data? Ik denk dat we daar heel duidelijk kunnen laten zien dat als wij iets ESG-integrated noemen, dat het ook daadwerkelijk zo is.

Jeroen: Bij mij zijn jullie bekend als een club die al heel vroeg met sustainability, duurzaamheid, ESG’s of hoe je het wil noemen, bezig waren. Kan je heel concreet verklaren hoe het kwam dat het zo was?

Karin: De duurzaamheidstrend die je nu eigenlijk ziet is voor ons niet nieuw. In het verleden zijn er eerdere bestuurders geweest die een vooruitziende blik hebben gehad om ook te investeren in een partij die SAM heette toentertijd. Dat was echt een niche-speler op het gebied van sustainability investing. We hadden toen ook al allerlei high conviction producten maar ook de impact producten, smart materials, healthy living, klimaat, energy, dat type product. Terwijl eigenlijk de dominante factor van de investment capabilities in Rotterdam en Robeco-breed wat meer traditionele asset classes waren zoals fixed income, Qant, emerging markets, fundamental equity, alles wat we eerder al hadden genoemd. Maar met de tijd zie je dat het terrein van sustainability investing gewonnen heeft, de resource waar we eigenlijk uit alle winst al aandacht aan spendeerden – of het nou aan de kwantitatieve hoek was of ergens anders – leidde ertoe dat je ook binnen het Robeco-bedrijf steeds meer aandacht en tijd ging spenderen aan duurzaamheid. Dat begint bijvoorbeeld met exclusion. Dus het uitsluiten van bepaalde tabaksindustrie of wapenindustrie in het beleggingsbeleid. Maar dat rukt zich steeds verder op naar de integratie van de ESG-factoren tot aan het dieper groen wat ik dan impact investing noem. Daarmee zag je eigenlijk over de tijd heen dat SAM – en later ook RobecoSAM – en Robeco steeds meer op elkaar gingen lijken. Daarmee zie je dus ook dat het eerste begin al heel lang geleden gemaakt is.

Jeroen: Dat is interessant voor mij, het is nu natuurlijk bijna onmogelijk om er niet mee bezig te zijn als Asset Manager, waar dan ook. Maar het is interessant waarom er bepaalde clubs zijn die blijkbaar voorlopen op zoiets. Ik weet niet of het waar is, maar het klinkt alsof jullie – tenminste, zo zag ik het zelf – er al een tijdje echt op voorlopen. Was er een groep mensen die daarop voorliepen of was er één persoon, denk je? Is het iets wat toevallig is gebeurd?

Karin: Je bent altijd bezig met “Wat speelt er vanuit het klantperspectief?” maar ook maatschappelijk. Ik denk dat de hele shift die we zien van welvaart naar welzijn, die komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Dus je bent niet bezig met morgen, maar je bent bezig met de dag daarna en overmorgen en alles wat daarna komt. Dus het is zeker een vooruitziende blik geweest. De aankoop van SAM is denk ik een hele goede keuze geweest maar al eerder vanuit het resource-perspectief kom je natuurlijk dit onderwerp enorm tegen. Dus wij hebben in een heel vroeg stadium erkend dat dit weleens een keer een hele grote investment capability van de toekomst zou kunnen zijn. Niet alleen omdat de klanten erom vragen maar ook omdat er een heel groot maatschappelijk belang achter zit. Dat maatschappelijk belang is misschien nog wel groter dan het Robeco-belang hierin.

Jeroen: Kan je iets meer vertellen over jullie aandeelhouder? Hoe onafhankelijk of niet-onafhankelijk zijn jullie?

Karin: Ik gaf net al aan, we hebben natuurlijk de transitie meegemaakt van een 100% dochter van de Rabobank naar Oryx, een Japanse Private Equity partij. Dat was best spannend; wat gaat dat betekenen en wat ga je cultureel daarvan merken? Wat je merkt is dat het eigenlijk een on-Japanse organisatie is in die zin. Een Private Equity partij met een lange termijn horizon, waarbij wij één van de eerste western European footprints voor Oryx waren. Het is ook iets waar zij naar uitkeken en ook trots op zijn. De intentie van Oryx is niet om zich te verdiepen in de bedrijfsvoering van Robeco. Dus zij hebben niet heel veel Japanners naar Nederland gestuurd van “Ga het vak ook leren, neem die kennis mee.” Nee, zij laten ons volledig vrij, er is heel veel vertrouwen vanuit de aandeelhouder naar Robeco en onze strategie en de bedrijfsvoering. Dus het zit hem veel meer op financiële consolidatie, de financial stroom die we met elkaar hebben, natuurlijk ook het bespreken, wet- en regelgeving, governance, kennisdeling – of dat nou op het gebied van technologie is – information security is toevallig een onderwerp waar we veel samen in optrekken. Sustainability investing is er één. Hoe vertaal je nou bijvoorbeeld het topic Corporate Sustainability in je organisatie? Hoe maak je dat nou beter? Daar zijn we natuurlijk al iets langer mee bezig. Dat zijn onderwerpen waar we absoluut elkaar tegenkomen. Maar op het beleggingsbedrijf, het beleggingsinhoudelijke absoluut niet.

Jeroen: Moest jij pre-Corona vaak naar Japan?

Karin: Ik ben een paar keer geweest, eigenlijk in periodes waar het wat logischer zou zijn dat ik er vaker naartoe ging in de afgelopen twee jaar is dat heel beperkt geweest. Maar op het moment dat het weer kan, dan ben ik zeker van de partij.

Jeroen: Nog culturele tips voor mensen die zakendoen met Japan?

Karin: Het is natuurlijk een land van enorme waarde, tradities, respect, elkaar respectvol behandelen. Dus ik denk dat eenieder die zakendoet in Japan zich moet verdiepen in zowel de branche waarin ze werkzaam zijn als in de cultuur zelf. Dus ik heb van alles geleerd over waar je moet zitten, hoe je mensen aankijkt, hoe je je kaartje geeft, dat soort zaken. Maar dat is eigenlijk de basis. Het gaat erom dat er absoluut relaties van vertrouwen zijn en in de lange termijn daarin geïnvesteerd worden. Je ziet het ook in de mensen die bij Oryx werken, ze hebben allemaal een hele lange tenure met het bedrijf. Dat is iets waar je ook een soort loyaliteit, zowel van werkgever naar werknemer en andersom, ziet.

Jeroen: Wil je iets delen over hoe je bent opgegroeid, waar je vandaan komt en wat je ouders doen of deden? Heb je broers of zussen? Wat dan ook rondom je jeugd?

Karin: Ja, zeker! Mijn ouders komen uit de omgeving Voorschoten en Wassenaar. Uiteindelijk, toen ik net geboren was, zijn we naar Brabant verhuisd en uiteindelijk in Mierlo terechtgekomen omdat mijn vader bij DAF Trucks ging werken in Eindhoven. Dus het is wel mooi als je opgroeit in dat Brabantse dialect dat je nog even moet leren. Maar dat is ons allemaal heel erg goed gelukt, die integratie. Ik heb een zus, zij is ongeveer 3,5 jaar jonger. Het is altijd een heel warm nest geweest waarbij mijn zus en ik de support en de liefde en de warmte van onze ouders altijd enorm hebben gehad. Een vader die een ontzettende technische focus heeft, ik geloof dat hij in zijn tijd één van de jongste technische werkbouwkundige en natuurkundige was die er toentertijd waren. Daar heb ik weinig van meegekregen, dat kan ik alvast aangeven. Die genen zijn naar mijn zus doorgegaan.

Jeroen: Jullie noemen jezelf wel engineers, toch?

Karin: Ja, precies. Het bedrijf zeker. Maar je kunt engineers op heel veel gebieden hebben, heb ik ervaren. Dus dat zat met name bij haar en voor mij was het heel duidelijk dat ik meer de talenknobbel had, de interesse in economie en recht is ontstaan. Dus ik ging een andere kant op. Maar het was in ieder geval een hele mooie tijd waarbij ik met heel veel plezier en warmte en liefde terugkijk naar de manier hoe ik ben opgegroeid.

Jeroen: Leuk om te horen! Wat was de invloed van je opvoeding op latere keuzes?

Karin: Mijn ouders hadden altijd wel de stellige overtuiging “Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg”, ik denk dat ze beide niet echt een kop boven het maaiveld uitstaken omdat ze daar ook gewoon geen behoefte aan hadden, zichzelf niet heel zichtbaar maakten maar wel over het persoonlijke, veel impact. Mijn moeder heeft op jonge leeftijd een auto-ongeluk gehad, wat behoorlijk bepalend is geweest voor ons gezin. Het had ook persoonlijke gevolgen voor haar. Het was ook het einde van haar arbeid carrière. Voor mij is dat ook altijd wel een drive geweest en mijn moeder heeft mij enorm gestimuleerd toen ik jonge kinderen had. Ze zei “Ga werken, blijf werken, het is belangrijk voor jezelf, voor je ontwikkeling.” Ik zag ook dat het er ook toe deed dat het bij haar niet meer kon. Dus ik heb er enorm van geprofiteerd dat ik een moeder had die me juist stimuleerde om actief te zijn op de arbeidsmarkt en ook bewust voor mezelf te kiezen daarin, in plaats van dat zij zou zeggen “Je hebt twee kinderen, blijf thuis en maak andere keuzes.” Dat is wel een hele duidelijke rode draad geweest, denk ik, zowel voor mezelf als voor mijn zus.

Jeroen: Denk je dat je anders minder ambitieus geweest zou zijn of minder ambitieus te werk gegaan zou zijn?

Karin: Dat weet ik niet want het zit ook wel diep in mijn eigen DNA. Ik ben heel nieuwsgierig en ik wil leren en blijven groeien en ik vind dingen ook snel saai. Dus ik ben wel iemand die steeds geprikkeld moet worden. Maar die kan ik ook zelf creëren, natuurlijk, die prikkels. Dus ik denk dat ik op eigen krachten ook een heel eind was gekomen maar het heeft me wel geholpen in cruciale fases waarin je ziet dat jonge vrouwen toch afhaken omdat het gewoon te zwaar wordt of dat ze keuzes moeten maken tussen carrière van de man of carrière van de vrouw. Dat ze denken “Dit wordt gewoon makkelijker als ik andere taken op me neem”, dat je dan terug kan vallen op ouders die zeggen “Nee, we helpen jullie wel en doe gewoon wat goed is, want een blije moeder is ook heel erg belangrijk voor de kinderen.” Dat heb ik altijd enorm gerespecteerd en gewaardeerd.

Jeroen: Ben je na Mierlo en na de middelbare school daar ergens in de buurt direct naar Utrecht gegaan of heb je eerst nog iets anders gedaan?

Karin: Ik heb zeker iets anders gedaan, ik ben na de middelbare schooltijd in Eindhoven naar de nonnen gegaan en dat is een klooster in Maarssen. Het was een opleiding, die heette De Cloese. Daar zaten ongeveer 25 meisjes, die woonden in het klooster bij de Kanunnikessen van het Heilig Graf. Dus je kunt je voorstellen dat het niet super-aantrekkelijk klinkt als je 17-18 bent maar het was eigenlijk één van de mooiste jaren waar ik op terugkijk. Mijn ouders zeiden “We vinden je eigenlijk te jong om helemaal het studentenleven in te gaan. Is dat wel een heel goed idee?” Dus toen had mijn moeder wat uit de krant geknipt waarin stond dat er ook een soort meisjesopleiding is. Aanvankelijk was dat heel erg gericht op meisjes die daar vandaan kwamen, medische secretaresses, maar er kwamen allerlei andere type dames ook op af. Dus ze kochten eigenlijk heel veel op verschillende opleidingen in. Sommige mensen deden NIMA-opleidingen of NGPR, Frans, Duits, Engels, alles werd daar georganiseerd.

Jeroen: Dat deden de nonnen?

Karin: Sommige lessen gaven de nonnen, dus er was een Duitstalige non. Zij gaf zelf les. Ook etiquette-leer, dat soort dingen, bijvoorbeeld. Uiteindelijk moest ik een brief schrijven om daar naartoe te gaan en ik werd uitgekozen en ik heb daar een fantastisch jaar gehad met 25 andere dames uit Nederland en ook meisjes die naar Nederland kwamen, bijvoorbeeld dochters van de ambassade, mensen die de Nederlandse taal moesten leren en ook een beetje aansluiting vinden waarbij ze het Nederlands gebruiken, dus die daar meer voor het sociale aspect zaten. Voor mij was het een soort tussenjaar, maar het was briljant. Het was heel erg leuk.

Jeroen: Had het ook een religieuze kant of aspecten?

Karin: Nee, eigenlijk niet. Dat stond daar helemaal los van, buiten dat wij in twee koetshuizen woonden, links en rechts van het klooster. Dat klooster was heel erg sober ingericht. Het ontbijt, de lunch en het avondeten was dan ook in het klooster. Nu is dat op dit moment in een heel mooi restaurant in Maarssen.

Jeroen: Dus je komt er nog weleens?

Karin: Ik kom er nog weleens, ja. Dat is heel gek, want dan ben je daar en dan sta je met vrienden met een glaasje in de hand op een vrijdagavond, voor de Corona-tijd uiteraard. Dan zie ik mezelf daar met zo’n kar de refter ingaan om de tafelkleden schoon te schuieren met een mesje. Een soort monnikenwerkje was dat om het allemaal schoon te krijgen. Dan denk je “Dat kan toch niet waar zijn dat ik hier gewoon drie keer per dag was.” Het is nu een restaurant. Wat je leerde was ook gewoon een stuk “Wie ben ikzelf?”, los van je ouders. Eerste stappen in het volwassenleven, je losrukken van een gezin, eigen identiteit opbouwen en dat was heel erg mooi.

Jeroen: Heb je daar nog vrienden aan over gehouden?

Karin: Ja, absoluut. Er zijn een aantal die ik ken en die ik nog steeds spreek. Alle jaargangen hebben ook nog echt wel contact met elkaar. De hoofd priorin, zuster Margret is recentelijk overleden. Toen zag je allerlei mensen van over de 60 jaar dat die school heeft bestaan, allemaal vrouwen elkaar weer tegenkomen. Met de meeste van mijn hechte groep van toen heb ik nog wel contact. Met één van de dames ben ik ook later gaan studeren in Utrecht. Je hebt echt een band met elkaar opgebouwd. Je kan het ook aan anderen niet uitleggen hoe het was om op die leeftijd daar te zijn. Het was een mooie ervaring.

Jeroen: Ik zal er zo over ophouden, maar ik heb nog één vraag.

Karin: Ja hoor!

Jeroen: Ik ben wel geïntegreerd, ik wist niet dat het er achter weg zou komen, ik dacht dat je gewoon zou zeggen “Ik ben in Utrecht gaan studeren.”

Karin: Ja, precies.

Jeroen: Was het nou zo dat je ouders zeiden “Daar moet je heen”? Of was het van “Karin, wil je hierheen, dit lijkt ons interessant”?

Karin: Het was eigenlijk win-win. Ze hadden al lang in de gaten dat ik echt niet van plan was om nog in Mierlo te blijven rondhangen. Dat leek me gewoon niet zo’n heel erg goed idee. Maar aan de andere kant, mij helemaal loslaten om naar Utrecht te gaan, daarvan hadden ze zoiets van “Moeten we dat wel doen?” Dus die combinatie was eigenlijk van “Oké, je kunt gaan maar laten we het dan op deze manier doen.” Doordeweeks woon je daar dus ook intern, in de weekenden ging ik weer naar huis of ik kon daar ook wel blijven. Zo heb je dus jezelf een beetje losgeweekt van het gezinsleven in Mierlo. De grap is eigenlijk ook dat ik daarna ben gaan studeren en één van de eerste huizen die ik kocht was ongeveer pal naast dat klooster. Dus dat was een soort full circle gevoel. Waarbij ik met mijn eigen kinderen dan weer speelde in de achtertuin van dat klooster. Dus het is altijd een soort van rode draad gebleven bij mij.

Jeroen: Dat moet een bijzondere plek voor je zijn.

Karin: Absoluut!

Jeroen: Dat kan ik me voorstellen! Alleen, jouw zonen kunnen er niet heen.

Karin: Nee, het heeft inmiddels ook een meer culturele en andere stempel gekregen en dat was sowieso niet voor jongens bedoeld. Die waren daar niet welkom, na een bepaald tijdstip.

Jeroen: Waarom economie en later rechten of andersom?

Karin: Het is begonnen met rechten. Zoals veel rechtenstudenten was het niet zozeer een hele bewuste keuze van “Ik wil advocaat worden, ik wil rechter worden of ik wil die kant op”, maar een keuze waarvan ik dacht “Dit is wel iets dat me ligt.” Ik had ook Latijn gedaan, ik dacht “Daar ga ik vast nog wat aan hebben in de juridische term” die voorbijkwam. Dus daar ben ik mee begonnen. Daarna dacht ik na mijn eerste jaar “Is dit het wel? Hoeveel energie krijg ik hiervan?” Maar het ging wel goed. Toen ben ik eigenlijk op zoek gegaan naar andere opleidingen die ik zou kunnen combineren. Je ziet vaker een combinatie met geschiedenis of psychologie. Ik koos voor economie, dat was overigens niet een heel makkelijke keuze in Utrecht want dat was er niet echt, een economiefaculteit. Ik denk dat ik wel één van de eerste afgestudeerde proefkonijnen was voor de universiteit Utrecht ook om na te denken van “Hoe gaan we dit verder uitbreiden?” Dus er was heel veel traffic met de Erasmus universiteit, samenwerkingen en ook afstemmen “Wanneer doe je dan tentamens?” Toen we klaar waren stond er ook echt iets volledig, ze noemden dat dan ‘domeingerichte economie’. Toen kwam die economiefaculteit daar ook heel duidelijk. Maar die combinatie lag me heel erg goed.

Jeroen: Hoe omschrijf je je studententijd verder, los van het studeren?

Karin: Mooi, hartstikke leuk! Ik ben lid geweest van een studentenvereniging, heb daar veel contacten opgedaan. Ik was nooit het grootste feestbeest wat er was. Natuurlijk stond ik op tafels om drie uur ‘s nachts en was het allemaal gezellig. Maar als ik dat één keer in de week had gedaan vond ik het eigenlijk wel oké. Maar ik heb enorm genoten van alle sociale events en plezier, het netwerk dat we nu ook nog met elkaar hebben. Met de één heb ik ontzettend veel en intensief contact met elkaar en de ander zie je heel af en toe, maar als je elkaar spreekt is het alsof het de dag van gisteren was. Dat is natuurlijk wel een hele bijzondere tijd geweest die je ook wel vormt. Voor mij was het alleen wel de combinatie met twee studies, alle bijbaantjes die ik nog erbij had, dus ik deed van alles en nog wat. 

Jeroen: Wat voor bijbaantjes heb je gedaan?

Karin: In mijn studententijd? Dat is van secretaresse zijn op verschillende plekken tot aan administratieve werkzaamheden die ik deed, natuurlijk gewoon ergens in de kroeg werken. Van alles en nog wat. Maar alles wat ik aanpakte deed ik ook wel serieus, ook al was het een bijbaan. Dus ik was altijd druk bezig.

Jeroen: Wanneer wist je dat je de financiële sector interessant zou gaan vinden.

Karin: Dat ontwikkel je natuurlijk ook wel een beetje in je economiestudie waarbij je natuurlijk van alles en nog wat voorbij ziet komen, dat je handen ook wel jeuken van “Hoe werkt het dan in de praktijk en hoe vertalen die boeken zich naar wat er dan daadwerkelijk in markten gebeurt of in de financiële industrie?” Ik denk met name in mijn eerste baan. Eén van je eerdere sprekers was Annette Mosman, CEO bij APG. Zij heeft me aangenomen bij KPMG Consulting toentertijd. Dat was één groot feest, allemaal jonge eager mensen die met elkaar heel veel plezier maakten maar tegelijkertijd ook stappen wilden zetten op hun eerste carrière pad. Dus ik kwam ook bij ABN AMRO, ING en heel veel financials terecht. Je kon in heel veel keukens kijken en toen dacht ik “Dit is natuurlijk wel heel erg interessant.” Dat was in de Sarbanes Oxley en Basel II tijd, er waren natuurlijk heel veel grote projecten. Als ik nu terugkijk was het natuurlijk af en toe wel best saai, want die SOX projecten waren natuurlijk tergend gedetailleerd en daar sloegen we collectief af en toe ook wel in door en daar hebben we denk ik de balans later wel weer in gevonden. Maar je leer veel van elkaar, je hebt een kennisorganisatie achter je, maar je leert ook veel van de dynamiek die er bij klanten bestaat.

Jeroen: Je haalde in het voorgesprek ook al even Annette Mosman aan. Ik had het haar natuurlijk moeten vragen als ik dat wist, maar dat heb ik pas vandaag geleerd.

Karin: Volgorde, ja!

Jeroen: Maar heb jij enig idee waarom ze jou aannam?

Karin: Dat is moeilijk. Ik heb toevallig laatst wel weer eens die documenten gevonden, want je had dan een assessment dag en dan moet je heel veel senior medewerkers en partners, iedereen ging je beoordelen. Dat waren dan rollenspellen tot allerlei intellectuele testjes die je dan moest gaan doen. Ik denk dat ze eigenlijk op zoek waren naar een type mens, iemand die bereid was om een stapje meer te zetten, iemand die eigenlijk communicatief wel vaardig was maar ook in het plaatje paste van wat ze voor ogen hadden toen met zo’n World Class Finance. Ik denk dat ik daar toen goed in paste.

Jeroen: Wat motiveert jou?

Karin: Toch wel de mensen om me heen. Ik haal ontzettend veel energie– en dan heb ik nu wel af en toe de struggle met het hele Covid-verhaal, je ziet elkaar niet en een groot deel van het plezier van mijn werk is toch wel met elkaar zijn. Of dat nou op reizen of bij de klant of op kantoor is, dat is toch anders dan achter een scherm. Ik mis dat, die dynamiek met mensen. Als ik een paar gesprekken heb gehad op een dag waarbij ik merk dat ik iemand heb kunnen raken of waarbij ik merk dat ik iemand een stap verder heb kunnen helpen of een ander perspectief heb kunnen geven, dan merk ik dat ik gewoon met heel veel energie weer thuiskom. Dat mis ik enorm.

Jeroen: De mensen die voor jou werken, direct of indirect, hoe motiveer je hen?

Karin: Ik ben iemand die – dat doe ik echt al van kinds af aan – enorm observeert. Wat doet iemand, hoe kijkt iemand, hoe gedraagt zich iemand? Wat zeggen ze, wat zeggen ze niet? Non-verbaal. Ik ben wel sensitief. Dus ik heb vrij snel in de gaten hoe iemand in zijn vel zit en kan dus ook inspelen op wat ik zie gebeuren. Ook als iemand dat nog niet uit kan ik er vragen naar stellen of het gesprek met ze aangaan. Ik merk dat mensen dan waarderen dat je die persoonlijke aandacht voor mensen hebt maar ook dat als ze ergens gewoon inhoudelijk mee zitten, dat ze bij je kunnen komen en dat ze zich welkom voelen en dat je de tijd voor hen neemt om hen te woord te staan en hen niet aan hun lot over te laten. Ik heb natuurlijk best een aantal verantwoordelijkheden verzameld binnen Robeco, het is af en toe best wel lastig om dat tijd-efficiënt te doen. Maar ik probeer wel als ik met mensen in contact ben in het hier en nu te zijn en mensen die aandacht te geven waarvan ik ook duidelijk voel dat die nodig is.

Jeroen: En dat is in één-op-één relaties of in kleine groepjes natuurlijk mogelijk. Maar jullie hebben bijna duizend mensen, als jij de grotere groepen wil motiveren, wat is jouw methode daarvoor?

Karin: Dat is denk ik toch ook wel de open deur, maar het leading by example. Dus het is toch ook wel “Wat straal je zelf uit? Welke toon heb je? Welk gedrag laat je zien? Hoeveel plezier heb je zelf in je werk?” en het enthousiasme overbrengen wat ik zelf ervaar voor het bedrijf, voor de mensen. Dus dat is iets wat me niet eens energie kost, wat je gewoon doet. Daarnaast is het natuurlijk ook wel, als je wat moeilijkere boodschappen hebt is het de transparantie opbrengen om aan te geven “Jongens, er speelt iets” of “We hebben een probleem of een issue, dat moeten we gezamenlijk oplossen. Schouders eronder, door de voordeur”, dat soort dingen. Ik denk dat mensen dat ook wel waarderen.

Jeroen: Hoe ga je om met situaties waarvan je denkt “Dit gaat echt helemaal mis op dit moment”? Dan wel bij jezelf, dan wel in de organisatie, het is natuurlijk een heavily regulated industry, maar daar gebeuren ook weleens dingen waarvan je denkt “Dit gaat echt de verkeerde kant op”, zonder misschien voorbeelden te geven, maar hoe ga je daarmee om? Hoe reageer jij?

Karin: Het is zo dat sommige situaties zich eerst met kleine haarscheurtjes aandienen en dankzij observatievermogen heb ik wel vaak haarscheurtjes al in de gaten maar het gebeurt natuurlijk ook weleens dat dat niet zo is. Afhankelijk van wat het is schrik je natuurlijk ook wel een beetje van “Wat gebeurt er?” Het enige wat ik nooit doe is het laten liggen, eromheen werken of het onder het tapijt schuiven of bedenken “Dit komt morgen wel.” Het is beetpakken, bekijken en iets ermee doen, het bespreekbaar maken. Dat is iets wat ook wel in de cultuur van Robeco zit, het is een hele hands-on executiegerichte organisatie. Natuurlijk is ons bedrijf ook hiërarchisch, maar het is niet zo dat je heel veel afstand hebt tussen mensen die met de uitvoering van werkzaamheden bezig zijn en mensen die het beleid maken. Dus als je je vinger opsteekt van “Ik zie wat, ik merk wat, iets gaat niet goed”, dan heb je vrij snel de aandacht. Dan worden er eigenlijk meteen plannen gemaakt op “Hoe gaan we bijsturen en hoe pakken we het aan?” Ik ben daar wel vaak iemand in die een ook wel drijvende kracht is in de oplossingsrichting.

Jeroen: Als je kijkt naar jouw toegevoegde waarde in de organisatie maar ook breder in de samenleving, wat is voor jou dan de belangrijkste toegevoegde waarde die je wil hebben?

Karin: Dat zit hem toch ook wel in impact hebben. Dus ergens mee bezig zijn waar je een verschil kan maken. Dat is ook wel wat ik merk in die hele discussie rondom duurzaamheid, sustainability investing. Dat gaat niet alleen om Robeco en beleggingsresultaten en winst en dat soort zaken maar het gaat ook over het hebben van real world impact en het gaat over “Wat gebeurt er wereldwijd waar we allemaal collectief een verantwoordelijkheid in hebben en hoe kun je er nou voor zorgen dat jouw bedrijf – en dat begint bij ieder individu – daar een verschil in kan maken?” Dat geldt ook voor mezelf. Dus die persoonlijke impact – en dat hoeft niet altijd groot en meeslepend te zijn, dat kan ook gewoon de persoonlijke impact zijn die ik vandaag op iemand anders heb die blijer naar huis gaat of een fijnere dag heeft. Dat zit heel diep vanbinnen in mij dat ik dat graag wil bewerkstelligen.

Jeroen: We hebben bij Leaders in Finance ook altijd een teaser en een pleaser. De teaser die we hebben opgeschreven gaat als volgt: Meer en meer mensen denken en/of geloven dat passief gemanagede portfolio’s (dus puur passief) uiteindelijk altijd zal winnen van actief gemanagede portfolio’s omdat uiteindelijk de kosten zo doorslaggevend zijn dat je daar niet tegen kan concurreren of tegenaan kan werken. Ben je het daarmee eens?

Karin: Nee, daar ben ik het niet mee eens. Wat je wel ziet – en daar moet je je ogen niet voor sluiten – is dat het een enorme trend en tendens is in de markt naar passief beleggen. Dat heeft natuurlijk een kostencomponent, dat is heel duidelijk. Je ziet het ook in schaal en volumes die andere partijen daarin hebben, dan kun je dat niet uitwissen. Wat ik al aangaf, Robeco is een actief vermogensbeheerder, dus wij hebben de absolute overtuiging dat je met tussenkomst van mensen en met de intellectual property onze mensen en onze portfoliomanagers hele goede beleggingsbeslissingen kan maken. Dat gaat natuurlijk wel uit van research, al vaker genoemd vandaag, maar dat je hele grondige research doet en dat je die gebruikt op een manier waarop je innovatieve oplossingen kan bedenken, nieuwe producten kan bedenken die ook iets toevoegen in het licht van sustainability investing in de wereld. Dus daarom ben ik ervan overtuigd dat het niet alleen maar gaat over de kosten-rendement-verhouding, maar dat het ook weer gaat over die impact die je kan hebben en dat is weer gelinkt aan die transitie van welvaart naar welzijn waarbij ik heel duidelijk merk door alles wat we zien, mede door Covid, sommige trends zijn niet nieuw maar ik denk wel dat ze uitvergroot zijn in de markt. Je ziet dat onze klanten ook steeds meer kennis en kunde vergaren maar ook meer interesse ervaren en dat met zich meenemen. Daar gaat het om, denk ik. Dus ik ben het niet helemaal eens met je stelling.

Jeroen: Is dit eigenlijk wel de belangrijkste bedreiging voor Robeco of is er iets anders wat een grotere bedreiging zou kunnen zijn?

Karin: Er zijn meerdere bedreigingen, natuurlijk. In ons openingsgesprek kwam het al aan de orde: is het groot of klein? Daar kan je vanuit verschillende perspectieven naar kijken. Ik denk dat er heel veel elementen zijn waar we gerust trots op kunnen zijn omdat we ons kunnen meten met de groten maar we hebben niet de schaal die relevant is. Die schaal kun je op twee manieren vergaren, dus dat kun je organisch doen door het uit nutten van je strategie of dat doe je niet organisch, door andere partijen of investment capabilities of mensen aan je te binden. Ik denk dat het op termijn wel heel erg belangrijk wordt hoe groot die schaal is en hoe impactvol je daarmee kan zijn. Je ziet het aan de kostenkant. Dus we kijken ook vaak naar parameters als een cost-to-income ratio. Die kostenkant blijft stijgen, je moet continu investeren om up-to-speed te blijven in technologie, dat vraagt enorme hoeveelheden wet- en regelgeving, we zien van alles en nog wat op ons afkomen dat zo ontzettend diep ingrijpt in de kern van je organisatie dat je mensen moet aannemen, dat je veel kosten moet maken. Dus ik denk dat als je naar die balans kijkt, dat je heel duidelijk ziet dat die kostenkant nog wel even blijft spelen.

Jeroen: We komen straks op het einde nog even over de toekomst te spreken. Maar eerst aan de pleasende kant, zijn er bepaalde boeken die jij graag leest, soort boeken of is er een specifiek boek dat veel impact op jou heeft gehad? Of lees je eigenlijk helemaal niet graag en heb je iets heel anders te delen in die hoek?

Karin: Ik lees eigenlijk wel graag maar wel vaker op vakantie of op momenten dat ik rust heb. Want anders begin ik 25 keer in hetzelfde boek op dezelfde bladzijde en dan val ik gewoon in slaap. Dus wat ik wel heb, nu ik meer af en toe buiten wandel luister ik ook naar podcasts, van alles en nog wat door elkaar heen. Soms jonge startups of mensen die een leuk verhaal vertellen, zelfs een detective heb ik een keer geluisterd; alles en nog wat door elkaar heen. Maar ik had natuurlijk het boek van David Attenborough gelezen. Dat raakt je sowieso al, maar wat het nog veel intenser maakt is dat ik had bedacht dat ik met de kinderen die film ging kijken, me vooraf natuurlijk niet helemaal realiserend wat daar de impact van was, maar dan heb je een 94-jarige man met die enorme integrerende en diepe stem die je vertelt wat door toedoen van de mensheid de richting van de aarde is. Dan zitten er twee jongetjes met hun knuffels bij je op de bank die zich helemaal rot schrikken en aan de andere kant konden ze ook niet van het scherm loskomen en willen ze blijven kijken. Wat ik ook mooi vind aan zowel het boek als aan de film was dat het ook afsluit met “Het is niet te laat, mensen. Het is een oproep aan de hele mensheid om gezamenlijk en collectief in actie te komen om het tij te keren, maar dan moet je het wel met elkaar doen.” Dus die oproep was heel duidelijk. Wat wel grappig was de volgende dag, mijn jongste die de grootste carnivoor is de familie die je kan bedenken, die had al zijn salami en zijn Gelderse worst van de tafel gegooid en dat ingerold voor vruchten-hagels want daarmee gingen er geen dieren dood. Dat houdt hij aardig lang vol. Dus ergens heeft het ook wel weer impact gehad op ons hele gezin.

Jeroen: Over impact gesproken, als één boek of film dat kan doen. Dit heb ik ook aan een aantal andere gasten gevraagd: Ben je uiteindelijk wel optimistisch? Want je komt als persoon heel optimistisch over maar als het gaat om de richting waar de aarde naartoe gaat of de mensheid? Ben je daar wel optimistisch over of denk je dat het eigenlijk toch altijd wel weer de verkeerde kant opgaat?

Karin: Met die stelling kan ik dan heel moeilijk leven omdat ik denk “Als ik denk dat het glas continu halfleeg is en dat we er allemaal niks aan kunnen doen, dan kun je net zo goed in je stoel gaan blijven zitten.” En ik weiger gewoon op die manier te denken. Je moet wel je ogen openen voor wat er in de wereld gebeurt, voor wat er aan het gebeuren is en iedere dag zien we dat, of dat nou rondom milieu, oceaanvervuiling, climate change, ontbossing, noem het maar even op, is of het aan de sociale kant is waarbij de focus ligt op ongelijkheid, of wat armoede doet of racisme, dat soort zaken. Dus je moet je ogen er niet voor sluiten en tegelijkertijd, als je je ogen open hebt, dan kun je ook het beste zien en kun je er wat aan doen. Ik denk dat dat iets is dat ik liever zie dan bij de pakken neerzitten en denken “We gaan met z’n allen naar de verdoemenis en het wordt niks meer.”

Jeroen: Nog even naar jou. Als het gaat over trots, wat is nou waar je het meest trots op bent, in je werk en/of je privé?

Karin: Laat ik met privé starten, ik ben er heel erg trots op hoe wij het als gezin doen. Ja, ik ben veel weg, ik ben veel aan het werk, dus je bent niet de standaard moeder. In het begin heb ik daar heel veel mee geworsteld, zeker toen de kinderen kleiner waren maar nu ze ouder worden en eigenlijk nog meer aandacht nodig hebben ben ik wel slimmer geworden en handiger in dat verdelen en dat ook wel geven. Wat ik vooral merk is dat ze eigenlijk gewoon niks te kort komen in termen van liefde en aandacht en dat ze het goed doen sociaal gezien maar ook op school. En dat we eigenlijk een goed optimum met elkaar hebben gevonden waarin ik kan doen wat ik kan doen, ik word daarin ook door mijn man ondersteund en gefaciliteerd. Dus dat is iets waar ik heel erg trots op ben, hoe we dat met zijn viertjes rooien. Zakelijk gezien ben ik ongelofelijk trots op het feit dat ik me al heel veel jaren heb mogen verbinden aan Robeco en ook verschillende kansen heb gekregen en die kansen ook hebt gepakt, met veel verschillende mensen heb mogen samenwerken waarvan ik heb kunnen leren. Ik weet dat ik in ieder geval bij een aantal mensen en ook in bepaalde situaties wel het verschil heb kunnen maken. Dat hoop ik te blijven kunnen doen.

Jeroen: Mooi, mooi verwoord ook! Heb jij bepaalde tips voor starters? Die verzamel ik namelijk, ik heb nu 61 tips. Sommige mensen hebben meerdere tips gegeven. Maar heb jij bepaalde dingen? Het kunnen tips zijn voor mensen die nu starten in het algemeen of mensen die nu starten in de financiële sectorspecifiek.

Karin: Ja, zeker. Ik denk dat het niet zozeer specifiek voor de financiële sector is. Wat ik wel heb geleerd is op het moment dat ik ging afwijken van wie ik daadwerkelijk ben verlies je je kracht. Dus wat ik vaak ook wel tegen mensen zeg is: Word de mens die je uiteindelijk eigenlijk altijd al was. Wees jezelf, wees authentiek, omarm je plussen en je minnen. Ga je niet aanpassen omdat je denkt dat je omgeving dat van je vraagt of omdat je dat voelt. Omdat ik denk dat je je kracht verliest. En ik heb absoluut ook in de valkuil gestaan toen ik dacht “Jeetje, ik moet eigenlijk ander gedrag laten zien” of om me heen kijken en ander gedrag zag en dacht “Daar moet ik op gaan lijken”, maar du moment dat je dat doet ben ik gewoon minder effectief en dan ben je jezelf ook wat meer kwijt. Dat is heel erg moeilijk als je start of je komt voor het eerst in moeilijkere situaties terecht om dan heel erg jezelf te blijven. Ik zie ook wel mensen waar ik nu al over verbaasd ben die vrij jong zijn en die dat heel goed kunnen, dan denk ik “Wauw!” Dat is echt een kwaliteit waarvan ik hoop dat ze dat behouden of zichzelf kunnen aanleren. Ik word ook vaak gevraagd van jonge vrouwen “Wat is je les die je wil meegeven?” Wat ik dan met name vaak zeg is: Durf je uit te spreken, ga niet in een hoekje zitten wachten dat iemand jouw kwaliteiten ziet of je komt halen. Durf ook de golven te maken die daar af en toe mee samenhangen. Organiseer je leven, dus zorg ervoor dat als je kinderen hebt of een omgeving hebt die gemanaged moet worden, dat je dat dan ook doet. Hoe je dat doet maakt helemaal niet uit, maar je kunt niet alles voor iedereen tegelijkertijd zijn. Je kan niet op het schoolplein staan en de sportmoeder zijn en de leukste vrouw en de carrièrevrouw. Als je dat nastreeft gaat dat gewoon niet goed. Dus het laatste is: Wees realistisch en stel doelen die ook gewoon haalbaar zijn, voor jezelf en voor je omgeving.

Jeroen: Twee hoe-vragen over jezelf blijven en zijn. De eerste hoe-vraag is: Hoe voel jij aan dat je aan het afdrijven bent naar niet de echte Karin die je echt daadwerkelijk wil en bent?

Karin: Vaak zie ik dat ook – helaas – weleens achteraf. Dat ik denk “Dit was echt zo’n situatie, wat doe ik nou eigenlijk?” Wat ik dan doe is mezelf weer tot orde roepen en bedenken “Waarom heb ik deze verantwoordelijkheid? Waarom zit ik in deze stoel? Wat voeg ik toe?” en daar weer naar terug te gaan. Die uitschieters zijn er niet alleen maar in het begin van je carrière, die heb ik nu nog steeds, dat je af en toe denkt “Dit is niet nodig, dit hoeft niet.” Wat ik vooral merk is dat je of energie verliest of idioot veel moet bij plussen van dingen die ik aangeleerd gedrag noem dat niet van nature komt. Ik merk meteen aan mezelf wanneer ik dat doe. Je wordt daar ook meer onzeker van omdat je niet kan terugvallen op iets wat heel erg diep in je eigen DNA zit. Dan moet je jezelf even wakker schudden, herijken en zeggen “Ik ga opnieuw beginnen en we pakken het nu anders aan.”

Jeroen: En merk je dat meestal zelf dan of zegt jouw man of een directe collega van “Wacht even, hier gaat het een beetje…”

Karin: Alle gevallen. Soms merk ik het zelf heel snel. Soms merk ik het zelf minder snel omdat je helemaal in een soort van modus zit waarin je denkt “Focus, dit moet nu gebeuren en daar moet alles voor wijken.” Mijn man staat natuurlijk af en toe weleens met zijn armen te zwaaien van “Hey, hallo? Aarde aan Karin”, dus dan weet ik dat het tijd is om even de horizon te verleggen. Maar ook collega’s die aangeven “Je bent goed zoals je bent, ander gedrag is niet nodig” of “Let daar op”, dat vind ik ook heel erg plezierig.

Jeroen: De andere hoe-vraag: Hoe zie jij het bij andere mensen?

Karin: Daar zie ik het zelf misschien wel sneller omdat je het vaak bij jezelf ziet. Ook omdat ik dan iemand ben die daarop let of die daarnaar kijkt en die ook leert via andere mensen en het gedrag dat ze vertonen en wat ze zeggen, wat ze doen. Dus ik kan daar wel uit aflezen “Is iemand blij of niet blij? Zit hij goed in zijn vel of niet goed in zijn vel?” Dan stel ik vaak wel de vraag “Hoe is het met je?” Laatst liet ik even een klein briefje bij iemand tussen de deur achter. Dat is dan mijn manier om heel eventjes te zeggen “Ik heb je gezien, ik denk aan je” of “Ik weet dat je druk bent” en dat helpt mensen ook vaak weer eventjes.

Jeroen: Richting de afronding toe werkende, hoe blijf jij fit, zowel mentaal als fysiek?

Karin: Mentaal: op de één of andere manier ben ik veel met mijn werk bezig en dat klinkt gek, op de één of andere manier. Je bent er natuurlijk in termen van uren heel veel mee bezig maar ik ben ook wel ‘s nachts af en toe met mijn werk bezig omdat je dan ideeën krijgt of weleens wakker ligt en denkt “Dit gaan we op deze manier aanpakken.” Maar ik merk heel duidelijk wanneer je een bepaalde moeheid bereikt of dat je merkt dat je dwars wordt of gaat zeuren en dan heb je natuurlijk al je stootkussens, je familie, je vrienden die zeggen “Hey, hallo?” Dus daarmee merk ik het wel dat goed slapen voor mij ongelooflijk belangrijk is. Als ik heel erg goed slaap kan ik de wereld aan. Slaap ik een paar avonden achter elkaar niet, dan wordt het echt wel wat lastiger, ook voor mijn omgeving heb ik gehoord. En lichamelijk, ik ben niet van nature de topsporter die dat heel goed kan combineren. Ik heb ontzettend veel bewondering voor mensen die dat wel kunnen en daar heel goed op kunnen letten. Maar ik weet wel, doe ik niks dan… Je zit in de auto, je zit op je bureaustoel en dat is het dan. Ik merk hoe goed het mij mentaal doet als ik die fysieke beweging heb. Ik heb een dame die mij helpt, een soort personal trainer, die weet wat goed voor mij is en me daarin begeleidt. Tegelijkertijd probeer ik te wandelen en de ontspanning van buiten te vinden want ik ben wel echt een buitenmens. Ik heb pas in de Corona-tijd ontdekt wat wandelen voor je kan doen en eigenlijk is het grote vraagstuk “Hoe hou je dat vast als we straks met z’n allen de gekte weer ingaan?”, er is wel de vraag of we dat gaan maar ik vermoed dat we toch ook wel weer sneller terugveren dan wat de verwachtingen nu zijn. Want die verwachting hebben we nu vanuit de situatie waar je vandaag de dag in bent maar ik denk dat dat ook op een gegeven moment wel weer opschuift. Hoe hou je dan vast wat je aan inzichten en aan self care hebt ontwikkeld in die Corona-tijd?

Jeroen: De één na laatste vraag: Naar de toekomst kijkende voor Karin en naar de toekomst kijkende voor Robeco, voor mij is Private Equity altijd een vorm van aandeelhouder die op een zeker moment er weer van af wil. Dus ik ben benieuwd wat Robeco over 5 of 10 jaar of welke tijdstermijn jij daaraan wil koppelen, waar dat naartoe gaat, jouw visie daarop. En waar Karin naartoe gaat. We hadden vorige week of de week daarvoor hadden we Nieke Martens van de Rabobank. Die was er heel duidelijk over, ik stelde een vergelijkbare vraag. Ze zei “Ik wil gewoon ergens de Raad van Bestuur in.” en in jouw geval zit je er al dus misschien ergens anders de daadwerkelijke CEO-positie bekleden. Ik benieuwd voor beide richtingen, hoe jij naar de toekomst kijkt.

Karin: Vanuit het Private Equity perspectief denk ik en hoop ik dat we nog heel lang kunnen profiteren van Oryx als aandeelhouder, ook omdat het een partij is die tot nu toe kapitaalkrachtig is en ons daar ook enorm in support, zowel in de uitvoering aan de strategie als ook beschikbaar stellen van het seeding boek waardoor we ook nieuwe producten makkelijk kunnen lanceren en ons ook vrij laten in de keuzes die we daarin maken, uiteraard tot op een zekere hoogte. Het is natuurlijk wel zo dat Oryx niet alleen Robeco heeft en heel veel andere dochterondernemingen heeft met een historie, met name in de leasing business maar ook in de entertainment business. Daar hebben ze het natuurlijk af en toe ook moeilijk gehad in die Corona-crisis. Je kunt nooit in de toekomst kijken. Wat ik wel heb gezien is dat tot nu toe de berichtgeving vanuit Japan is dat ze Robeco willen laten groeien en dat ze daar de volledige support voor hebben. Maar zekerheid, natuurlijk in deze wereld, heb je nooit. Voor mij persoonlijk, ik denk dat de jas die ik nu heb mij heel erg goed past. De Raad van Bestuur en alle dynamiek die daarbij komt kijken van links naar rechts en van onder naar boven is iets waar ik niet van schrik maar waarvan ik me juist voel als een vis in het water in die complexiteit en dynamiek. Dus ik hoop dat ik daar nog heel lang in kan verkeren. Vanaf afgelopen jaar heb ik ook de rol Deputy CEO op me genomen en dat geeft me ook wat meer ruimte om ook in gesprek te zijn met onze klanten, me bezig te houden met andere hoeken van de organisatie buiten het CEO-domein. Dus daar zie ik voldoende ruimte om mezelf te ontwikkelen in de komende periode.

Jeroen: Maar er is wel ambitie om ooit nog ergens helemaal – eindbaas klinkt zo studentikoos – de CEO-rol te vervullen?

Karin: Zeker.

Jeroen: Tot slot: Is er iets waarvan je zegt “Jeroen, ik vind het jammer, je hebt heel veel gevraagd maar iets waarvan ik dacht dat je het zou gaan vragen, daar had ik graag antwoord op gegeven” of iets anders wat je graag nog wil delen met ons?

Karin: Nee, we hebben mooie omzwervingen gemaakt vanuit Brabant via kloosters naar Maarssen en Rotterdam. Dus ik denk full circle!

Jeroen: Dan rest mij jou heel erg te bedanken voor je openheid en het leuke gesprek. Met dank aan Bloomon krijg je zo meteen een bedankje voor de tijd die je hierin gestoken hebt. Nogmaals heel veel dank voor wat je hebt gedeeld met Leaders in Finance!

Karin: Dankjewel!

Dit was Leaders in Finance, we hopen dat je deze aflevering met veel plezier hebt beluisterd. We stellen je feedback erg op prijs. Wat houdt je bezig en over wie wil je meer horen? Laat het weten via een Apple of Google review. Dat kan ook via de social media kanalen of direct via een email. We kunnen het enorm waarderen als je dat doet. Tot slot danken we onze partners voor hun steun, dat zijn Kayak, EY, Odgers Berndtson executive search en Roland Berger. Bedankt voor het luisteren!

Door deze site te gebruiken ga je akkoord met het plaatsen van cookies. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten